Verhandeling 74   Paper 74
Adam en Eva   Adam and Eve
74:0.1 (828.1) GEREKEND vanaf het jaar 1934 A.D. kwamen Adam en Eva 37.848 jaar geleden op Urantia aan. Het was halverwege het zomerseizoen en de Hof stond in volle bloei toen zij arriveerden. Onaangekondigd daalden midden op de dag de twee serafijnse transporten (vergezeld van de medewerkers uit Jerusem aan wie het transport van de biologische verheffers voor Urantia was toevertrouwd) langzaam neer op het oppervlak van de rondwentelende planeet, in de nabijheid van de tempel van de Universele Vader. Alle werkzaamheden voor de rematerialisatie van de lichamen van Adam en Eva werden uitgevoerd op het omsloten terrein van dit recent geschapen heiligdom. Vanaf het moment van hun aankomst gingen er tien dagen voorbij voordat zij waren herschapen in de tweevoudige menselijke vorm, om als de nieuwe bestuurders van de wereld te kunnen worden voorgesteld. Zij kwamen tegelijkertijd tot bewustzijn. Materiële Zonen en Dochters dienen altijd gezamenlijk. Te allen tijde en overal is het de essentie van hun dienstbetoon om nooit van elkaar te worden gescheiden. Zij zijn ontworpen om als paar te werken en slechts zelden functioneren zij alleen.   74:0.1 (828.1) ADAM AND EVE arrived on Urantia, from the year a.d. 1934, 37,848 years ago. It was in midseason when the Garden was in the height of bloom that they arrived. At high noon and unannounced, the two seraphic transports, accompanied by the Jerusem personnel intrusted with the transportation of the biologic uplifters to Urantia, settled slowly to the surface of the revolving planet in the vicinity of the temple of the Universal Father. All the work of rematerializing the bodies of Adam and Eve was carried on within the precincts of this newly created shrine. And from the time of their arrival ten days passed before they were re-created in dual human form for presentation as the world’s new rulers. They regained consciousness simultaneously. The Material Sons and Daughters always serve together. It is the essence of their service at all times and in all places never to be separated. They are designed to work in pairs; seldom do they function alone.
1. Adam en Eva op Jerusem ^top   1. Adam and Eve on Jerusem ^top
74:1.1 (828.2) De Planetaire Adam en Eva van Urantia waren leden van het hogere korps der Materiële Zonen op Jerusem en vormden gezamenlijk nummer 14.311. Zij behoorden tot de derde fysieke reeks en waren iets meer dan twee meter veertig lang.   74:1.1 (828.2) The Planetary Adam and Eve of Urantia were members of the senior corps of Material Sons on Jerusem, being jointly number 14,311. They belonged to the third physical series and were a little more than eight feet in height.
74:1.2 (828.3) Toen Adam werd gekozen om naar Urantia te komen, was hij met zijn gezellin werkzaam in de experimentele fysische laboratoria van Jerusem. Meer dan vijftienduizend jaar waren zij bestuurders geweest van de afdeling experimentele energie in haar toepassing bij de modificatie van levende gestalten. Lang voordien waren zij leraren geweest in de scholen voor burgerschap ten behoeve van de nieuw aangekomenen op Jerusem. Dit alles moet in gedachten worden gehouden bij het verslag van hun latere gedragingen op Urantia.   74:1.2 (828.3) At the time Adam was chosen to come to Urantia, he was employed, with his mate, in the trial-and-testing physical laboratories of Jerusem. For more than fifteen thousand years they had been directors of the division of experimental energy as applied to the modification of living forms. Long before this they had been teachers in the citizenship schools for new arrivals on Jerusem. And all this should be borne in mind in connection with the narration of their subsequent conduct on Urantia.
74:1.3 (828.4) Toen de proclamatie uitging waarbij vrijwilligers werden opgeroepen voor de opdracht van de Adamische onderneming op Urantia, meldde zich het gehele hogere korps Materiële Zonen en Dochters als vrijwilligers. De Melchizedek-examinatoren verkozen ten slotte, met goedkeuring van Lanaforge en van de Meest Verhevenen van Edentia, de Adam en Eva die later als de biologische verheffers op Urantia zouden functioneren.   74:1.3 (828.4) When the proclamation was issued calling for volunteers for the mission of Adamic adventure on Urantia, the entire senior corps of Material Sons and Daughters volunteered. The Melchizedek examiners, with the approval of Lanaforge and the Most Highs of Edentia, finally selected the Adam and Eve who subsequently came to function as the biologic uplifters of Urantia.
74:1.4 (828.5) Adam en Eva waren Michael trouw gebleven gedurende de rebellie van Lucifer, maar niettemin werd het paar opgeroepen om voor de Stelsel-Soeverein en zijn voltallige kabinet te verschijnen om ondervraagd en geïnstrueerd te worden. De bijzonderheden van de zaken van Urantia werden hun volledig ontvouwd; zij werden uitvoerig geïnstrueerd inzake de plannen die moesten worden gevolgd wanneer zij de verantwoordelijkheden van het bestuur op zo’n door strijd verscheurde wereld aanvaardden. Zij legden gezamenlijk een eed van trouw af aan de Meest Verhevenen van Edentia en aan Michael van Salvington. Er werd hun bovendien naar behoren geadviseerd zich ondergeschikt te beschouwen aan het Urantia-korps van Melchizedek-curatoren totdat dit bestuurslichaam het raadzaam zou achten afstand te doen van het bestuur over de hun toegewezen wereld.   74:1.4 (828.5) Adam and Eve had remained loyal to Michael during the Lucifer rebellion; nevertheless, the pair were called before the System Sovereign and his entire cabinet for examination and instruction. The details of Urantia affairs were fully presented; they were exhaustively instructed as to the plans to be pursued in accepting the responsibilities of rulership on such a strife-torn world. They were put under joint oaths of allegiance to the Most Highs of Edentia and to Michael of Salvington. And they were duly advised to regard themselves as subject to the Urantia corps of Melchizedek receivers until that governing body should see fit to relinquish rule on the world of their assignment.
74:1.5 (829.1) Dit paar uit Jerusem liet op de hoofdwereld van Satania en elders honderd nakomelingen achter, vijftig zonen en vijftig dochters, prachtige schepselen die waren ontkomen aan de valstrikken van de progressie en op het tijdstip van het vertrek van hun ouders naar Urantia allen waren aangesteld als betrouwbare administrateurs in vertrouwensposities in het universum. Zij waren allen aanwezig in de mooie tempel van de Materiële Zonen bij de afscheidsrituelen waarmee de laatste ceremoniën bij de aanvaarding van de opdracht tot zelfschenking gepaard gaan. Deze kinderen begeleidden hun ouders naar het hoofdkwartier van hun orde waar de dematerialisatie plaatsvindt en waren de laatsten die hen vaarwel zegden en goddelijke voorspoed toewensten toen zij in de slaap vielen waarbij de persoonlijkheid het bewustzijn verliest, vóór de voorbereiding voor het serafijns transport. De kinderen brachten samen enige tijd door op de plaats waar de familie gewoonlijk bijeenkwam en verheugden zich dat hun ouders spoedig de zichtbare leiders, en in werkelijkheid de enige bestuurders, zouden worden van planeet 606 van het Satania-stelsel.   74:1.5 (829.1) This Jerusem pair left behind them on the capital of Satania and elsewhere, one hundred offspring—fifty sons and fifty daughters—magnificent creatures who had escaped the pitfalls of progression, and who were all in commission as faithful stewards of universe trust at the time of their parents’ departure for Urantia. And they were all present in the beautiful temple of the Material Sons attendant upon the farewell exercises associated with the last ceremonies of the bestowal acceptance. These children accompanied their parents to the dematerialization headquarters of their order and were the last to bid them farewell and divine speed as they fell asleep in the personality lapse of consciousness which precedes the preparation for seraphic transport. The children spent some time together at the family rendezvous rejoicing that their parents were soon to become the visible heads, in reality the sole rulers, of planet 606 in the system of Satania.
74:1.6 (829.2) En zo verlieten Adam en Eva Jerusem te midden van de toejuichingen en goede wensen van haar burgers. Zij vertrokken naar hun nieuwe verantwoordelijkheden met voldoende uitrusting en volledige instructies inzake alle verplichtingen en gevaren waarmee zij op Urantia zouden worden geconfronteerd.   74:1.6 (829.2) And thus did Adam and Eve leave Jerusem amidst the acclaim and well-wishing of its citizens. They went forth to their new responsibilities adequately equipped and fully instructed concerning every duty and danger to be encountered on Urantia.
2. De aankomst van Adam en Eva ^top   2. Arrival of Adam and Eve ^top
74:2.1 (829.3) Adam en Eva vielen in slaap op Jerusem en toen zij ontwaakten in de tempel van de Vader op Urantia, in de tegenwoordigheid van de machtige menigte die zich had verzameld om hen te verwelkomen, stonden zij van aangezicht tot aangezicht met twee wezens van wie zij veel hadden gehoord, Van en zijn getrouwe medewerker Amadon. Deze twee helden van de Caligastia-secessie waren de eersten die hen verwelkomden in hun nieuwe verblijf in de Hof.   74:2.1 (829.3) Adam and Eve fell asleep on Jerusem, and when they awakened in the Father’s temple on Urantia in the presence of the mighty throng assembled to welcome them, they were face to face with two beings of whom they had heard much, Van and his faithful associate Amadon. These two heroes of the Caligastia secession were the first to welcome them in their new garden home.
74:2.2 (829.4) De taal van Eden was een Andonisch dialect zoals door Amadon werd gesproken. Van en Amadon hadden deze taal belangrijk verbeterd door een nieuw alfabet van vierentwintig letters te maken en zij hadden gehoopt dat dit de taal van Urantia zou worden wanneer de cultuur van Eden zich over de hele wereld zou verspreiden. Adam en Eva hadden zich dit menselijke dialect geheel eigengemaakt voordat zij van Jerusem vertrokken, zodat deze zoon van Andon zich door de verheven heerser van zijn wereld in zijn eigen taal hoorde toespre- ken.   74:2.2 (829.4) The tongue of Eden was an Andonic dialect as spoken by Amadon. Van and Amadon had markedly improved this language by creating a new alphabet of twenty-four letters, and they had hoped to see it become the tongue of Urantia as the Edenic culture would spread throughout the world. Adam and Eve had fully mastered this human dialect before they departed from Jerusem so that this son of Andon heard the exalted ruler of his world address him in his own tongue.
74:2.3 (829.5) Die dag heerste er in heel Eden grote opwinding en vreugde toen de renboden in grote haast naar de plek gingen waar de postduiven van heinde en ver waren bijeengebracht, en onderwijl riepen: ‘Laat de vogels los; laat ze de boodschap brengen dat de beloofde Zoon is gekomen.’ Jaar in jaar uit hadden honderden nederzettingen van aanhangers trouw de voorraad van deze tamme duiven op peil gehouden, juist voor deze gelegenheid.   74:2.3 (829.5) And on that day there was great excitement and joy throughout Eden as the runners went in great haste to the rendezvous of the carrier pigeons assembled from near and far, shouting: “Let loose the birds; let them carry the word that the promised Son has come.” Hundreds of believer settlements had faithfully, year after year, kept up the supply of these home-reared pigeons for just such an occasion.
74:2.4 (829.6) Naarmate het nieuws van de aankomst van Adam zich verspreidde, namen duizenden naburige stamleden de leer van Van en Amadon aan, terwijl er in Eden maandenlang pelgrims bleven binnenstromen om Adam en Eva te verwelkomen en hulde te betuigen aan hun onzienlijke Vader.   74:2.4 (829.6) As the news of Adam’s arrival spread abroad, thousands of the near-by tribesmen accepted the teachings of Van and Amadon, while for months and months pilgrims continued to pour into Eden to welcome Adam and Eve and to do homage to their unseen Father.
74:2.5 (829.7) Spoedig na hun ontwaken werden Adam en Eva begeleid naar de grote heuvel ten noorden van de tempel, voor hun formele ontvangst. Deze natuurlijke heuvel was vergroot en in gereedheid gebracht voor de inhuldiging van de nieuwe regeerders van de wereld. Hier, op het middaguur, verwelkomde het ontvangstcomité van Urantia deze Zoon en Dochter van het Satania-stelsel. Amadon was voorzitter van dit comité van twaalf leden, waaronder een vertegenwoordiger van elk der zes Sangik-rassen; het waarnemend hoofd van de middenwezens; Annan, een toegewijde dochter en woordvoerster van de Nodieten; Noach, de zoon van de architect en bouwer van de Hof en uitvoerder van de ontwerpen van zijn gestorven vader; en de twee hier residerende Levendragers.   74:2.5 (829.7) Soon after their awakening, Adam and Eve were escorted to the formal reception on the great mound to the north of the temple. This natural hill had been enlarged and made ready for the installation of the world’s new rulers. Here, at noon, the Urantia reception committee welcomed this Son and Daughter of the system of Satania. Amadon was chairman of this committee, which consisted of twelve members embracing a representative of each of the six Sangik races; the acting chief of the midwayers; Annan, a loyal daughter and spokesman for the Nodites; Noah, the son of the architect and builder of the Garden and executive of his deceased father’s plans; and the two resident Life Carriers.
74:2.6 (830.1) De volgende handeling was de overdracht door de senior Melchizedek, het hoofd van de raad der curatoren op Urantia, van de verantwoordelijkheid voor de hoede over de planeet aan Adam en Eva. De Materiële Zoon en Dochter legden de eed van trouw af aan de Meest Verhevenen van Norlatiadek en aan Michael van Nebadon en werden tot regeerders over Urantia uitgeroepen door Van, die hierbij afstand deed van het gezag dat hij had waargenomen en meer dan honderdvijftigduizend jaar lang had uitgeoefend krachtens het besluit van de Melchizedek-curatoren.   74:2.6 (830.1) The next act was the delivery of the charge of planetary custody to Adam and Eve by the senior Melchizedek, chief of the council of receivership on Urantia. The Material Son and Daughter took the oath of allegiance to the Most Highs of Norlatiadek and to Michael of Nebadon and were proclaimed rulers of Urantia by Van, who thereby relinquished the titular authority which for over one hundred and fifty thousand years he had held by virtue of the action of the Melchizedek receivers.
74:2.7 (830.2) Adam en Eva werden bij deze gelegenheid, het moment van hun formele inhuldiging als bestuurders van de wereld, bekleed met koninklijke gewaden. Niet alle kunst van Dalamatia was voor de wereld verloren gegaan; de weefkunst werd in de tijd van Eden nog steeds uitgeoefend.   74:2.7 (830.2) And Adam and Eve were invested with kingly robes on this occasion, the time of their formal induction into world rulership. Not all of the arts of Dalamatia had been lost to the world; weaving was still practiced in the days of Eden.
74:2.8 (830.3) Daarna werd naar de proclamatie van de aartsengelen geluisterd en naar de stem van Gabriël toen deze het tweede beoordelingsappèl van Urantia afkondigde, en de opstanding van de slapende overlevenden van de tweede dispensatie van genade en barmhartigheid op 606 van Satania. De dispensatie van de Vorst is voorbij, het tijdperk van Adam, het derde planetaire tijdvak, vangt aan met tonelen van eenvoudige pracht, en de nieuwe regeerders van Urantia beginnen hun bewind onder ogenschijnlijk gunstige omstandigheden, niettegenstaande de wereldwijde verwarring die is teweeggebracht door het gebrek aan medewerking van de zijde van de planetaire gezagsdrager die hen was voorgegaan.   74:2.8 (830.3) Then was heard the archangels’ proclamation, and the broadcast voice of Gabriel decreed the second judgment roll call of Urantia and the resurrection of the sleeping survivors of the second dispensation of grace and mercy on 606 of Satania. The dispensation of the Prince has passed; the age of Adam, the third planetary epoch, opens amidst scenes of simple grandeur; and the new rulers of Urantia start their reign under seemingly favorable conditions, notwithstanding the world-wide confusion occasioned by lack of the co-operation of their predecessor in authority on the planet.
3. Adam en Eva leren de planeet kennen ^top   3. Adam and Eve Learn About the Planet ^top
74:3.1 (830.4) Nu, na hun formele installatie, werden Adam en Eva zich pijnlijk bewust van hun planetaire isolement. De vertrouwde nieuwsuitzendingen waren verstomd en alle circuits van buitenplanetaire verbindingen ontbraken. Hun metgezellen op Jerusem waren naar werelden gegaan die zich zonder problemen ontwikkelden, met een goed ingewerkte Planetaire Vorst en een ervaren staf die gereed stonden om hen te ontvangen en in staat waren om met hen samen te werken gedurende hun eerste belevenissen op deze werelden. Op Urantia had de opstand echter alles veranderd. Hier was de Planetaire Vorst zeer nadrukkelijk aanwezig en, hoewel hem zijn macht om kwaad te doen grotendeels was ontnomen, was hij toch in staat de taak van Adam en Eva te bemoeilijken en tot op zekere hoogte in gevaar te brengen. Door de Hof wandelden die nacht, in het schijnsel van de volle maan, een ernstig gestemde en ontgoochelde Zoon en Dochter van Jerusem, sprekend over plannen voor de volgende dag.   74:3.1 (830.4) And now, after their formal installation, Adam and Eve became painfully aware of their planetary isolation. Silent were the familiar broadcasts, and absent were all the circuits of extraplanetary communication. Their Jerusem fellows had gone to worlds running along smoothly with a well-established Planetary Prince and an experienced staff ready to receive them and competent to co-operate with them during their early experience on such worlds. But on Urantia rebellion had changed everything. Here the Planetary Prince was very much present, and though shorn of most of his power to work evil, he was still able to make the task of Adam and Eve difficult and to some extent hazardous. It was a serious and disillusioned Son and Daughter of Jerusem who walked that night through the Garden under the shining of the full moon, discussing plans for the next day.
74:3.2 (830.5) Zo eindigde de eerste dag van Adam en Eva op Urantia, de geïsoleerde en door het verraad van Caligastia verwarde planeet; zij wandelden en spraken dan ook tot diep in de nacht, hun eerste nacht op aarde. Zeer eenzaam voelden zij zich.   74:3.2 (830.5) Thus ended the first day of Adam and Eve on isolated Urantia, the confused planet of the Caligastia betrayal; and they walked and talked far into the night, their first night on earth—and it was so lonely.
74:3.3 (830.6) Adam bracht zijn tweede dag op aarde door in een vergadering met de planetaire curatoren en de adviesraad. Van de Melchizedeks en hun medewerkers kwamen Adam en Eva meer bijzonderheden te weten over de opstand van Caligastia en over het gevolg van die omwenteling voor de vooruitgang van de wereld. Over het geheel genomen was het een ontmoedigend verhaal, dit lange verslag over het wanbeheer van de zaken van deze wereld. Zij vernamen alle feiten aangaande de volledige ineenstorting van de plannen van Caligastia om het proces van de sociale evolutie te versnellen. Zij werden zich ook ten volle bewust van de dwaasheid om te trachten vooruitgang op de planeet te bereiken los van het goddelijke ontwikkelingsplan. En zo eindigde een droeve dag waarin hun echter veel duidelijk was geworden — hun tweede dag op Urantia.   74:3.3 (830.6) Adam’s second day on earth was spent in session with the planetary receivers and the advisory council. From the Melchizedeks, and their associates, Adam and Eve learned more about the details of the Caligastia rebellion and the result of that upheaval upon the world’s progress. And it was, on the whole, a disheartening story, this long recital of the mismanagement of world affairs. They learned all the facts regarding the utter collapse of the Caligastia scheme for accelerating the process of social evolution. They also arrived at a full realization of the folly of attempting to achieve planetary advancement independently of the divine plan of progression. And thus ended a sad but enlightening day—their second on Urantia.
74:3.4 (831.1) De derde dag werd gewijd aan een bezichtiging van de Hof. Terwijl zij boven deze schoonste plek op aarde door de lucht werden gedragen, keken Adam en Eva vanaf de grote passagiersvogels — de fandors — neer op de uitgestrekte terreinen van de Hof. Deze dag van bezichtiging eindigde met een enorm banket ter ere van allen die zich hadden ingespannen om deze hof van Edenische schoonheid en pracht te creëren. En opnieuw wandelden de Zoon en zijn gezellin tot laat in de nacht van hun derde dag door de Hof en spraken zij over de immensiteit van hun opgaven.   74:3.4 (831.1) The third day was devoted to an inspection of the Garden. From the large passenger birds—the fandors—Adam and Eve looked down upon the vast stretches of the Garden while being carried through the air over this, the most beautiful spot on earth. This day of inspection ended with an enormous banquet in honor of all who had labored to create this garden of Edenic beauty and grandeur. And again, late into the night of their third day, the Son and his mate walked in the Garden and talked about the immensity of their problems.
74:3.5 (831.2) Op de vierde dag spraken Adam en Eva tot de in de Hof verzamelden. Vanaf de heuvel van hun inauguratie spraken zij tot de mensen over hun plannen voor het herstel van de wereld en schetsten zij de methoden waarmee zij wilden proberen de sociale beschaving van Urantia te verheffen boven het lage peil waartoe zij ten gevolge van zonde en rebellie was gezonken. Dit was een grote dag, die werd besloten met een feest voor de raad van de mannen en vrouwen die waren geselecteerd om verantwoordelijkheden te aanvaarden in het nieuwe bestuur van de wereldzaken. Let op! er waren zowel vrouwen als mannen in deze groep, en dit was de eerste keer sinds de tijd van Dalamatia dat zoiets op aarde was gebeurd. Het was een verbazingwekkende vernieuwing om Eva, een vrouw, te aanschouwen die de eer en de verantwoordelijkheid voor de zaken van de wereld deelde met een man. En zo eindigde hun vierde dag op aarde.   74:3.5 (831.2) On the fourth day Adam and Eve addressed the Garden assembly. From the inaugural mount they spoke to the people concerning their plans for the rehabilitation of the world and outlined the methods whereby they would seek to redeem the social culture of Urantia from the low levels to which it had fallen as a result of sin and rebellion. This was a great day, and it closed with a feast for the council of men and women who had been selected to assume responsibilities in the new administration of world affairs. Take note! women as well as men were in this group, and that was the first time such a thing had occurred on earth since the days of Dalamatia. It was an astounding innovation to behold Eve, a woman, sharing the honors and responsibilities of world affairs with a man. And thus ended the fourth day on earth.
74:3.6 (831.3) De vijfde dag werd benut voor de vorming van de tijdelijke regering, het bestuur dat zou functioneren tot de Melchizedek-curatoren Urantia zouden verlaten.   74:3.6 (831.3) The fifth day was occupied with the organization of the temporary government, the administration which was to function until the Melchizedek receivers should leave Urantia.
74:3.7 (831.4) De zesde dag werd gewijd aan een inspectie van de talrijke soorten mensen en dieren. De gehele dag werden Adam en Eva langs de muren in het oosten van Eden geleid om de dieren te zien die op de planeet leefden, zodat zij meer inzicht kregen in wat er moest worden gedaan om orde te scheppen in de wanorde op een wereld die door zo’n verscheidenheid van levende schepselen werd bewoond.   74:3.7 (831.4) The sixth day was devoted to an inspection of the numerous types of men and animals. Along the walls eastward in Eden, Adam and Eve were escorted all day, viewing the animal life of the planet and arriving at a better understanding as to what must be done to bring order out of the confusion of a world inhabited by such a variety of living creatures.
74:3.8 (831.5) Degenen die Adam op deze tocht vergezelden waren zeer verrast toen zij zagen hoe volledig hij de natuur en de functie begreep van de vele duizenden dieren die hem werden getoond. Zodra hij naar een dier keek, kon hij de aard en het gedrag ervan aangeven. Adam kon bij de eerste aanblik alle materiële schepselen namen geven die hun oorsprong, natuur en functie beschreven. Zij die hem op deze inspectietocht geleidden, wisten niet dat de nieuwe regeerder van de wereld een van de deskundigste anatomen was van heel Satania; bovendien was Eva al even deskundig. Adam verbaasde zijn metgezellen met beschrijvingen van menigten levende wezens die te klein zijn om met het menselijk oog gezien te kunnen worden.   74:3.8 (831.5) It greatly surprised those who accompanied Adam on this trip to observe how fully he understood the nature and function of the thousands upon thousands of animals shown him. The instant he glanced at an animal, he would indicate its nature and behavior. Adam could give names descriptive of the origin, nature, and function of all material creatures on sight. Those who conducted him on this tour of inspection did not know that the world’s new ruler was one of the most expert anatomists of all Satania; and Eve was equally proficient. Adam amazed his associates by describing hosts of living things too small to be seen by human eyes.
74:3.9 (831.6) Toen de zesde dag van hun verblijf op aarde voorbij was, rustten Adam en Eva voor de eerste maal uit in hun nieuwe woning ‘in het oosten van Eden.’ De eerste zes dagen van het avontuur op Urantia waren zeer druk bezet geweest en zij zagen met groot genoegen uit naar een dag die geheel vrij zou zijn van alle activiteiten.   74:3.9 (831.6) When the sixth day of their sojourn on earth was over, Adam and Eve rested for the first time in their new home in “the east of Eden.” The first six days of the Urantia adventure had been very busy, and they looked forward with great pleasure to an entire day of freedom from all activities.
74:3.10 (831.7) De omstandigheden legden hun echter iets anders op. De ervaring van de dag die juist voorbij was en waarop Adam zo intelligent en grondig het dierenleven van Urantia had besproken, alsmede zijn meesterlijke installatie-rede en zijn innemende manieren, hadden het hart van de bewoners van de Hof zozeer veroverd en hun verstand zozeer geïmponeerd, dat zij niet alleen van ganser harte bereid waren de nieuw aangekomen Zoon en Dochter van Jerusem als regeerders te aanvaarden, maar dat de meesten van hen op het punt stonden zich ter aarde te werpen en hen als goden te aanbidden.   74:3.10 (831.7) But circumstances dictated otherwise. The experience of the day just past in which Adam had so intelligently and so exhaustively discussed the animal life of Urantia, together with his masterly inaugural address and his charming manner, had so won the hearts and overcome the intellects of the Garden dwellers that they were not only wholeheartedly disposed to accept the newly arrived Son and Daughter of Jerusem as rulers, but the majority were about ready to fall down and worship them as gods.
4. De eerste opschudding ^top   4. The First Upheaval ^top
74:4.1 (832.1) Die nacht, de nacht na de zesde dag, gebeurden er, terwijl Adam en Eva sluimerden, vreemde dingen in de buurt van de tempel van de Vader in de centrale sector van Eden. Beschenen door het zachte licht van de maan luisterden daar honderden enthousiaste, opgewonden mannen en vrouwen urenlang naar de gloedvolle betogen van hun leiders. Zij bedoelden het goed, maar zij konden de eenvoud van de broederlijke, democratische wijze van optreden van hun nieuwe regeerders eenvoudig niet begrijpen. Lang voor het aanbreken van de dag kwamen de nieuwe, tijdelijke bestuurders van de wereldzaken bijna unaniem tot de conclusie dat Adam en zijn gezellin veel te bescheiden en pretentieloos waren. Zij waren van oordeel dat Goddelijkheid in lichamelijke vorm op aarde was neergedaald, dat Adam en Eva in feite goden waren of anders deze goddelijke staat zo nabij waren, dat hun eerbiedige aanbidding toekwam.   74:4.1 (832.1) That night, the night following the sixth day, while Adam and Eve slumbered, strange things were transpiring in the vicinity of the Father’s temple in the central sector of Eden. There, under the rays of the mellow moon, hundreds of enthusiastic and excited men and women listened for hours to the impassioned pleas of their leaders. They meant well, but they simply could not understand the simplicity of the fraternal and democratic manner of their new rulers. And long before daybreak the new and temporary administrators of world affairs reached a virtually unanimous conclusion that Adam and his mate were altogether too modest and unassuming. They decided that Divinity had descended to earth in bodily form, that Adam and Eve were in reality gods or else so near such an estate as to be worthy of reverent worship.
74:4.2 (832.2) De verbazingwekkende gebeurtenissen van de eerste zes dagen van Adam en Eva op aarde waren veel te veel voor het onvoorbereide denken van zelfs de beste mensen van deze wereld; het duizelde hun en zij werden meegesleept door het voorstel om het edele paar midden op de dag naar de tempel van de Vader te brengen, opdat eenieder zich zou kunnen nederbuigen in eerbiedige aanbidding en zich in nederige onderdanigheid ter aarde zou kunnen werpen. De bewoners van de Hof waren in dit alles werkelijk oprecht.   74:4.2 (832.2) The amazing events of the first six days of Adam and Eve on earth were entirely too much for the unprepared minds of even the world’s best men; their heads were in a whirl; they were swept along with the proposal to bring the noble pair up to the Father’s temple at high noon in order that everyone might bow down in respectful worship and prostrate themselves in humble submission. And the Garden dwellers were really sincere in all of this.
74:4.3 (832.3) Van protesteerde. Amadon was afwezig, want hij voerde het bevel over de erewacht die gedurende de nacht bij Adam en Eva was achtergebleven. Maar de bezwaren van Van werden terzijde geschoven. Hij kreeg te horen dat hij eveneens te bescheiden was, te pretentieloos; dat hijzelf bijna een god was, hoe had hij anders zo lang op aarde kunnen leven en hoe had hij zo’n grote gebeurtenis als de komst van Adam kunnen bewerkstelligen? Toen de opgewonden Edenieten op het punt stonden de hand op hem te leggen en hem de berg op te brengen om hem te aanbidden, baande Van zich een weg door de menigte heen, en aangezien hij in staat was met de middenwezens te communiceren, zond hij hun leider met grote spoed naar Adam.   74:4.3 (832.3) Van protested. Amadon was absent, being in charge of the guard of honor which had remained behind with Adam and Eve overnight. But Van’s protest was swept aside. He was told that he was likewise too modest, too unassuming; that he was not far from a god himself, else how had he lived so long on earth, and how had he brought about such a great event as the advent of Adam? And as the excited Edenites were about to seize him and carry him up to the mount for adoration, Van made his way out through the throng and, being able to communicate with the midwayers, sent their leader in great haste to Adam.
74:4.4 (832.4) Het was tegen de dageraad van hun zevende dag op aarde dat Adam en Eva het alarmerende nieuws van het voorstel van deze goedwillende, doch misleide stervelingen hoorden; en terwijl de passagiersvogels nog snel naar hen toevlogen om hen naar de tempel brengen, transporteerden de middenwezens, die zulke dingen kunnen doen, Adam en Eva al naar de tempel van de Vader. Het was vroeg in de morgen van deze zevende dag dat Adam vanaf de heuvel waarop zij zo kort geleden officieel waren verwelkomd, nu een toespraak hield om de orden van goddelijk zoonschap uit te leggen en om deze aardse gemoederen duidelijk te maken dat alleen de Vader en degenen die de Vader hij daartoe aanwijst, mogen worden aanbeden. Adam verklaarde ronduit dat hij alle eerbetoon zou accepteren en alle respect wilde aanvaarden, maar aanbidding nooit!   74:4.4 (832.4) It was near the dawn of their seventh day on earth that Adam and Eve heard the startling news of the proposal of these well-meaning but misguided mortals; and then, even while the passenger birds were swiftly winging to bring them to the temple, the midwayers, being able to do such things, transported Adam and Eve to the Father’s temple. It was early on the morning of this seventh day and from the mount of their so recent reception that Adam held forth in explanation of the orders of divine sonship and made clear to these earth minds that only the Father and those whom he designates may be worshiped. Adam made it plain that he would accept any honor and receive all respect, but worship never!
74:4.5 (832.5) Dit was een gewichtige dag, en vlak voor het middaguur, ongeveer op het tijdstip dat de serafijnse boodschapper arriveerde met het bericht uit Jerusem waarbij de installatie van de regeerders van de wereld werd bevestigd, maakten Adam en Eva zich los uit de menigte, wezen naar de tempel van de Vader en zeiden: ‘Gaan jullie nu naar het materiële embleem van de onzichtbare tegenwoordigheid van de Vader, en buig je neer in aanbidding voor hem die ons allen gemaakt heeft en ons in leven houdt. En laat deze handeling de oprechte gelofte zijn dat jullie je nooit weer zult laten verleiden om iemand anders dan God te aanbidden.’ Zij deden allen zoals Adam aangaf. De Materiële Zoon en Dochter stonden met gebogen hoofd alleen op de heuvel, terwijl de mensen zich rond de tempel ter aarde wierpen.   74:4.5 (832.5) It was a momentous day, and just before noon, about the time of the arrival of the seraphic messenger bearing the Jerusem acknowledgment of the installation of the world’s rulers, Adam and Eve, moving apart from the throng, pointed to the Father’s temple and said: “Go you now to the material emblem of the Father’s invisible presence and bow down in worship of him who made us all and who keeps us living. And let this act be the sincere pledge that you never will again be tempted to worship anyone but God.” They all did as Adam directed. The Material Son and Daughter stood alone on the mount with bowed heads while the people prostrated themselves about the temple.
74:4.6 (832.6) En dit was de oorsprong van de traditie van de Sabbatdag. In Eden was de zevende dag altijd gewijd aan de samenkomst bij de tempel op het middaguur; het was lange tijd de gewoonte deze dag te wijden aan zelfontplooiing. De ochtend werd besteed aan lichamelijke ontwikkeling, het middaguur was gewijd aan geestelijke aanbidding, de namiddag aan intellectuele ontwikkeling, terwijl de avond werd doorgebracht in vreugdevol samenzijn. Dit is nooit een wet geweest in Eden, maar het was de gewoonte zolang het Adamische bestuur op aarde standhield.   74:4.6 (832.6) And this was the origin of the Sabbath-day tradition. Always in Eden the seventh day was devoted to the noontide assembly at the temple; long it was the custom to devote this day to self-culture. The forenoon was devoted to physical improvement, the noontime to spiritual worship, the afternoon to mind culture, while the evening was spent in social rejoicing. This was never the law in Eden, but it was the custom as long as the Adamic administration held sway on earth.
5. Het bestuur van Adam ^top   5. Adam’s Administration ^top
74:5.1 (833.1) Gedurende bijna zeven jaar na de komst van Adam bleven de Melchizedek-curatoren nog in functie, maar ten slotte was de tijd daar dat zij het bestuur van de wereldzaken overdroegen aan Adam, en naar Jerusem terugkeerden.   74:5.1 (833.1) For almost seven years after Adam’s arrival the Melchizedek receivers remained on duty, but the time finally came when they turned the administration of world affairs over to Adam and returned to Jerusem.
74:5.2 (833.2) Het afscheid van de curatoren nam een gehele dag in beslag en in de avond gaf elk der Melchizedeks aan Adam en Eva zijn laatste advies en zijn beste wensen. Adam had zijn raadgevers verscheidene malen verzocht bij hem op aarde te blijven, maar steeds waren deze verzoeken afgewezen. De tijd was gekomen dat de Materiële Zonen de volle verantwoordelijkheid op zich moesten nemen voor het bestuur van de zaken van de wereld. Te middernacht verlieten de serafijnse transporten van Satania aldus de planeet met veertien wezens die zij naar Jerusem brachten, want het overbrengen van Van en Amadon vond tegelijk plaats met het vertrek van de twaalf Melchizedeks.   74:5.2 (833.2) The farewell of the receivers occupied the whole of a day, and during the evening the individual Melchizedeks gave Adam and Eve their parting advice and best wishes. Adam had several times requested his advisers to remain on earth with him, but always were these petitions denied. The time had come when the Material Sons must assume full responsibility for the conduct of world affairs. And so, at midnight, the seraphic transports of Satania left the planet with fourteen beings for Jerusem, the translation of Van and Amadon occurring simultaneously with the departure of the twelve Melchizedeks.
74:5.3 (833.3) Een tijdlang verliep alles redelijk goed op Urantia en het leek erop dat Adam uiteindelijk in staat zou zijn een plan te ontwikkelen om de beschaving van Eden geleidelijk verder te verbreiden. Overeenkomstig de raad van de Melchizedeks begon hij het handwerk en de kunstnijverheid aan te moedigen, met de idee om handelsrelaties aan te knopen met de buitenwereld. Toen Eden uiteenviel, functioneerden er meer dan honderd primitieve werkplaatsen en waren er uitgebreide handelsrelaties met naburige stammen aangeknoopt.   74:5.3 (833.3) All went fairly well for a time on Urantia, and it appeared that Adam would, eventually, be able to develop some plan for promoting the gradual extension of the Edenic civilization. Pursuant to the advice of the Melchizedeks, he began to foster the arts of manufacture with the idea of developing trade relations with the outside world. When Eden was disrupted, there were over one hundred primitive manufacturing plants in operation, and extensive trade relations with the near-by tribes had been established.
74:5.4 (833.4) Eeuwenlang waren Adam en Eva geïnstrueerd in de methode tot verbeteren van een wereld die gereed was voor hun speciale bijdragen aan de vooruitgang van de evoluerende civilisatie; nu echter stonden zij oog in oog met dringende problemen zoals het vestigen van orde en gezag in een wereld van wilden, barbaren en half-geciviliseerde mensen. Afgezien van de fine fleur van de bevolking van de aarde die zich in de Hof had verzameld, waren er maar enkele groepen, hier en daar verspreid, die ook maar enigszins bereid waren de Adamische cultuur te aanvaarden.   74:5.4 (833.4) For ages Adam and Eve had been instructed in the technique of improving a world in readiness for their specialized contributions to the advancement of evolutionary civilization; but now they were face to face with pressing problems, such as the establishment of law and order in a world of savages, barbarians, and semicivilized human beings. Aside from the cream of the earth’s population, assembled in the Garden, only a few groups, here and there, were at all ready for the reception of the Adamic culture.
74:5.5 (833.5) Adam deed heldhaftige en vastberaden pogingen een wereldbestuur te vestigen, doch bij iedere stap stuitte hij op koppige weerstand. In heel Eden had Adam reeds een systeem van groepscontrole ingesteld en al deze groepen verenigd in het verbond van Eden. Er ontstonden echter moeilijkheden, ernstige moeilijkheden, toen hij de Hof uitging en trachtte deze ideeën toe te passen op stammen daarbuiten. Zodra de medewerkers van Adam buiten de Hof begonnen te werken, ontmoetten zij regelrechte, weloverwogen tegenstand van Caligastia en Daligastia. De gevallen Vorst was afgezet als wereldregeerder, maar hij was niet van de planeet verwijderd. Hij was nog steeds op aarde en in staat, althans tot op zekere hoogte, om alle plannen van Adam voor de rehabilitatie van de menselijke samenleving tegen te werken. Adam trachtte de rassen tegen Caligastia te waarschuwen, doch deze opgave werd zeer bemoeilijkt doordat zijn aartsvijand voor de ogen van stervelingen onzichtbaar was.   74:5.5 (833.5) Adam made a heroic and determined effort to establish a world government, but he met with stubborn resistance at every turn. Adam had already put in operation a system of group control throughout Eden and had federated all of these companies into the Edenic league. But trouble, serious trouble, ensued when he went outside the Garden and sought to apply these ideas to the outlying tribes. The moment Adam’s associates began to work outside the Garden, they met the direct and well-planned resistance of Caligastia and Daligastia. The fallen Prince had been deposed as world ruler, but he had not been removed from the planet. He was still present on earth and able, at least to some extent, to resist all of Adam’s plans for the rehabilitation of human society. Adam tried to warn the races against Caligastia, but the task was made very difficult because his archenemy was invisible to the eyes of mortals.
74:5.6 (833.6) Zelfs onder de Edenieten waren er verwarde geesten die overhelden tot Caligastia’s leer van de ongebreidelde persoonlijke vrijheid; zij bezorgden Adam dan ook eindeloos veel problemen: steeds verstoorden zij de best opgezette plannen voor ordelijke vooruitgang en substantiële ontwikkeling. Hij zag zich ten slotte gedwongen zijn programma voor de rechtstreekse socialisatie in te trekken; hij viel terug op de organisatiemethode van Van, waarbij de Edenieten werden verdeeld in groepen van honderd, ieder met een kapitein aan het hoofd en met luitenants die verantwoordelijk waren voor iedere groep van tien.   74:5.6 (833.6) Even among the Edenites there were those confused minds that leaned toward the Caligastia teaching of unbridled personal liberty; and they caused Adam no end of trouble; always were they upsetting the best-laid plans for orderly progression and substantial development. He was finally compelled to withdraw his program for immediate socialization; he fell back on Van’s method of organization, dividing the Edenites into companies of one hundred with captains over each and with lieutenants in charge of groups of ten.
74:5.7 (834.1) Adam en Eva waren gekomen om een representatieve bestuursvorm in te stellen in de plaats van monarchaal bestuur, maar zij vonden op de gehele aarde geen bestuur dat die naam waard was. Voorlopig zag Adam af van iedere poging om een representatief bestuur in te stellen en vóór de ineenstorting van het regime van Eden slaagde hij erin daarbuiten bijna honderd handels- en sociale centra te vestigen, waar krachtige persoonlijkheden in zijn naam het bewind voerden. De meeste van deze centra waren vroeger door Van en Amadon georganiseerd.   74:5.7 (834.1) Adam and Eve had come to institute representative government in the place of monarchial, but they found no government worthy of the name on the face of the whole earth. For the time being Adam abandoned all effort to establish representative government, and before the collapse of the Edenic regime he succeeded in establishing almost one hundred outlying trade and social centers where strong individuals ruled in his name. Most of these centers had been organized aforetime by Van and Amadon.
74:5.8 (834.2) Het zenden van gezanten van de ene stam naar de andere dateert van de tijd van Adam. Dit was een grote stap vooruit in de evolutie van het bestuur.   74:5.8 (834.2) The sending of ambassadors from one tribe to another dates from the times of Adam. This was a great forward step in the evolution of government.
6. Het huiselijk leven van Adam en Eva ^top   6. Home Life of Adam and Eve ^top
74:6.1 (834.3) Het terrein waar Adam en zijn familie woonden besloeg ongeveer dertien vierkante kilometer. Direct rondom dit terrein waren voorzieningen getroffen ten behoeve van meer dan driehonderdduizend directe nakomelingen. Alleen het eerste deel van de ontworpen gebouwen werd echter ooit gebouwd. Al voordat de omvang van de Adamische familie te groot was geworden voor deze eerste voorzieningen, was het gehele plan voor Eden verstoord en de Hof ontruimd.   74:6.1 (834.3) The Adamic family grounds embraced a little over five square miles. Immediately surrounding this homesite, provision had been made for the care of more than three hundred thousand of the pure-line offspring. But only the first unit of the projected buildings was ever constructed. Before the size of the Adamic family outgrew these early provisions, the whole Edenic plan had been disrupted and the Garden vacated.
74:6.2 (834.4) Adamszoon was de eerstgeborene van het violette ras op Urantia, gevolgd door zijn zuster, en door Evaszoon, de tweede zoon van Adam en Eva. Eva was de moeder van vijf kinderen voordat de Melchizedeks vertrokken — drie zonen en twee dochters. De volgende nakomelingen waren tweelingen. Vóór de nalatigheid baarde zij drieënzestig kinderen, tweeëndertig dochters en eenendertig zonen. Toen Adam en Eva de Hof verlieten, bestond hun familie uit vier generaties die 1647 directe afstammelingen telden. Zij kregen tweeënveertig kinderen na het verlaten van de Hof, naast de twee nakomelingen uit de verbintenissen met leden van het sterfelijke aardse ras. En dit aantal omvat niet de nakomelingen uit de verbintenissen van Adam met de Nodieten en de evolutionaire rassen.   74:6.2 (834.4) Adamson was the first-born of the violet race of Urantia, being followed by his sister and Eveson, the second son of Adam and Eve. Eve was the mother of five children before the Melchizedeks left—three sons and two daughters. The next two were twins. She bore sixty-three children, thirty-two daughters and thirty-one sons, before the default. When Adam and Eve left the Garden, their family consisted of four generations numbering 1,647 pure-line descendants. They had forty-two children after leaving the Garden besides the two offspring of joint parentage with the mortal stock of earth. And this does not include the Adamic parentage to the Nodite and evolutionary races.
74:6.3 (834.5) De Adamische kinderen dronken geen melk van dieren wanneer zij, een jaar oud, niet langer aan de moederborst werden gevoed. Eva beschikte over de melk van een grote verscheidenheid aan noten en sappen uit vele vruchten, en daar zij de chemische samenstelling en de energie van deze voedselstoffen zeer goed kende, combineerde zij deze tot geschikte voeding voor haar kinderen totdat ze tanden kregen.   74:6.3 (834.5) The Adamic children did not take milk from animals when they ceased to nurse the mother’s breast at one year of age. Eve had access to the milk of a great variety of nuts and to the juices of many fruits, and knowing full well the chemistry and energy of these foods, she suitably combined them for the nourishment of her children until the appearance of teeth.
74:6.4 (834.6) Terwijl het koken algemeen gebruikelijk was buiten de directe Adamische sector van Eden, werd er niet gekookt in de huishouding van Adam. Zij vonden hun voedsel — vruchten, noten en granen — al voor hen bereid terwijl ze rijpten. Zij aten eenmaal per dag, kort na het middaguur. Adam en Eva absorbeerden ook rechtstreeks ‘licht en energie’ van bepaalde uitstralingen in de ruimte in combinatie met de bijstand die hen door de boom des levens werd geboden.   74:6.4 (834.6) While cooking was universally employed outside of the immediate Adamic sector of Eden, there was no cooking in Adam’s household. They found their foods—fruits, nuts, and cereals—ready prepared as they ripened. They ate once a day, shortly after noontime. Adam and Eve also imbibed “light and energy” direct from certain space emanations in conjunction with the ministry of the tree of life.
74:6.5 (834.7) Het lichaam van Adam en Eva straalde een flauw lichtschijnsel uit, doch zij droegen altijd kleding, naar de gewoonte van hun medewerkers. Hoewel zij overdag zeer weinig kleding droegen, deden ze bij het vallen van de duisternis omslagdoeken om voor de avond. De oorsprong van het traditionele aureool dat de hoofden van vermeend vrome en heilige mensen omringt, dateert uit de tijd van Adam en Eva. Aangezien de uitstraling van hun lichaam grotendeels werd verborgen door hun kleding, was alleen de stralende glans van hun hoofden waarneembaar. De afstammelingen van Adamszoon hebben steeds op deze wijze hun opvatting uitgebeeld van individuen die zij buitengewoon geestelijk ontwikkeld achtten.   74:6.5 (834.7) The bodies of Adam and Eve gave forth a shimmer of light, but they always wore clothing in conformity with the custom of their associates. Though wearing very little during the day, at eventide they donned night wraps. The origin of the traditional halo encircling the heads of supposed pious and holy men dates back to the days of Adam and Eve. Since the light emanations of their bodies were so largely obscured by clothing, only the radiating glow from their heads was discernible. The descendants of Adamson always thus portrayed their concept of individuals believed to be extraordinary in spiritual development.
74:6.6 (834.8) Adam en Eva konden met elkaar en met hun directe kinderen communiceren over een afstand van ongeveer tachtig kilometer. Deze uitwisseling van gedachten werd bewerkstelligd door middel van zeer gevoelige, kleine met gas gevulde holten die zich dicht bij hun hersenstructuur bevonden. Door dit mechanisme konden zij gedachtentrillingen uitzenden en ontvangen. Dit vermogen werd onmiddellijk buiten werking gesteld toen hun verstand zich overgaf aan de onenigheid en ontwrichting van het kwaad.   74:6.6 (834.8) Adam and Eve could communicate with each other and with their immediate children over a distance of about fifty miles. This thought exchange was effected by means of the delicate gas chambers located in close proximity to their brain structures. By this mechanism they could send and receive thought oscillations. But this power was instantly suspended upon the mind’s surrender to the discord and disruption of evil.
74:6.7 (835.1) De kinderen van Adam gingen naar hun eigen scholen tot zij zestien waren, waarbij de jongeren door de ouderen werden onderwezen. De kleintjes wisselden ieder half uur van activiteiten, de ouderen ieder uur. Het was bepaald een nieuw schouwspel op Urantia om deze kinderen van Adam en Eva bij hun spel te zien, vrolijke en uitbundige bezigheden puur voor de pret. Het spel en de humor van de hedendaagse rassen zijn grotendeels afkomstig van het Adamische geslacht. De Adamieten hadden allen een grote waardering voor muziek en een sterk gevoel voor humor.   74:6.7 (835.1) The Adamic children attended their own schools until they were sixteen, the younger being taught by the elder. The little folks changed activities every thirty minutes, the older every hour. And it was certainly a new sight on Urantia to observe these children of Adam and Eve at play, joyous and exhilarating activity just for the sheer fun of it. The play and humor of the present-day races are largely derived from the Adamic stock. The Adamites all had a great appreciation of music as well as a keen sense of humor.
74:6.8 (835.2) De gemiddelde leeftijd waarop men zich verloofde, was achttien jaar, en hierna volgden deze jonge mensen een tweejarige opleidingscursus om zich voor te bereiden op de verantwoordelijkheden van het huwelijk. Op hun twintigste kwamen zij in aanmerking voor het huwelijk; na het huwelijk begonnen zij aan hun levenstaak of aan een speciale opleiding daarvoor.   74:6.8 (835.2) The average age of betrothal was eighteen, and these youths then entered upon a two years’ course of instruction in preparation for the assumption of marital responsibilities. At twenty they were eligible for marriage; and after marriage they began their lifework or entered upon special preparation therefor.
74:6.9 (835.3) Het gebruik van sommige latere naties om de koninklijke families, waarvan werd verondersteld dat zij van de goden afstamden, toe te staan om broer en zuster met elkaar te laten trouwen, stamt van de tradities van het Adamische nageslacht, dat wel met elkaar moest trouwen. De huwelijksplechtigheden van de eerste en tweede generatie van de Hof werden steeds door Adam en Eva voltrokken.   74:6.9 (835.3) The practice of some subsequent nations of permitting the royal families, supposedly descended from the gods, to marry brother to sister, dates from the traditions of the Adamic offspring—mating, as they must needs, with one another. The marriage ceremonies of the first and second generations of the Garden were always performed by Adam and Eve.
7. Het leven in de hof ^top   7. Life in the Garden ^top
74:7.1 (835.4) De kinderen van Adam leefden en werkten, behalve de vier jaar dat zij de scholen in het westen bezochten, ‘in het oosten van Eden.’ Zij werden tot hun zestiende jaar verstandelijk onderricht volgens de methoden van de scholen op Jerusem. Van hun zestiende tot hun twintigste jaar kregen zij onderricht in de scholen van Urantia aan het andere einde van de Hof, waar zij ook onderwijs gaven in de lagere klassen.   74:7.1 (835.4) The children of Adam, except for four years’ attendance at the western schools, lived and worked in the “east of Eden.” They were trained intellectually until they were sixteen in accordance with the methods of the Jerusem schools. From sixteen to twenty they were taught in the Urantia schools at the other end of the Garden, serving there also as teachers in the lower grades.
74:7.2 (835.5) Het schoolsysteem in het westen van de Hof was geheel gericht op socialisatie. De ochtendpauzes werden gewijd aan praktische tuin- en landbouw, en de middagpauzes aan sport en spel. De avonden werden gebruikt voor sociaal contact en de ontwikkeling van persoonlijke vriendschappen. De godsdienstige en seksuele opvoeding werden beschouwd als zaken van het huisgezin, de taak van ouders.   74:7.2 (835.5) The entire purpose of the western school system of the Garden was socialization. The forenoon periods of recess were devoted to practical horticulture and agriculture, the afternoon periods to competitive play. The evenings were employed in social intercourse and the cultivation of personal friendships. Religious and sexual training were regarded as the province of the home, the duty of parents.
74:7.3 (835.6) Het onderwijs in deze scholen omvatte onderricht inzake:   74:7.3 (835.6) The teaching in these schools included instruction regarding:
74:7.4 (835.7) 1. gezondheid en lichaamsverzorging;   74:7.4 (835.7) 1. Health and the care of the body.
74:7.5 (835.8) 2. de gulden regel, de richtlijn voor sociale omgang;   74:7.5 (835.8) 2. The golden rule, the standard of social intercourse.
74:7.6 (835.9) 3. het verband tussen de rechten van het individu en de rechten van de groep en verplichtingen jegens de gemeenschap;   74:7.6 (835.9) 3. The relation of individual rights to group rights and community obligations.
74:7.7 (835.10) 4. de geschiedenis en cultuur van de verschillende rassen op aarde;   74:7.7 (835.10) 4. History and culture of the various earth races.
74:7.8 (835.11) 5. methoden om de wereldhandel te bevorderen en te verbeteren;   74:7.8 (835.11) 5. Methods of advancing and improving world trade.
74:7.9 (835.12) 6. de coördinatie van tegenstrijdige plichten en gevoelens;   74:7.9 (835.12) 6. Co-ordination of conflicting duties and emotions.
74:7.10 (835.13) 7. het bevorderen van spel, humor en wedstrijdsport als vervanging van lichamelijke gevechten.   74:7.10 (835.13) 7. The cultivation of play, humor, and competitive substitutes for physical fighting.
74:7.11 (835.14) De scholen en in feite alle activiteiten in de Hof, stonden altijd open voor bezoekers. Ongewapende waarnemers werden vrijelijk voor korte bezoeken in Eden toegelaten. Om in de Hof te mogen wonen, moest een Urantiaan worden ‘geadopteerd.’ Hij werd onderricht inzake het plan en het doel van de Adamische zelfschenking, maakte duidelijk dat hij voornemens was zich bij deze missie aan te sluiten en legde dan een verklaring van loyaliteit af aan het sociale bewind van Adam en de geestelijke soevereiniteit van de Universele Vader.   74:7.11 (835.14) The schools, in fact every activity of the Garden, were always open to visitors. Unarmed observers were freely admitted to Eden for short visits. To sojourn in the Garden a Urantian had to be “adopted.” He received instructions in the plan and purpose of the Adamic bestowal, signified his intention to adhere to this mission, and then made declaration of loyalty to the social rule of Adam and the spiritual sovereignty of the Universal Father.
74:7.12 (836.1) De wetten van de Hof waren gebaseerd op de vroegere regels van Dalamatia en werden afgekondigd onder zeven hoofden:   74:7.12 (836.1) The laws of the Garden were based on the older codes of Dalamatia and were promulgated under seven heads:
74:7.13 (836.2) 1. de wetten voor de gezondheid en hygiëne;   74:7.13 (836.2) 1. The laws of health and sanitation.
74:7.14 (836.3) 2. de sociale voorschriften van de Hof;   74:7.14 (836.3) 2. The social regulations of the Garden.
74:7.15 (836.4) 3. het reglement voor handel en nijverheid;   74:7.15 (836.4) 3. The code of trade and commerce.
74:7.16 (836.5) 4. de regels voor eerlijk spel en competitie;   74:7.16 (836.5) 4. The laws of fair play and competition.
74:7.17 (836.6) 5. de regels voor het huiselijk leven;   74:7.17 (836.6) 5. The laws of home life.
74:7.18 (836.7) 6. de gedragsregels gebaseerd op de gulden regel;   74:7.18 (836.7) 6. The civil codes of the golden rule.
74:7.19 (836.8) 7. de zeven geboden van het hoogste morele recht.   74:7.19 (836.8) 7. The seven commands of supreme moral rule.
74:7.20 (836.9) De morele wetgeving van Eden verschilde weinig van de zeven geboden van Dalamatia. De Adamieten onderrichtten echter vele bijkomende redenen voor deze geboden; in verband met het verbod van moord, bijvoorbeeld, werd de inwoning van de Gedachtenrichter aangevoerd als een bijkomende reden om geen menselijk leven te vernietigen. Zij leerden dat ‘al wie ’s mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods maakte hij de mens.’   74:7.20 (836.9) The moral law of Eden was little different from the seven commandments of Dalamatia. But the Adamites taught many additional reasons for these commands; for instance, regarding the injunction against murder, the indwelling of the Thought Adjuster was presented as an additional reason for not destroying human life. They taught that “whoso sheds man’s blood by man shall his blood be shed, for in the image of God made he man.”
74:7.21 (836.10) Het tijdstip voor de openbare godsverering in Eden was het middaguur; zonsondergang was het uur van godsverering in de familiekring. Adam deed zijn best om het gebruik van vaste gebeden tegen te gaan, waarbij hij leerde dat een doeltreffend gebed geheel individueel moet zijn, het ‘verlangen van de ziel;’ de Edenieten gingen echter door met het gebruik van de gebeden en formules die hen sinds de tijd van Dalamatia waren overgeleverd. Adam trachtte ook de bloedoffers in de religieuze ceremoniën te vervangen door het offeren van de vruchten van het land, maar was daar, voordat de Hof werd ontwricht, nog niet veel verder mee gekomen.   74:7.21 (836.10) The public worship hour of Eden was noon; sunset was the hour of family worship. Adam did his best to discourage the use of set prayers, teaching that effective prayer must be wholly individual, that it must be the “desire of the soul”; but the Edenites continued to use the prayers and forms handed down from the times of Dalamatia. Adam also endeavored to substitute the offerings of the fruit of the land for the blood sacrifices in the religious ceremonies but had made little progress before the disruption of the Garden.
74:7.22 (836.11) Adam trachtte de rassen de gelijkheid der seksen bij te brengen. De wijze waarop Eva haar echtgenoot terzijde stond, maakte diepe indruk op alle bewoners van de Hof. Adam leerde hun met nadruk dat de vrouw, evengoed als de man, haar bijdrage levert in de levensfactoren die tezamen een nieuw wezen vormen. Vóór die tijd had het mensdom aangenomen dat de gehele voortplanting zetelde in de ‘lendenen van de vader.’ Zij beschouwden de moeder als een wezen dat slechts diende voor de voeding van de ongeborene en de verzorging van de pasgeborene.   74:7.22 (836.11) Adam endeavored to teach the races sex equality. The way Eve worked by the side of her husband made a profound impression upon all dwellers in the Garden. Adam definitely taught them that the woman, equally with the man, contributes those life factors which unite to form a new being. Theretofore, mankind had presumed that all procreation resided in the “loins of the father.” They had looked upon the mother as being merely a provision for nurturing the unborn and nursing the newborn.
74:7.23 (836.12) Adam onderrichtte zijn tijdgenoten in alle dingen die zij konden begrijpen, maar vergelijkenderwijs gesproken was dat niet erg veel. Niettemin zagen de meer intelligente rassen op aarde vol verwachting uit naar het ogenblik dat hun zou worden toegestaan met de superieure kinderen van het violette ras te trouwen. En Urantia zou een heel andere wereld zijn geworden als dit grootse plan om de rassen te verheffen zou zijn uitgevoerd! Zelfs de kleine hoeveelheid bloed van dit geïmporteerde ras dat de evolutionaire volken terloops bemachtigden, heeft al een enorme winst betekend.   74:7.23 (836.12) Adam taught his contemporaries all they could comprehend, but that was not very much, comparatively speaking. Nevertheless, the more intelligent of the races of earth looked forward eagerly to the time when they would be permitted to intermarry with the superior children of the violet race. And what a different world Urantia would have become if this great plan of uplifting the races had been carried out! Even as it was, tremendous gains resulted from the small amount of the blood of this imported race which the evolutionary peoples incidentally secured.
74:7.24 (836.13) En zo werkte Adam voor het welzijn en de verheffing van de wereld die zijn verblijfplaats was. Het was evenwel een moeilijke taak deze gemengde en verbasterde volken op betere wegen te leiden.   74:7.24 (836.13) And thus did Adam work for the welfare and uplift of the world of his sojourn. But it was a difficult task to lead these mixed and mongrel peoples in the better way.
8. De scheppingslegende ^top   8. The Legend of Creation ^top
74:8.1 (836.14) Het verhaal van de schepping van Urantia in zes dagen was gebaseerd op de overlevering dat Adam en Eva precies zes dagen hadden doorgebracht met hun eerste verkenning van de Hof. Deze omstandigheid verleende een bijna heilige sanctie aan de tijdsperiode van de week, die oorspronkelijk was ingevoerd door de Dalamatiërs. Dat Adam zes dagen doorbracht met het bezichtigen van de Hof en het maken van voorlopige organisatorische plannen, was niet van te voren geregeld, het had zich zo van dag tot dag ontwikkeld. Het kiezen van de zevende dag voor godsverering vloeide geheel voort uit de feiten die hier beschreven zijn.   74:8.1 (836.14) The story of the creation of Urantia in six days was based on the tradition that Adam and Eve had spent just six days in their initial survey of the Garden. This circumstance lent almost sacred sanction to the time period of the week, which had been originally introduced by the Dalamatians. Adam’s spending six days inspecting the Garden and formulating preliminary plans for organization was not prearranged; it was worked out from day to day. The choosing of the seventh day for worship was wholly incidental to the facts herewith narrated.
74:8.2 (837.1) De legende van het scheppen van de wereld in zes dagen is later bedacht, in feite meer dan dertigduizend jaar later. Eén onderdeel van het verhaal, de plotselinge verschijning van de zon en de maan, is wellicht ontsprongen aan de overleveringen over het moment waarop de wereld plotseling opdook uit een dichte wolk fijn ruimtestof, die zowel de zon als de maan lang had verduisterd.   74:8.2 (837.1) The legend of the making of the world in six days was an afterthought, in fact, more than thirty thousand years afterwards. One feature of the narrative, the sudden appearance of the sun and moon, may have taken origin in the traditions of the onetime sudden emergence of the world from a dense space cloud of minute matter which had long obscured both sun and moon.
74:8.3 (837.2) Het verhaal van de schepping van Eva uit een rib van Adam is een verkorte en verwarde weergave van de komst van Adam, en de hemelse chirurgische ingreep in verband met de uitwisseling van levende substanties bij de gelegenheid van de komst van de fysieke staf van de Planetaire Vorst, meer dan vierhonderdvijftigduizend jaar tevoren.   74:8.3 (837.2) The story of creating Eve out of Adam’s rib is a confused condensation of the Adamic arrival and the celestial surgery connected with the interchange of living substances associated with the coming of the corporeal staff of the Planetary Prince more than four hundred and fifty thousand years previously.
74:8.4 (837.3) Het merendeel deel van de volken der wereld is beïnvloed door de overlevering dat er voor Adam en Eva bij hun aankomst op Urantia fysieke lichamen werden geschapen. Het geloof dat de mens uit klei was geschapen was op het Oostelijk Halfrond welhaast universeel; deze overlevering kan de hele wereld rond worden getraceerd, van de eilanden der Filippijnen tot aan Afrika toe. En vele groepen aanvaardden dit verhaal over de oorsprong van de mens uit klei middels een vorm van speciale schepping, in de plaats van hun eerdere geloof in de voortgaande schepping — evolutie.   74:8.4 (837.3) The majority of the world’s peoples have been influenced by the tradition that Adam and Eve had physical forms created for them upon their arrival on Urantia. The belief in man’s having been created from clay was well-nigh universal in the Eastern Hemisphere; this tradition can be traced from the Philippine Islands around the world to Africa. And many groups accepted this story of man’s clay origin by some form of special creation in the place of the earlier beliefs in progressive creation—evolution.
74:8.5 (837.4) Waar de invloeden van Dalamatia en Eden ontbraken, neigde de mensheid tot het geloof in de geleidelijke opklimming van het menselijke ras. Het feit van de evolutie is geen moderne ontdekking; de ouden begrepen reeds het langzame, evolutionaire karakter van de menselijke vooruitgang. De oude Grieken hadden duidelijke ideeën hierover, ondanks de nabijheid van Mesopotamië. Hoewel de verschillende aardse rassen op treurige wijze verward raakten in hun opvattingen over evolutie, geloofden en onderrichtten vele primitieve stammen niettemin dat zij afstammelingen waren van verschillende dieren. Primitieve volken hadden de gewoonte de dieren waarvan zij veronderstelden dat ze eens hun voorgeslacht waren geweest, als hun ‘totems’ uit te kiezen. Bepaalde Noordamerikaanse Indianenstammen geloofden dat zij waren voortgekomen uit bevers en prairiewolven. Zekere Afrikaanse stammen leren dat zij afstammen van de hyena, een Maleisische stam van de lemuur, een groep in Nieuw-Guinea van de papegaai.   74:8.5 (837.4) Away from the influences of Dalamatia and Eden, mankind tended toward the belief in the gradual ascent of the human race. The fact of evolution is not a modern discovery; the ancients understood the slow and evolutionary character of human progress. The early Greeks had clear ideas of this despite their proximity to Mesopotamia. Although the various races of earth became sadly mixed up in their notions of evolution, nevertheless, many of the primitive tribes believed and taught that they were the descendants of various animals. Primitive peoples made a practice of selecting for their “totems” the animals of their supposed ancestry. Certain North American Indian tribes believed they originated from beavers and coyotes. Certain African tribes teach that they are descended from the hyena, a Malay tribe from the lemur, a New Guinea group from the parrot.
74:8.6 (837.5) De Babyloniërs konden het verhaal van de schepping van de mens verfraaien en uitbreiden door hun rechtstreeks contact met de overblijfselen van de beschaving der Adamieten; zij onderrichtten dat de mens rechtstreeks van de goden afstamde. Zij hielden vast aan een aristocratische oorsprong van de mensheid die onverenigbaar was zelfs met de leer van de schepping uit klei.   74:8.6 (837.5) The Babylonians, because of immediate contact with the remnants of the civilization of the Adamites, enlarged and embellished the story of man’s creation; they taught that he had descended directly from the gods. They held to an aristocratic origin for the race which was incompatible with even the doctrine of creation out of clay.
74:8.7 (837.6) Het Oud-Testamentische scheppingsverhaal dateert van lang na Mozes, die de Hebreeërs nooit zulk een vervormde geschiedenis heeft onderricht. Wel gaf hij de Israelieten een eenvoudig, beknopt verhaal over de schepping, in de hoop daardoor kracht bij te zetten aan zijn oproep om de Schepper, de Universele Vader, die hij de Here God van Israel noemde, te aanbidden.   74:8.7 (837.6) The Old Testament account of creation dates from long after the time of Moses; he never taught the Hebrews such a distorted story. But he did present a simple and condensed narrative of creation to the Israelites, hoping thereby to augment his appeal to worship the Creator, the Universal Father, whom he called the Lord God of Israel.
74:8.8 (837.7) In zijn aanvankelijke onderricht trachtte Mozes zeer wijselijk niet terug te gaan tot de tijd van vóór Adam, en aangezien Mozes de hoogste leraar was van de Hebreeërs, raakten de verhalen over Adam nauw verweven met die over de schepping. Dat de oudere overleveringen erkenden dat er al vóór Adam een civilisatie had bestaan, wordt duidelijk aangetoond door het feit dat latere bewerkers die de bedoeling hadden alle toespelingen op menselijke aangelegenheden uit de tijd vóór Adam uit te wissen, verzuimden de veelbetekenende toespeling te verwijderen op de emigratie van Ka ï n naar ‘het land van Nod,’ waar hij zich een vrouw nam.   74:8.8 (837.7) In his early teachings, Moses very wisely did not attempt to go back of Adam’s time, and since Moses was the supreme teacher of the Hebrews, the stories of Adam became intimately associated with those of creation. That the earlier traditions recognized pre-Adamic civilization is clearly shown by the fact that later editors, intending to eradicate all reference to human affairs before Adam’s time, neglected to remove the telltale reference to Cain’s emigration to the “land of Nod,” where he took himself a wife.
74:8.9 (838.1) De Hebreeërs kenden nog lang nadat zij Palestina hadden bereikt, geen geschreven algemeen gebruikte taal. Zij leerden het gebruik van een alfabet van de naburige Filistijnen, die politieke vluchtelingen waren uit de hogere civilisatie van Kreta. De Hebreeërs stelden weinig op schrift tot ongeveer 900 jaar v.Chr., en doordat zij zo lang geen geschreven taal hadden gehad, waren er meerdere onderling verschillende verhalen over de schepping bij hen in omloop; na de Babylonische ballingschap voelden zij er meer voor om een gemodificeerde Mesopotamische versie te aanvaarden.   74:8.9 (838.1) The Hebrews had no written language in general usage for a long time after they reached Palestine. They learned the use of an alphabet from the neighboring Philistines, who were political refugees from the higher civilization of Crete. The Hebrews did little writing until about 900 b.c., and having no written language until such a late date, they had several different stories of creation in circulation, but after the Babylonian captivity they inclined more toward accepting a modified Mesopotamian version.
74:8.10 (838.2) De Joodse traditie kristalliseerde zich rond Mozes, en omdat deze had getracht de afstamming van Abraham tot Adam terug te voeren, namen de Joden aan dat Adam de eerste was van het gehele mensdom. Jahweh was de schepper en aangezien Adam werd verondersteld de eerste mens te zijn geweest, moest Jahweh de wereld wel hebben gemaakt kort voordat hij Adam maakte. Vervolgens werd de traditie over de zes dagen van Adam in het verhaal gevlochten, met het gevolg dat bijna duizend jaar na Mozes’ verblijf op aarde de traditie over de schepping in zes dagen op schrift werd gesteld en vervolgens aan hem werd toegeschreven.   74:8.10 (838.2) Jewish tradition became crystallized about Moses, and because he endeavored to trace the lineage of Abraham back to Adam, the Jews assumed that Adam was the first of all mankind. Yahweh was the creator, and since Adam was supposed to be the first man, he must have made the world just prior to making Adam. And then the tradition of Adam’s six days got woven into the story, with the result that almost a thousand years after Moses’ sojourn on earth the tradition of creation in six days was written out and subsequently credited to him.
74:8.11 (838.3) Toen de Joodse priesters naar Jeruzalem terugkeerden, hadden zij het schrijven van hun verhaal over het ontstaan der dingen reeds voltooid. Al spoedig beweerden zij dat dit verslag een kortelings ontdekte verhaal over de schepping was, dat Mozes had geschreven. De Hebreeërs rond 500 jaar v. Chr. beschouwden deze geschriften echter niet als goddelijke openbaringen; zij zagen ze zo ongeveer als latere volken mythologische verhalen beschouwen.   74:8.11 (838.3) When the Jewish priests returned to Jerusalem, they had already completed the writing of their narrative of the beginning of things. Soon they made claims that this recital was a recently discovered story of creation written by Moses. But the contemporary Hebrews of around 500 b.c. did not consider these writings to be divine revelations; they looked upon them much as later peoples regard mythological narratives.
74:8.12 (838.4) Dit pseudo-document, waarvan gezegd werd dat het het onderricht van Mozes bevatte, werd onder de aandacht gebracht van Ptolemeüs, de Griekse koning van Egypte, en deze liet het door een commissie van zeventig geleerden in het Grieks vertalen voor zijn nieuwe bibliotheek in Alexandrië. En zo vond dit verhaal een plaats tussen de geschriften die vervolgens werden opgenomen in de latere verzamelingen der ‘heilige schrift’ van de Hebreeuwse en Christelijke godsdiensten. En doordat zij werden vereenzelvigd met deze theologische stelsels, hebben deze ideeën de filosofie van vele westerse volken gedurende lange tijd sterk beïnvloed.   74:8.12 (838.4) This spurious document, reputed to be the teachings of Moses, was brought to the attention of Ptolemy, the Greek king of Egypt, who had it translated into Greek by a commission of seventy scholars for his new library at Alexandria. And so this account found its place among those writings which subsequently became a part of the later collections of the “sacred scriptures” of the Hebrew and Christian religions. And through identification with these theological systems, such concepts for a long time profoundly influenced the philosophy of many Occidental peoples.
74:8.13 (838.5) De Christelijke leraren bestendigden het geloof in de fiat-schepping van het menselijk ras en dit alles heeft rechtstreeks geleid tot de opstelling van de hypothese dat er eens een gouden eeuw van utopische gelukzaligheid had bestaan en tot de theorie van de val van de mens of de supermens, als verklaring voor de niet-utopische staat van de samenleving. Deze visies op het leven en de plaats van de mens in het universum waren op hun best ontmoedigend, aangezien zij gebaseerd waren op een geloof in terugval veeleer dan vooruitgang, en bovendien een wraakzuchtige Godheid impliceerden, die zijn gramschap op het menselijk ras had gekoeld als vergelding voor de dwalingen van zekere voormalige bestuurders van de planeet.   74:8.13 (838.5) The Christian teachers perpetuated the belief in the fiat creation of the human race, and all this led directly to the formation of the hypothesis of a onetime golden age of utopian bliss and the theory of the fall of man or superman which accounted for the nonutopian condition of society. These outlooks on life and man’s place in the universe were at best discouraging since they were predicated upon a belief in retrogression rather than progression, as well as implying a vengeful Deity, who had vented wrath upon the human race in retribution for the errors of certain onetime planetary administrators.
74:8.14 (838.6) De ‘gouden eeuw’ is een mythe, maar Eden was een feit, en de civilisatie van de Hof werd werkelijk ten val gebracht. Adam en Eva hadden honderdzeventien jaar doorgezet in de Hof, toen zij zich door het ongeduld van Eva en de beoordelingsfouten van Adam aanmatigden af te wijken van de verordineerde weg, waardoor zij snel onheil over zichzelf brachten en een rampzalige vertraging in de zich ontwikkelende vooruitgang van geheel Urantia veroorzaakten.   74:8.14 (838.6) The “golden age” is a myth, but Eden was a fact, and the Garden civilization was actually overthrown. Adam and Eve carried on in the Garden for one hundred and seventeen years when, through the impatience of Eve and the errors of judgment of Adam, they presumed to turn aside from the ordained way, speedily bringing disaster upon themselves and ruinous retardation upon the developmental progression of all Urantia.
74:8.15 (838.7) [Verhaald door Solonia, de serafijnse ‘stem in de Hof.’]   74:8.15 (838.7) [Narrated by Solonia, the seraphic “voice in the Garden.”]