Verhandeling 154 Paper 154
De laatste dagen in Kafarnaüm Last Days at Capernaum
154:0.1 (1717.1) TERWIJL Jezus op die veelbewogen zaterdagavond van 30 april woorden van troost en bemoediging sprak tot zijn terneergeslagen, verbijsterde discipelen, vond er in Tiberias een beraad plaats tussen Herodes Antipas en een groep speciaal gemachtigde vertegenwoordigers van het Sanhedrin in Jeruzalem. Deze schriftgeleerden en Farizeeën drongen er bij Herodes op aan Jezus in hechtenis te nemen: zij deden hun best hem te overtuigen dat Jezus het gewone volk aanzette tot tweedracht en zelfs tot opstand. Herodes weigerde echter maatregelen tegen hem te treffen als een politiek misdadiger. De adviseurs van Herodes hadden een juist verslag uitgebracht over het gebeuren aan de overzijde van het meer, toen het volk Jezus tot koning probeerde uit te roepen en hij dat voorstel had afgewezen. 154:0.1 (1717.1) ON THE eventful Saturday night of April 30, as Jesus was speaking words of comfort and courage to his downcast and bewildered disciples, at Tiberias a council was being held between Herod Antipas and a group of special commissioners representing the Jerusalem Sanhedrin. These scribes and Pharisees urged Herod to arrest Jesus; they did their best to convince him that Jesus was stirring up the populace to dissension and even to rebellion. But Herod refused to take action against him as a political offender. Herod’s advisers had correctly reported the episode across the lake when the people sought to proclaim Jesus king and how he rejected the proposal.
154:0.2 (1717.2) Iemand van de hofhouding van Herodes, Chuza, wiens echtgenote tot het vrouwenkorps van bijstand behoorde, had hem toegelicht dat Jezus niet van plan was zich met de aangelegenheden van de wereldse regering te bemoeien, en dat hij integendeel zich alleen bezighield met het tot stand brengen van de geestelijke broederschap van zijn gelovigen, de broederschap welke hij het koninkrijk des hemels noemde. Herodes stelde zoveel vertrouwen in de berichtgeving van Chuza, dat hij weigerde in te grijpen in de activiteiten van Jezus. Herodes werd in die tijd in zijn houding ten opzichte van Jezus ook beïnvloed door zijn bijgelovige angst voor Johannes de Doper. Herodes was een van die afvallige Joden die, hoewel zij nergens in geloofden, bevreesd waren voor alles. Hij had een slecht geweten omdat hij Johannes ter dood had gebracht, en hij wilde niet in deze intriges tegen Jezus verwikkeld raken. Hij was op de hoogte van vele gevallen van ziekte die klaarblijkelijk door Jezus waren genezen, en hij beschouwde hem als een profeet of als een godsdienstig fanaticus die betrekkelijk weinig kwaad kon doen. 154:0.2 (1717.2) One of Herod’s official family, Chuza, whose wife belonged to the women’s ministering corps, had informed him that Jesus did not propose to meddle with the affairs of earthly rule; that he was only concerned with the establishment of the spiritual brotherhood of his believers, which brotherhood he called the kingdom of heaven. Herod had confidence in Chuza’s reports, so much so that he refused to interfere with Jesus’ activities. Herod was also influenced at this time, in his attitude toward Jesus, by his superstitious fear of John the Baptist. Herod was one of those apostate Jews who, while he believed nothing, feared everything. He had a bad conscience for having put John to death, and he did not want to become entangled in these intrigues against Jesus. He knew of many cases of sickness which had been apparently healed by Jesus, and he regarded him as either a prophet or a relatively harmless religious fanatic.
154:0.3 (1717.3) Toen de Joden dreigden aan Caesar te zullen rapporteren dat hij een verraderlijk onderdaan in bescherming nam, beval Herodes hen zijn raadzaal te verlaten. De zaken bleven aldus een week lang ongewijzigd, en gedurende deze tijd bereidde Jezus zijn volgelingen voor op de verstrooiing die op handen was. 154:0.3 (1717.3) When the Jews threatened to report to Caesar that he was shielding a traitorous subject, Herod ordered them out of his council chamber. Thus matters rested for one week, during which time Jesus prepared his followers for the impending dispersion.
1. Een week van beraad ^top 1. A Week of Counsel ^top
154:1.1 (1717.4) Van 1 tot 7 mei hield Jezus in het huis van Zebedeüs vertrouwelijke beraadslagingen met zijn volgelingen. Alleen de beproefde, vertrouwde discipelen werden bij deze besprekingen toegelaten. Er waren op dat moment slechts ongeveer honderd discipelen die de morele moed hadden om de tegenstand van de Farizeeën te trotseren en openlijk hun aanhankelijkheid aan Jezus te betuigen. Met deze groep hield hij ’s morgens, ’s middags en ’s avonds bijeenkomsten. Elke middag kwamen kleine groepen mensen die om inlichtingen vroegen, bijeen aan de oever van het meer, waar sommige evangelisten of apostelen tot hen spraken. Deze groepen waren zelden groter dan vijftig man. 154:1.1 (1717.4) From May 1 to May 7 Jesus held intimate counsel with his followers at the Zebedee house. Only the tried and trusted disciples were admitted to these conferences. At this time there were only about one hundred disciples who had the moral courage to brave the opposition of the Pharisees and openly declare their adherence to Jesus. With this group he held sessions morning, afternoon, and evening. Small companies of inquirers assembled each afternoon by the seaside, where some of the evangelists or apostles discoursed to them. These groups seldom numbered more than fifty.
154:1.2 (1717.5) Op de vrijdag van die week werden officiële maatregelen getroffen door de oversten van de synagoge van Kafarnaüm en werd Gods huis voor Jezus en al zijn volgelingen gesloten. Deze stappen werden ondernomen op aandrang van de Farizeeën uit Jeruzalem. Jaïrus nam zijn ontslag als eerste overste en schaarde zich openlijk aan de zijde van Jezus. 154:1.2 (1717.5) On Friday of this week official action was taken by the rulers of the Capernaum synagogue closing the house of God to Jesus and all his followers. This action was taken at the instigation of the Jerusalem Pharisees. Jairus resigned as chief ruler and openly aligned himself with Jesus.
154:1.3 (1718.1) De laatste bijeenkomst aan de oever van het meer werd op de Sabbatmiddag van 7 mei gehouden. Jezus sprak tot nog geen honderdvijftig mensen die zich daar op dat moment hadden verzameld. Deze zaterdagavond vormde het laagste punt in het getij van de populaire achting voor Jezus en zijn leer. Van toen af aan ontstond er een gestage, langzame, maar gezondere en meer betrouwbare groei in welwillende gevoelens jegen hem: er bouwde zich een nieuwe aanhang op, die beter gegrond was in geestelijk geloof en ware religieuze ervaring. De overgangsfase, die gekenmerkt werd door compromissen en min of meer een vermenging was van de materialistische opvattingen van het koninkrijk die de volgelingen van de Meester erop na hielden en de meer idealistische, geestelijke begrippen die door Jezus werden geleerd, was nu definitief voorbij. Van nu af aan vond er een meer openlijke verkondiging plaats van het evangelie van het koninkrijk in de wijdere betekenis, en met de verreikende geestelijke consequenties die het inhield. 154:1.3 (1718.1) The last of the seaside meetings was held on Sabbath afternoon, May 7. Jesus talked to less than one hundred and fifty who had assembled at that time. This Saturday night marked the time of the lowest ebb in the tide of popular regard for Jesus and his teachings. From then on there was a steady, slow, but more healthful and dependable growth in favorable sentiment; a new following was built up which was better grounded in spiritual faith and true religious experience. The more or less composite and compromising transition stage between the materialistic concepts of the kingdom held by the Master’s followers and those more idealistic and spiritual concepts taught by Jesus, had now definitely ended. From now on there was a more open proclamation of the gospel of the kingdom in its larger scope and in its far-flung spiritual implications.
2. Een week rust ^top 2. A Week of Rest ^top
154:2.1 (1718.2) Op zondag, 8 mei a.d. 29, vaardigde het Sanhedrin in Jeruzalem een decreet uit waarbij alle synagogen in Palestina voor Jezus en zijn volgelingen gesloten werden verklaard. Dit was een nieuwe, nog nooit eerder voorgekomen usurpatie van het gezag door het Sanhedrin in Jeruzalem. Tot dusver had iedere synagoge als een onafhankelijke congregatie van gelovigen bestaan en gefunctioneerd, en had onder het gezag en de leiding gestaan van zijn eigen raad van bestuur. Alleen de synagogen in Jeruzalem waren onderworpen geweest aan het gezag van het Sanhedrin. Deze tuchtactie van het Sanhedrin had ten gevolge dat vijf van de leden hun ontslag indienden. Er werden onmiddellijk honderd koeriers uitgezonden om deze verordening over te brengen en op te leggen. Binnen de korte tijd van twee weken had iedere synagoge zich onderworpen aan dit manifest van het Sanhedrin, behalve de synagoge van Hebron. De oversten van de synagoge te Hebron weigerden het recht van het Sanhedrin te erkennen om een dergelijke rechtsbevoegdheid uit te oefenen over hun gemeente. Deze weigering om het decreet van Jeruzalem te aanvaarden was meer gegrond op hun stellingname dat zij als congregatie autonoom waren, dan op sympathie voor de zaak van Jezus. Kort daarna werd de synagoge te Hebron door brand verwoest. 154:2.1 (1718.2) Sunday, May 8, a.d. 29, at Jerusalem, the Sanhedrin passed a decree closing all the synagogues of Palestine to Jesus and his followers. This was a new and unprecedented usurpation of authority by the Jerusalem Sanhedrin. Theretofore each synagogue had existed and functioned as an independent congregation of worshipers and was under the rule and direction of its own board of governors. Only the synagogues of Jerusalem had been subject to the authority of the Sanhedrin. This summary action of the Sanhedrin was followed by the resignation of five of its members. One hundred messengers were immediately dispatched to convey and enforce this decree. Within the short space of two weeks every synagogue in Palestine had bowed to this manifesto of the Sanhedrin except the synagogue at Hebron. The rulers of the Hebron synagogue refused to acknowledge the right of the Sanhedrin to exercise such jurisdiction over their assembly. This refusal to accede to the Jerusalem decree was based on their contention of congregational autonomy rather than on sympathy with Jesus’ cause. Shortly thereafter the Hebron synagogue was destroyed by fire.
154:2.2 (1718.3) Deze zelfde zondagmorgen kondigde Jezus een vakantie aan van een week en drong er bij al zijn discipelen op aan naar huis te gaan of naar vrienden, om hun bekommerde ziel rust te geven en hun dierbaren moed in te spreken. Hij zei: ‘Ga naar jullie respectieve woonplaatsen om je te verpozen of te vissen, en bidt ondertussen voor de uitbreiding van het koninkrijk.’ 154:2.2 (1718.3) This same Sunday morning, Jesus declared a week’s holiday, urging all of his disciples to return to their homes or friends to rest their troubled souls and speak words of encouragement to their loved ones. He said: “Go to your several places to play or fish while you pray for the extension of the kingdom.”
154:2.3 (1718.4) Deze week rust gaf Jezus de gelegenheid vele families en groepen langs de kust te bezoeken. Hij ging ook verschillende malen met David Zebedeüs uit vissen, en ofschoon hij een groot gedeelte van de tijd alleen erop uitging, verscholen zich in zijn nabijheid steeds twee of drie van Davids meest vertrouwde koeriers die zeer uitdrukkelijke opdrachten van hun chef hadden om Jezus te beschermen. Tijdens deze week van rust vond er in het geheel geen openbaar onderricht plaats. 154:2.3 (1718.4) This week of rest enabled Jesus to visit many families and groups about the seaside. He also went fishing with David Zebedee on several occasions, and while he went about alone much of the time, there always lurked near by two or three of David’s most trusted messengers, who had no uncertain orders from their chief respecting the safeguarding of Jesus. There was no public teaching of any sort during this week of rest.
154:2.4 (1718.5) In deze week werden Natanael en Jakobus Zebedeüs behoorlijk ziek. Drie dagen en nachten leden zij ernstig aan een pijnlijke storing van de spijsvertering. De derde avond zond Jezus Salome, de moeder van Jakobus, weg om rust te nemen en zorgde hij voor zijn zieke apostelen. Natuurlijk had Jezus deze beide mannen ogenblikkelijk kunnen genezen, doch dit is niet de methode van de Zoon of de Vader bij de behandeling van deze alledaagse moeilijkheden en beproevingen van de mensenkinderen op de evolutionaire werelden in tijd en ruimte. Niet eenmaal, in heel zijn veelbewogen leven in het vlees, verleende Jezus enigerlei bovennatuurlijke bijstand aan enig lid van zijn aardse familie of aan iemand van zijn naaste volgelingen. 154:2.4 (1718.5) This was the week that Nathaniel and James Zebedee suffered from more than a slight illness. For three days and nights they were acutely afflicted with a painful digestive disturbance. On the third night Jesus sent Salome, James’s mother, to her rest, while he ministered to his suffering apostles. Of course Jesus could have instantly healed these two men, but that is not the method of either the Son or the Father in dealing with these commonplace difficulties and afflictions of the children of men on the evolutionary worlds of time and space. Never once, throughout all of his eventful life in the flesh, did Jesus engage in any sort of supernatural ministration to any member of his earth family or in behalf of any one of his immediate followers.
154:2.5 (1719.1) Moeilijkheden in het universum moeten onder ogen worden gezien en hindernissen op de planeet moet het hoofd worden geboden, als een onderdeel van de ervaringsopleiding die wordt verschaft ten behoeve van de groei en ontwikkeling, de progressieve volmaaktheid, van de evoluerende zielen van sterfelijke schepselen. De vergeestelijking van de menselijke ziel vergt degelijke ervaring in het educatieve oplossen van een breed scala van werkelijke universum-problemen. De dierlijke natuur en de lagere vormen van wilsschepselen ontwikkelen zich niet gunstig in comfortabele omstandigheden. Problematische situaties, gekoppeld aan prikkels tot krachtige inspanning, brengen die activiteiten van bewustzijn, ziel en geest voort die geweldig bijdragen tot het bereiken van waardige doeleinden in de groei van de sterveling en tot het bereiken van hogere niveaus van zijn geest-bestemming. 154:2.5 (1719.1) Universe difficulties must be met and planetary obstacles must be encountered as a part of the experience training provided for the growth and development, the progressive perfection, of the evolving souls of mortal creatures. The spiritualization of the human soul requires intimate experience with the educational solving of a wide range of real universe problems. The animal nature and the lower forms of will creatures do not progress favorably in environmental ease. Problematic situations, coupled with exertion stimuli, conspire to produce those activities of mind, soul, and spirit which contribute mightily to the achievement of worthy goals of mortal progression and to the attainment of higher levels of spirit destiny.
3. De tweede bespreking te Tiberias ^top 3. The Second Tiberias Conference ^top
154:3.1 (1719.2) De tweede bespreking tussen de autoriteiten van Jeruzalem en Herodes Antipas werd gehouden op mei. Zowel de godsdienstige als de politieke leiders uit Jeruzalem waren aanwezig. De Joodse leiders konden Herodes melden dat praktisch alle synagogen in Galilea en Judea voor de leer van Jezus gesloten waren. Men deed nieuwe pogingen om Herodes Jezus te doen arresteren, maar hij weigerde aan hun verzoek te voldoen. Op 18 mei echter stemde Herodes in met het plan de gezagsdragers van het Sanhedrin toe te staan Jezus in hechtenis te nemen en naar Jeruzalem te brengen om daar op grond van godsdienstige aanklachten verhoord te worden, mits de Romeinse bestuurder van Judea zich in deze regeling kon vinden. Ondertussen waren de vijanden van Jezus vlijtig bezig door heel Galilea het gerucht te verspreiden dat Herodes Jezus vijandig gezind was geworden, en dat hij van plan was allen uit te roeien die in zijn onderricht geloofden. 154:3.1 (1719.2) On May 16 the second conference at Tiberias between the authorities at Jerusalem and Herod Antipas was convened. Both the religious and the political leaders from Jerusalem were in attendance. The Jewish leaders were able to report to Herod that practically all the synagogues in both Galilee and Judea were closed to Jesus’ teachings. A new effort was made to have Herod place Jesus under arrest, but he refused to do their bidding. On May 18, however, Herod did agree to the plan of permitting the Sanhedrin authorities to seize Jesus and carry him to Jerusalem to be tried on religious charges, provided the Roman ruler of Judea concurred in such an arrangement. Meanwhile, Jesus’ enemies were industriously spreading the rumor throughout Galilee that Herod had become hostile to Jesus, and that he meant to exterminate all who believed in his teachings.
154:3.2 (1719.3) Op zaterdagavond, 21 mei, kwam in Tiberias het bericht binnen dat de burgerlijke autoriteiten in Jeruzalem geen bezwaar hadden tegen de afspraak tussen Herodes en de Farizeeën om Jezus in hechtenis te nemen en naar Jeruzalem te brengen, teneinde daar door het Sanhedrin verhoord te worden op de aanklacht dat hij de heilige wetten van het Joodse volk bespotte. Dientengevolge tekende Herodes dezelfde avond, kort voor middernacht, de verordening waarbij de gerechtsdienaren van het Sanhedrin gemachtigd werden Jezus binnen het rechtsgebied van Herodes in hechtenis te nemen en naar Jeruzalem te voeren om daar terecht te staan. Van vele zijden werd sterke druk op Herodes uitgeoefend voordat hij er in toestemde deze vergunning te geven, en hij wist zeer wel dat Jezus niet kon verwachten dat hem door zijn bittere vijanden te Jeruzalem eerlijk recht zou worden gedaan. 154:3.2 (1719.3) On Saturday night, May 21, word reached Tiberias that the civil authorities at Jerusalem had no objection to the agreement between Herod and the Pharisees that Jesus be seized and carried to Jerusalem for trial before the Sanhedrin on charges of flouting the sacred laws of the Jewish nation. Accordingly, just before midnight of this day, Herod signed the decree which authorized the officers of the Sanhedrin to seize Jesus within Herod’s domains and forcibly to carry him to Jerusalem for trial. Strong pressure from many sides was brought to bear upon Herod before he consented to grant this permission, and he well knew that Jesus could not expect a fair trial before his bitter enemies at Jerusalem.
4. De zaterdagavond in Kafarnaüm ^top 4. Saturday Night in Capernaum ^top
154:4.1 (1719.4) Op deze zelfde zaterdagavond kwam in de synagoge in Kafarnaüm een groep van vijftig vooraanstaande burgers bijeen ter bespreking van de gewichtige vraag: ‘Wat zullen we met Jezus doen?’ Ze praatten en debatteerden tot na middernacht, maar konden het op geen enkel punt eens worden. Afgezien van enkelen die overhelden tot het geloof dat Jezus de Messias zou kunnen zijn, of althans een heilige, of misschien een profeet, was de vergadering verdeeld in vier ongeveer gelijke groepen die respectievelijk als volgt over Jezus dachten: 154:4.1 (1719.4) On this same Saturday night, in Capernaum a group of fifty leading citizens met at the synagogue to discuss the momentous question: “What shall we do with Jesus?” They talked and debated until after midnight, but they could not find any common ground for agreement. Aside from a few persons who inclined to the belief that Jesus might be the Messiah, at least a holy man, or perhaps a prophet, the meeting was divided into four nearly equal groups who held, respectively, the following views of Jesus:
154:4.2 (1719.5) 1. dat hij een misleide, ongevaarlijke, godsdienstige fanaticus was; 154:4.2 (1719.5) 1. That he was a deluded and harmless religious fanatic.
154:4.3 (1719.6) 2. dat hij een gevaarlijke, sluwe agitator was, die tot rebellie zou kunnen aanzetten; 154:4.3 (1719.6) 2. That he was a dangerous and designing agitator who might stir up rebellion.
154:4.4 (1720.1) 3. dat hij samenspande met duivels, dat hij zelfs een vorst van duivels kon zijn; 154:4.4 (1720.1) 3. That he was in league with devils, that he might even be a prince of devils.
154:4.5 (1720.2) 4. dat hij buiten zichzelf was, waanzinnig, mentaal gestoord. 154:4.5 (1720.2) 4. That he was beside himself, that he was mad, mentally unbalanced.
154:4.6 (1720.3) Er werd lang gesproken over de leerstellingen die Jezus predikte en die het gewone volk van streek maakten; zijn vijanden beweerden dat zijn leer onuitvoerbaar was, dat alles kapot zou gaan als iedereen eerlijk zou proberen volgens zijn ideeën te leven. En de mensen van vele latere generaties hebben hetzelfde gezegd. Vele intelligente, goedbedoelende mensen zijn van mening, zelfs in de meer verlichte tijd van deze openbaringen, dat de moderne beschaving niet op het onderricht van Jezus had kunnen worden gebouwd — en zij hebben ten dele gelijk. Maar al deze twijfelaars vergeten dat er een veel betere beschaving op zijn leer had kunnen worden gebouwd, en dat dit ook eens zal gebeuren. Deze wereld heeft nooit een ernstige poging ondernomen het onderricht van Jezus op grote schaal toe te passen, ook al zijn er vaak halfhartige pogingen gedaan om de leringen van het zogenaamde Christendom na te volgen. 154:4.6 (1720.3) There was much talk about Jesus’ preaching doctrines which were upsetting for the common people; his enemies maintained that his teachings were impractical, that everything would go to pieces if everybody made an honest effort to live in accordance with his ideas. And the men of many subsequent generations have said the same things. Many intelligent and well-meaning men, even in the more enlightened age of these revelations, maintain that modern civilization could not have been built upon the teachings of Jesus—and they are partially right. But all such doubters forget that a much better civilization could have been built upon his teachings, and sometime will be. This world has never seriously tried to carry out the teachings of Jesus on a large scale, notwithstanding that halfhearted attempts have often been made to follow the doctrines of so-called Christianity.
5. De veelbewogen zondagmorgen ^top 5. The Eventful Sunday Morning ^top
154:5.1 (1720.4) De tweeëntwintigste mei was een veelbewogen dag in het leven van Jezus. Nog voor de dag was aangebroken, kwam op deze zondagochtend een van de boodschappers van David in grote haast uit Tiberias met het nieuws dat Herodes toestemming had gegeven, of op het punt stond de gerechtsdienaren van het Sanhedrin toestemming te geven, Jezus in hechtenis te nemen. De ontvangst van het bericht van dit dreigende gevaar bracht David Zebedeüs ertoe zijn koeriers te wekken en hen uit te zenden naar alle plaatselijke groepen discipelen en hen op te roepen voor een spoedbijeenkomst, diezelfde morgen om zeven uur. Toen de schoonzuster van Judas (de broer van Jezus) dit verontrustende bericht hoorde, stuurde zij haastig een boodschap naar de hele familie van Jezus, voorzover die dichtbij woonde, waarbij zij hen opriep direct bijeen te komen in het huis van Zebedeüs. Tengevolge van deze spoedboodschap kwamen Maria, Jakobus, Jozef, Judas en Ruth daar korte tijd later bij elkaar. 154:5.1 (1720.4) May 22 was an eventful day in the life of Jesus. On this Sunday morning, before daybreak, one of David’s messengers arrived in great haste from Tiberias, bringing the word that Herod had authorized, or was about to authorize, the arrest of Jesus by the officers of the Sanhedrin. The receipt of the news of this impending danger caused David Zebedee to arouse his messengers and send them out to all the local groups of disciples, summoning them for an emergency council at seven o’clock that morning. When the sister-in-law of Jude (Jesus’ brother) heard this alarming report, she hastened word to all of Jesus’ family who dwelt near by, summoning them forthwith to assemble at Zebedee’s house. And in response to this hasty call, presently there were assembled Mary, James, Joseph, Jude, and Ruth.
154:5.2 (1720.5) Op deze bijeenkomst vroeg in de ochtend gaf Jezus zijn afscheidsinstructies aan de bijeengekomen discipelen, dat wil zeggen, hij zei hen voorlopig vaarwel, wel wetende dat zij spoedig uit Kafarnaüm verdreven zouden worden. Hij zei hun allen Gods leiding te zoeken en met het werk voor het koninkrijk door te gaan, zonder op de consequenties te letten. De evangelisten moesten hun werk voortzetten naar eigen beste inzicht, tot de tijd dat ze weer bijeengeroepen konden worden. Hij koos twaalf evangelisten uit om hem te vergezellen; de twaalf apostelen droeg hij op om bij hem te blijven, wat er ook mocht gebeuren. De twaalf vrouwen droeg hij op in het huis van Zebedeüs en in het huis van Petrus te blijven, totdat hij hen zou laten roepen. 154:5.2 (1720.5) At this early morning meeting Jesus imparted his farewell instructions to the assembled disciples; that is, he bade them farewell for the time being, knowing well that they would soon be dispersed from Capernaum. He directed them all to seek God for guidance and to carry on the work of the kingdom regardless of consequences. The evangelists were to labor as they saw fit until such time as they might be called. He selected twelve of the evangelists to accompany him; the twelve apostles he directed to remain with him no matter what happened. The twelve women he instructed to remain at the Zebedee house and at Peter’s house until he should send for them.
154:5.3 (1720.6) Jezus stemde ermee in dat David Zebedeüs doorging met zijn koeriersdienst die het hele land bestreek; en David zei, toen hij kort daarna afscheid nam van de Meester: ‘Ga door met uw werk, Meester. Laat die dwepers u niet te pakken krijgen, en wees er zeker van dat de koeriers u zullen volgen. Mijn mannen zullen steeds met u in contact blijven en door hen zult u op de hoogte blijven hoe het in de andere streken met het koninkrijk gaat, en door hen zullen wij allemaal weten hoe het met u gaat. Niets dat mij zou kunnen overkomen zal deze dienst in de war sturen, want ik heb een eerste en tweede leider benoemd, en zelfs een derde. Ik ben geen leraar en ook geen prediker, maar mijn hart zegt mij dit te doen en niemand kan mij dit beletten.’ 154:5.3 (1720.6) Jesus consented to David Zebedee’s continuing his countrywide messenger service, and in bidding the Master farewell presently, David said: “Go forth to your work, Master. Don’t let the bigots catch you, and never doubt that the messengers will follow after you. My men will never lose contact with you, and through them you shall know of the kingdom in other parts, and by them we will all know about you. Nothing that might happen to me will interfere with this service, for I have appointed first and second leaders, even a third. I am neither a teacher nor a preacher, but it is in my heart to do this, and none can stop me.”
154:5.4 (1720.7) Rond half acht begon Jezus deze morgen zijn afscheidsrede tot bijna honderd gelovigen die allen naar binnen waren gedromd om hem aan te horen. Dit was voor alle aanwezigen een plechtig ogenblik, maar Jezus leek uitzonderlijk opgewekt: hij was weer als vanouds. De ernst van de laatste weken was voorbij, en hij inspireerde hen allen met zijn woorden van geloofsvertrouwen, hoop, en moed. 154:5.4 (1720.7) About 7:30 this morning Jesus began his parting address to almost one hundred believers who had crowded indoors to hear him. This was a solemn occasion for all present, but Jesus seemed unusually cheerful; he was once more like his normal self. The seriousness of weeks had gone, and he inspired all of them with his words of faith, hope, and courage.
6. De familie van Jezus arriveert ^top 6. Jesus’ Family Arrives ^top
154:6.1 (1721.1) Rond acht uur deze zondagmorgen arriveerden vijf leden van Jezus’ aardse familie ter plaatse, in gevolge de dringende oproep van de schoonzuster van Judas. Van de gehele aardse familie van Jezus was er maar één, Ruth, die steeds met geheel haar hart in de goddelijkheid van zijn missie op aarde bleef geloven. Judas en Jakobus en zelfs Jozef, hadden nog veel van hun geloof in Jezus behouden, maar zij hadden hun betere oordeel en werkelijke geestelijke neigingen door trots laten verstoren. Maria stond eveneens in tweestrijd tussen liefde en vrees, tussen moederliefde en familietrots. Ofschoon zij door twijfel werd gekweld, kon zij het bezoek van Gabriël vóór de geboorte van Jezus toch nooit geheel vergeten. De Farizeeën hadden zich beijverd Maria te overtuigen dat Jezus buiten zichzelf was, gestoord. Zij drongen er bij haar op aan met haar zonen mee te gaan en te trachten hem te doen afzien van verdere pogingen om in het openbaar als leraar op te treden. Zij verzekerden Maria dat de gezondheid van Jezus spoedig zou instorten en dat er alleen oneer en schande over de gehele familie zou komen als men hem zijn gang liet gaan. En dus gingen zij, toen het bericht van de schoonzuster van Judas kwam, alle vijf meteen op weg naar het huis van Zebedeüs; ze waren allen bij elkaar gebleven bij Maria thuis, waar ze de avond tevoren met de Farizeeën hadden gesproken. Ze hadden tot laat in de avond met de leiders uit Jeruzalem gepraat en waren er allen min of meer van overtuigd dat Jezus zich vreemd gedroeg, dat hij zich al een tijd lang vreemd gedragen had. Ruth bleef volhouden, ook al kon zij niet al zijn gedragingen verklaren, dat hij zijn familie altijd goed had behandeld en zij weigerde in te stemmen met het plan te trachten hem van verder werk te doen afzien. 154:6.1 (1721.1) It was about eight o’clock on this Sunday morning when five members of Jesus’ earth family arrived on the scene in response to the urgent summons of Jude’s sister-in-law. Of all his family in the flesh, only one, Ruth, believed wholeheartedly and continuously in the divinity of his mission on earth. Jude and James, and even Joseph, still retained much of their faith in Jesus, but they had permitted pride to interfere with their better judgment and real spiritual inclinations. Mary was likewise torn between love and fear, between mother love and family pride. Though she was harassed by doubts, she could never quite forget the visit of Gabriel ere Jesus was born. The Pharisees had been laboring to persuade Mary that Jesus was beside himself, demented. They urged her to go with her sons and seek to dissuade him from further efforts at public teaching. They assured Mary that soon Jesus’ health would break, and that only dishonor and disgrace could come upon the entire family as a result of allowing him to go on. And so, when the word came from Jude’s sister-in-law, all five of them started at once for Zebedee’s house, having been together at Mary’s home, where they had met with the Pharisees the evening before. They had talked with the Jerusalem leaders long into the night, and all were more or less convinced that Jesus was acting strangely, that he had acted strangely for some time. While Ruth could not explain all of his conduct, she insisted that he had always treated his family fairly and refused to agree to the program of trying to dissuade him from further work.
154:6.2 (1721.2) Op weg naar het huis van Zebedeüs bespraken zij deze zaken onder elkaar en kwamen overeen dat zij zouden proberen Jezus over te halen met hen mee naar huis te gaan, want, zei Maria: ‘Ik weet dat ik invloed op mijn zoon zou hebben als hij weer thuis wilde komen en naar mij zou luisteren.’ Jakobus en Judas hadden geruchten gehoord over de plannen om Jezus in hechtenis te nemen en naar Jeruzalem te brengen om terecht te staan. Zij waren ook bang voor hun eigen veiligheid. Zo lang Jezus populair was geweest bij het volk, had zijn familie de zaken op hun beloop gelaten, maar nu de mensen uit Kafarnaüm en de leiders uit Jeruzalem zich plotseling tegen hem gekeerd hadden, begonnen zij maar al te duidelijk de druk te voelen van het veronderstelde eerverlies door hun beschamende positie. 154:6.2 (1721.2) On the way to Zebedee’s house they talked these things over and agreed among themselves to try to persuade Jesus to come home with them, for, said Mary: “I know I could influence my son if he would only come home and listen to me.” James and Jude had heard rumors concerning the plans to arrest Jesus and take him to Jerusalem for trial. They also feared for their own safety. As long as Jesus was a popular figure in the public eye, his family allowed matters to drift along, but now that the people of Capernaum and the leaders at Jerusalem had suddenly turned against him, they began keenly to feel the pressure of the supposed disgrace of their embarrassing position.
154:6.3 (1721.3) Zij hadden verwacht Jezus aan te treffen, hem terzijde te nemen en hem dringend te verzoeken met hen mee naar huis te gaan. Ze waren van plan hem te verzekeren dat zij zouden vergeten dat hij hen verwaarloosd had — ze zouden vergeven en vergeten — indien hij maar de dwaasheid wilde laten varen om een nieuwe religie te trachten te verkondigen, die hem zelf alleen maar moeilijkheden kon brengen en niets dan schande over zijn familie. Op dit alles wilde Ruth alleen zeggen: ‘Ik zal tegen mijn broer zeggen dat ik denk dat hij een man Gods is, en dat ik hoop dat hij eerder bereid zal zijn te sterven dan dat hij deze boosaardige Farizeeën een eind laat maken aan zijn prediking.’ Jozef beloofde dat hij Ruth stil zou houden terwijl de anderen Jezus zouden bewerken. 154:6.3 (1721.3) They had expected to meet Jesus, take him aside, and urge him to go home with them. They had thought to assure him that they would forget his neglect of them—they would forgive and forget—if he would only give up the foolishness of trying to preach a new religion which could bring only trouble to himself and dishonor upon his family. To all of this Ruth would say only: “I will tell my brother that I think he is a man of God, and that I hope he would be willing to die before he would allow these wicked Pharisees to stop his preaching.” Joseph promised to keep Ruth quiet while the others labored with Jesus.
154:6.4 (1721.4) Toen zij bij het huis van Zebedeüs aankwamen, was Jezus juist midden in zijn afscheidsrede tot de discipelen. Ze probeerden het huis binnen te komen, maar het was stampvol. Ten slotte vonden zij een plaats op de achterveranda en lieten een boodschap voor Jezus doorgeven van de ene persoon naar de andere, zodat deze hem ten slotte fluisterend werd overgebracht door Simon Petrus, die de rede van Jezus hiervoor onderbrak en zei: ‘Zie, uw moeder en uw broers staan buiten en zijn zeer verlangend met u te spreken.’ Het kwam niet bij zijn moeder op dat deze mededelingen bij zijn afscheid zeer belangrijk waren voor zijn volgelingen, en evenmin wist ze dat er elk moment een einde kon komen aan zijn toespraak door de aankomst van degenen die hem kwamen arresteren. Zij dacht werkelijk dat Jezus na zo’n lange, duidelijke verwijdering, gezien het feit dat zij en en zijn broers zo welwillend waren geweest daadwerkelijk naar hem toe te komen, zou ophouden te spreken en naar hen toe zou komen zodra hij het bericht doorkreeg dat zij op hem wachtten. 154:6.4 (1721.4) When they reached the Zebedee house, Jesus was in the very midst of delivering his parting address to the disciples. They sought to gain entrance to the house, but it was crowded to overflowing. Finally they established themselves on the back porch and had word passed in to Jesus, from person to person, so that it finally was whispered to him by Simon Peter, who interrupted his talking for the purpose, and who said: “Behold, your mother and your brothers are outside, and they are very anxious to speak with you.” Now it did not occur to his mother how important was the giving of this parting message to his followers, neither did she know that his address was likely to be terminated any moment by the arrival of his apprehenders. She really thought, after so long an apparent estrangement, in view of the fact that she and his brothers had shown the grace actually to come to him, that Jesus would cease speaking and come to them the moment he received word they were waiting.
154:6.5 (1722.1) Eens te meer kon zijn aardse familie niet begrijpen dat hij zich moest bezighouden met de zaken van zijn Vader. En dus voelden Maria en zijn broers zich diep gekrenkt toen hij, niettegenstaande dat hij zijn toespraak onderbrak om de boodschap aan te horen, niet naar buiten snelde om hen te begroeten. Zij hoorden zijn welluidende stem op luidere toon zeggen: ‘Zeg tegen mijn moeder en mijn broers dat zij niet bezorgd om mij behoeven te zijn. De Vader die mij in de wereld gezonden heeft, zal mij niet in de steek laten; evenmin zal mijn familie enig kwaad overkomen. Zeg hun moed te houden en hun vertrouwen te stellen in de Vader van het koninkrijk. Maar wie is, per slot van rekening, mijn moeder en wie zijn mijn broeders?’ En zijn handen uitstrekkende naar al zijn discipelen die in de kamer bijeenwaren, zei hij: ‘Ik heb geen moeder; ik heb geen broers. Zie mijn moeder en zie mijn broeders! Want een ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, die is mijn moeder, mijn broeder, en mijn zuster.’ 154:6.5 (1722.1) It was just another of those instances in which his earth family could not comprehend that he must be about his Father’s business. And so Mary and his brothers were deeply hurt when, notwithstanding that he paused in his speaking to receive the message, instead of his rushing out to greet them, they heard his musical voice speak with increased volume: “Say to my mother and my brothers that they should have no fear for me. The Father who sent me into the world will not forsake me; neither shall any harm come upon my family. Bid them be of good courage and put their trust in the Father of the kingdom. But, after all, who is my mother and who are my brothers?” And stretching forth his hands toward all of his disciples assembled in the room, he said: “I have no mother; I have no brothers. Behold my mother and behold my brethren! For whosoever does the will of my Father who is in heaven, the same is my mother, my brother, and my sister.”
154:6.6 (1722.2) En toen Maria deze woorden hoorde, viel ze flauw in de armen van Judas. Ze droegen haar naar buiten, de tuin in, om haar bij te brengen, terwijl Jezus de slotwoorden van zijn afscheidsboodschap uitsprak. Daarna zou hij naar buiten zijn gekomen om met zijn moeder en broers te spreken, maar een koerier kwam in haast uit Tiberias aan met het nieuws dat de gerechtsdienaren van het Sanhedrin op weg waren met een machtiging om Jezus te arresteren en hem naar Jeruzalem te voeren. Andreas nam deze boodschap aan en onderbrak Jezus om hem dit te zeggen. 154:6.6 (1722.2) And when Mary heard these words, she collapsed in Jude’s arms. They carried her out in the garden to revive her while Jesus spoke the concluding words of his parting message. He would then have gone out to confer with his mother and his brothers, but a messenger arrived in haste from Tiberias bringing word that the officers of the Sanhedrin were on their way with authority to arrest Jesus and carry him to Jerusalem. Andrew received this message and, interrupting Jesus, told it to him.
154:6.7 (1722.3) Andreas was vergeten dat David ongeveer vijfentwintig schildwachten rond het huis van Zebedeüs had opgesteld en dat niemand hen bij verrassing kon overvallen; daarom vroeg hij Jezus wat er moest gebeuren. De Meester stond daar zwijgend, terwijl zijn moeder die de woorden had gehoord, ‘Ik heb geen moeder,’ zich in de tuin herstelde van de schok. Juist op dit ogenblik stond een vrouw in de kamer op en riep uit: ‘Gezegend is de schoot die u gedragen heeft en gezegend zijn de borsten die u gezoogd hebben.’ Jezus onderbrak zijn gesprek met Andreas een ogenblik, wendde zich terzijde en antwoordde deze vrouw met de woorden: ‘Neen, veeleer is degene gezegend die het woord van God hoort en dat durft te gehoorzamen.’ 154:6.7 (1722.3) Andrew did not recall that David had posted some twenty-five sentinels about the Zebedee house, and that no one could take them by surprise; so he asked Jesus what should be done. The Master stood there in silence while his mother, having heard the words, “I have no mother,” was recovering from the shock in the garden. It was at just this time that a woman in the room stood up and exclaimed, “Blessed is the womb that bore you and blessed are the breasts that nursed you.” Jesus turned aside a moment from his conversation with Andrew to answer this woman by saying, “No, rather is the one blessed who hears the word of God and dares to obey it.”
154:6.8 (1722.4) Maria en de broers van Jezus dachten dat Jezus hen niet begreep, dat hij zijn belangstelling voor hen had verloren, weinig beseffend dat zij het waren die Jezus niet begrepen. Jezus besefte ten volle hoe moeilijk het voor de mensen is met hun verleden te breken. Hij wist hoe de mensen zich laten beïnvloeden door de welsprekendheid van de prediker, en hoe het geweten reageert wanneer er een emotioneel beroep op wordt gedaan, zoals het bewustzijn reageert op logica en rede, maar hij wist ook hoeveel moeilijker het is de mensen ervan te overtuigen dat zij het verleden moeten verwerpen. 154:6.8 (1722.4) Mary and Jesus’ brothers thought that Jesus did not understand them, that he had lost interest in them, little realizing that it was they who failed to understand Jesus. Jesus fully understood how difficult it is for men to break with their past. He knew how human beings are swayed by the preacher’s eloquence, and how the conscience responds to emotional appeal as the mind does to logic and reason, but he also knew how far more difficult it is to persuade men to disown the past.
154:6.9 (1722.5) Het is voor immer waar dat allen die denken dat zij verkeerd worden begrepen of niet worden gewaardeerd, in Jezus een meevoelende vriend en een begripvolle raadsman hebben. Hij had zijn apostelen gewaarschuwd dat de vijanden van een mens soms in zijn eigen huisgezin kunnen worden aangetroffen, maar hij had nauwelijks beseft dat deze voorspelling wel heel toepasselijk zou worden op zijn eigen ervaring. Jezus liet zijn aardse familie niet in de steek om het werk van zijn Vader te doen — zij lieten hem in de steek. Later, na de dood en opstanding van de Meester, toen Jakobus verbonden raakte met de vroege Christelijke beweging, leed hij onmetelijk ten gevolge van het feit dat hij geen deel had willen hebben in deze eerdere omgang met Jezus en zijn discipelen. 154:6.9 (1722.5) It is forever true that all who may think they are misunderstood or not appreciated have in Jesus a sympathizing friend and an understanding counselor. He had warned his apostles that a man’s foes may be they of his own household, but he had hardly realized how near this prediction would come to apply to his own experience. Jesus did not forsake his earth family to do his Father’s work—they forsook him. Later on, after the Master’s death and resurrection, when James became connected with the early Christian movement, he suffered immeasurably as a result of his failure to enjoy this earlier association with Jesus and his disciples.
154:6.10 (1723.1) Bij het doormaken van deze gebeurtenissen verkoos Jezus zich te laten leiden door het beperkte kennen van zijn menselijke bewustzijn. Hij wilde deze ervaring zuiver als mens, samen met zijn metgezellen, ondergaan. En Jezus was met zijn menselijke bewustzijn van plan zijn familie te zien voordat hij vertrok. Hij wilde niet midden in zijn toespraak ophouden en daarmee een publieke aangelegenheid maken van hun eerste ontmoeting na zo’n lange scheiding. Hij was van plan geweest zijn toespraak te beëindigen en daarna een gesprek met hen te hebben voordat hij vertrok, maar dit plan werd verijdeld door de samenloop van omstandigheden die zich direct daarna voordeed. 154:6.10 (1723.1) In passing through these events, Jesus chose to be guided by the limited knowledge of his human mind. He desired to undergo the experience with his associates as a mere man. And it was in the human mind of Jesus to see his family before he left. He did not wish to stop in the midst of his discourse and thus render their first meeting after so long a separation such a public affair. He had intended to finish his address and then have a visit with them before leaving, but this plan was thwarted by the conspiracy of events which immediately followed.
154:6.11 (1723.2) De haast van hun vlucht werd vergroot door de aankomst van een groep koeriers van David bij de achteringang van het huis van Zebedeüs. Deze mannen brachten zo’n opschudding teweeg, dat de apostelen bang werden dat deze nieuw aangekomenen hen kwamen arresteren en uit vrees ogenblikkelijk gevangen genomen te worden snelden zij de voordeur uit naar de wachtende boot. En dit vormt de verklaring voor het feit dat Jezus zijn familie, die op de achterveranda op hem wachtte, niet kon ontmoeten. 154:6.11 (1723.2) The haste of their flight was augmented by the arrival of a party of David’s messengers at the rear entrance of the Zebedee home. The commotion produced by these men frightened the apostles into thinking that these new arrivals might be their apprehenders, and in fear of immediate arrest, they hastened through the front entrance to the waiting boat. And all of this explains why Jesus did not see his family waiting on the back porch.
154:6.12 (1723.3) Tegen David Zebedeüs zei hij echter, toen hij op deze haastige vlucht in de boot stapte: ‘Zeg tegen mijn moeder en mijn broers dat ik hun komst op prijs stel en dat ik de bedoe- ling had hen te ontmoeten. Druk hen op het hart geen aanstoot aan mij te nemen, maar liever te zoeken naar kennis van de wil van God en naar genade en moed om die wil te doen.’ 154:6.12 (1723.3) But he did say to David Zebedee as he entered the boat in hasty flight: “Tell my mother and my brothers that I appreciate their coming, and that I intended to see them. Admonish them to find no offense in me but rather to seek for a knowledge of the will of God and for grace and courage to do that will.”
7. De haastige vlucht ^top 7. The Hasty Flight ^top
154:7.1 (1723.4) Zo gebeurde het op zondagmorgen, de tweeëntwintigste mei, a.d.29, dat Jezus met zijn twaalf apostelen en de twaalf evangelisten haastig op de vlucht ging voor de gerechtsdienaren van het Sanhedrin, die naar Betsaïda op weg waren om hem op gezag van Herodes Antipas te arresteren en naar Jeruzalem te brengen om daar terecht te staan op beschuldiging van godslastering en andere overtredingen van de heilige wetten van de Joden. Het was bijna half negen toen dit gezelschap van vijfentwintig man zich op deze mooie morgen aan de riemen zette om naar de oostoever van het meer van Galilea te roeien. 154:7.1 (1723.4) And so it was on this Sunday morning, the twenty-second of May, in the year a.d. 29, that Jesus, with his twelve apostles and the twelve evangelists, engaged in this hasty flight from the Sanhedrin officers who were on their way to Bethsaida with authority from Herod Antipas to arrest him and take him to Jerusalem for trial on charges of blasphemy and other violations of the sacred laws of the Jews. It was almost half past eight this beautiful morning when this company of twenty-five manned the oars and pulled for the eastern shore of the Sea of Galilee.
154:7.2 (1723.5) De boot van de Meester werd gevolgd door een kleiner vaartuig waarin zes van Davids koeriers zaten, die opdracht hadden in contact te blijven met Jezus en zijn metgezellen en te zorgen dat er geregeld berichten aangaande hun doen en laten en hun veiligheid werden gestuurd naar het huis van Zebedeüs te Betsaïda, dat gedurende enige tijd als hoofdkwartier van het werk voor het koninkrijk had gediend. Maar Jezus zou nooit meer zijn intrek nemen in het huis van Zebedeüs. Van nu af aan, gedurende zijn gehele verdere leven op aarde, had de Meester waarlijk ‘geen plaats om zijn hoofd neer te leggen.’ Hij had zelfs niet meer wat ook maar bij benadering een vast verblijf genoemd kon worden. 154:7.2 (1723.5) Following the Master’s boat was another and smaller craft, containing six of David’s messengers, who had instructions to maintain contact with Jesus and his associates and to see that information of their whereabouts and safety was regularly transmitted to the home of Zebedee in Bethsaida, which had served as headquarters for the work of the kingdom for some time. But Jesus was never again to make his home at the house of Zebedee. From now on, throughout the remainder of his earth life, the Master truly “had not where to lay his head.” No more did he have even the semblance of a settled abode.
154:7.3 (1723.6) Ze roeiden naar de overzijde tot dicht bij het dorp Keresa, lieten hun boot in de hoede van vrienden achter en begonnen aan de omzwervingen van dit veelbewogen laatste jaar van het leven van de Meester op aarde. Ze bleven enige tijd in het gebied van Filippus en gingen van Keresa naar Caesarea-Filippi, en vandaar trokken ze verder naar de kust van Fenicië. 154:7.3 (1723.6) They rowed over to near the village of Kheresa, put their boat in the custody of friends, and began the wanderings of this eventful last year of the Master’s life on earth. For a time they remained in the domains of Philip, going from Kheresa up to Caesarea-Philippi, thence making their way over to the coast of Phoenicia.
154:7.4 (1723.7) De menigte bleef nog enige tijd in de buurt van het huis van Zebedeüs om te zien hoe deze twee boten koerszetten over het meer naar de oostelijke oever, en ze waren al een goed eind op weg toen de gerechtsdienaren uit Jeruzalem haastig aankwamen en naar Jezus begonnen te zoeken. Zij weigerden te geloven dat hij hun ontsnapt was, en terwijl Jezus en zijn gezelschap door Batanea naar het noorden trok, brachten de Farizeeën en hun helpers bijna een volle week door in de buurt van Kafarnaüm, waar ze Jezus tevergeefs zochten. 154:7.4 (1723.7) The crowd lingered about the home of Zebedee watching these two boats make their way over the lake toward the eastern shore, and they were well started when the Jerusalem officers hurried up and began their search for Jesus. They refused to believe he had escaped them, and while Jesus and his party were journeying northward through Batanea, the Pharisees and their assistants spent almost a full week vainly searching for him in the neighborhood of Capernaum.
154:7.5 (1724.1) Jezus’ familie keerde terug naar hun huis in Kafarnaüm en bleef bijna een week bijeen om te praten, te debatteren en te bidden. Ze waren zeer verward en ontsteld. Ze hervonden hun gemoedsrust pas toen Ruth op donderdagmiddag terugkwam van een bezoek aan het huis van Zebedeüs, waar ze van David had gehoord dat haar vader-broer veilig en gezond was, en op weg naar de kust van Fenicië. 154:7.5 (1724.1) Jesus’ family returned to their home in Capernaum and spent almost a week in talking, debating, and praying. They were filled with confusion and consternation. They enjoyed no peace of mind until Thursday afternoon, when Ruth returned from a visit to the Zebedee house, where she learned from David that her father-brother was safe and in good health and making his way toward the Phoenician coast.