Verhandeling 95   Paper 95
Het onderricht van Melchizedek in de Levant   The Melchizedek Teachings in the Levant
95:0.1 (1042.1) ZOALS India de oorsprong was van vele godsdiensten en filosofieën van oostelijk Azië, zo was de Levant het geboorteland van de religies van de westerse wereld. De zendelingen uit Salem verspreidden zich door heel Zuidwest-Azië, door Palestina, Mesopotamië, Egypte, Iran en Arabië, en verkondigden overal het goede nieuws van het evangelie van Machiventa Melchizedek. In sommige van deze landen wierp hun onderricht vrucht af, maar in andere hadden zij wisselend succes. Soms was hun falen te wijten aan gebrek aan wijsheid, soms aan omstandigheden waaraan zij niets konden doen.   95:0.1 (1042.1) AS INDIA gave rise to many of the religions and philosophies of eastern Asia, so the Levant was the homeland of the faiths of the Occidental world. The Salem missionaries spread out all over southwestern Asia, through Palestine, Mesopotamia, Egypt, Iran, and Arabia, everywhere proclaiming the good news of the gospel of Machiventa Melchizedek. In some of these lands their teachings bore fruit; in others they met with varying success. Sometimes their failures were due to lack of wisdom, sometimes to circumstances beyond their control.
1. De religie van Salem in Mesopotamië ^top   1. The Salem Religion in Mesopotamia ^top
95:1.1 (1042.2) Tegen 2000 voor Christus hadden de religies van Mesopotamië de leringen van de Setieten ongeveer geheel uit het oog verloren en stonden zij grotendeels onder de invloed van de primitieve geloofsopvatiingen van twee groepen indringers, de Semitische Bedoeïnen die langzaam vanuit de westelijke woestijn waren binnengekomen, en de barbaarse ruiters die vanuit het noorden waren binnengevallen.   95:1.1 (1042.2) By 2000 b.c. the religions of Mesopotamia had just about lost the teachings of the Sethites and were largely under the influence of the primitive beliefs of two groups of invaders, the Bedouin Semites who had filtered in from the western desert and the barbarian horsemen who had come down from the north.
95:1.2 (1042.3) Maar de gewoonte van de vroegere Adamische volken om de zevende dag van de week in ere te houden, verdween in Mesopotamië nooit helemaal. Alleen werd gedurende het tijdvak van Melchizedek de zevende dag gezien als de dag die het meeste ongeluk bracht. Deze was beladen met taboes: het was onwettig om op reis te gaan, om voedsel te koken of een vuur aan te maken op de boze zevende dag. De Joden namen naar Palestina veel van de Mesopotamische taboes met zich terug die zij op de Babylonische naleving van de zevende dag, de Shabbattum, hadden zien rusten.   95:1.2 (1042.3) But the custom of the early Adamite peoples in honoring the seventh day of the week never completely disappeared in Mesopotamia. Only, during the Melchizedek era, the seventh day was regarded as the worst of bad luck. It was taboo-ridden; it was unlawful to go on a journey, cook food, or make a fire on the evil seventh day. The Jews carried back to Palestine many of the Mesopotamian taboos which they had found resting on the Babylonian observance of the seventh day, the Shabattum.
95:1.3 (1042.4) Hoewel de leraren uit Salem veel bijdroegen tot het verfijnen en verheffen van de godsdiensten van Mesopotamië, slaagden zij er niet in de verschillende volken tot de permanente erkenning van één God te brengen. Dit onderricht behaalde meer dan honderdvijftig jaar lang het overwicht en week toen geleidelijk voor het oudere geloof in een veelheid van godheden.   95:1.3 (1042.4) Although the Salem teachers did much to refine and uplift the religions of Mesopotamia, they did not succeed in bringing the various peoples to the permanent recognition of one God. Such teaching gained the ascendancy for more than one hundred and fifty years and then gradually gave way to the older belief in a multiplicity of deities.
95:1.4 (1042.5) De leraren uit Salem verminderden het aantal Mesopotamische goden sterk en brachten op een bepaald moment de belangrijkste godheden terug tot zeven: Bel, Shamash, Nabu, Anu, Ea, Marduk en Sin. Op het hoogtepunt van het nieuwe onderricht verhieven zij drie van deze goden tot de oppermacht over alle anderen, de Babylonische triade: Bel, Ba en Anu, de goden van de aarde, de zee en de lucht. In verschillende streken ontstonden er nog andere triaden die alle deden denken aan het triniteitsonderricht van de Andieten en Sumeriërs, en die gebaseerd waren op het geloof van de Salemieten in Melchiedeks embleem van de drie cirkels.   95:1.4 (1042.5) The Salem teachers greatly reduced the number of the gods of Mesopotamia, at one time bringing the chief deities down to seven: Bel, Shamash, Nabu, Anu, Ea, Marduk, and Sin. At the height of the new teaching they exalted three of these gods to supremacy over all others, the Babylonian triad: Bel, Ea, and Anu, the gods of earth, sea, and sky. Still other triads grew up in different localities, all reminiscent of the trinity teachings of the Andites and the Sumerians and based on the belief of the Salemites in Melchizedek’s insignia of the three circles.
95:1.5 (1042.6) De leraren uit Salem konden de populariteit van Ishtar, de moeder der goden en de geest van seksuele vruchtbaarheid, nooit helemaal de baas worden. De verering van deze godin werd door hen wel zeer verfijnd, maar de Babyloniërs en hun buren waren nooit geheel boven hun verhulde vormen van verering van de seksualiteit uitgegroeid. Overal in Mesopotamië was het voor alle vrouwen de gewoonte geworden om zich tenminste eenmaal, vroeg in hun leven, te onderwerpen aan de omhelzing van vreemden. Men dacht dat dit een toewijding was die Ishtar eiste, en men geloofde dat de vruchtbaarheid voor een belangrijk deel afhing van dit seksuele offer.   95:1.5 (1042.6) Never did the Salem teachers fully overcome the popularity of Ishtar, the mother of gods and the spirit of sex fertility. They did much to refine the worship of this goddess, but the Babylonians and their neighbors had never completely outgrown their disguised forms of sex worship. It had become a universal practice throughout Mesopotamia for all women to submit, at least once in early life, to the embrace of strangers; this was thought to be a devotion required by Ishtar, and it was believed that fertility was largely dependent on this sex sacrifice.
95:1.6 (1043.1) Aanvankelijk boekte de leer van Melchizedek zeer bevredigende voortgang, totdat Nabodad, de leider van de school in Kish, besloot een georganiseerde aanval te doen op de heersende gebruiken van de tempelhoererij. De zendelingen uit Salem slaagden er met deze poging niet in deze sociale hervorming tot stand te brengen, en in de schipbreuk van deze mislukking gingen al hun belangrijkere geestelijke en filosofische leringen ten onder.   95:1.6 (1043.1) The early progress of the Melchizedek teaching was highly gratifying until Nabodad, the leader of the school at Kish, decided to make a concerted attack upon the prevalent practices of temple harlotry. But the Salem missionaries failed in their effort to bring about this social reform, and in the wreck of this failure all their more important spiritual and philosophic teachings went down in defeat.
95:1.7 (1043.2) Deze nederlaag van het evangelie van Salem werd onmiddellijk gevolgd door een grote toename van de cultus van Ishtar, een ritueel dat Palestina reeds was binnengedrongen in de vorm van Ashtoreth, Egypte als Isis, Griekenland als Aphrodite, en de noordelijke stammen als Astarte. Het was in verband met deze opbloei van de verering van Ishtar dat de Babylonische priesters zich opnieuw wendden tot sterrenwichelarij — de astrologie beleefde zijn laatste grote Mesopotamische herleving, waarzeggerij werd populair en eeuwenlang degenereerde het priesterdom steeds verder.   95:1.7 (1043.2) This defeat of the Salem gospel was immediately followed by a great increase in the cult of Ishtar, a ritual which had already invaded Palestine as Ashtoreth, Egypt as Isis, Greece as Aphrodite, and the northern tribes as Astarte. And it was in connection with this revival of the worship of Ishtar that the Babylonian priests turned anew to stargazing; astrology experienced its last great Mesopotamian revival, fortunetelling became the vogue, and for centuries the priesthood increasingly deteriorated.
95:1.8 (1043.3) Melchizedek had zijn volgelingen gemaand om te onderrichten over de ene God, de Vader en Maker van alles en allen, en slechts het evangelie te prediken van goddelijke genade door geloof alleen. Maar leraren van nieuwe waarheid hebben vaak de fout begaat om teveel te proberen, om te trachten langzame evolutie door plotselinge revolutie te vervangen. De zendelingen van Melchizedek in Mesopotamië verhieven een moreel vaandel dat te hoog was voor het volk; zij probeerden teveel te bereiken en hun edele zaak ging in een nederlaag ten onder. Hun was opgedragen om een welomlijnd evangelie te prediken, om de waarheid van de realiteit van de Universele Vader te verkondigen, maar zij raakten verstrikt in de ogenschijnlijk achtenswaardige zaak van de hervorming van de zeden, en zo raakte hun grote missie op een zijspoor en ging bijna geheel verloren in verijdeling en vergetelheid.   95:1.8 (1043.3) Melchizedek had warned his followers to teach about the one God, the Father and Maker of all, and to preach only the gospel of divine favor through faith alone. But it has often been the error of the teachers of new truth to attempt too much, to attempt to supplant slow evolution by sudden revolution. The Melchizedek missionaries in Mesopotamia raised a moral standard too high for the people; they attempted too much, and their noble cause went down in defeat. They had been commissioned to preach a definite gospel, to proclaim the truth of the reality of the Universal Father, but they became entangled in the apparently worthy cause of reforming the mores, and thus was their great mission sidetracked and virtually lost in frustration and oblivion.
95:1.9 (1043.4) Binnen één generatie hield het hoofdkwartier van Salem te Kish op te bestaan en het verspreiden van het geloof in één God kwam in heel Mesopotamië nagenoeg geheel tot stilstand. Maar resten van de scholen van Salem bleven bestaan. Kleine groepen, her en der verspreid, bleven geloven in de ene Schepper en streden tegen de afgoderij en immoraliteit van de Mesopotamische priesters.   95:1.9 (1043.4) In one generation the Salem headquarters at Kish came to an end, and the propaganda of the belief in one God virtually ceased throughout Mesopotamia. But remnants of the Salem schools persisted. Small bands scattered here and there continued their belief in the one Creator and fought against the idolatry and immorality of the Mesopotamian priests.
95:1.10 (1043.5) Het waren de zendelingen uit Salem uit de periode nadat hun onderricht was verworpen, die een groot aantal van de psalmen uit het Oude Testament hebben geschreven; zij griften deze in steen, waar ze door latere Hebreeuwse priesters gedurende hun gevangenschap werden gevonden om vervolgens te worden opgenomen in de verzameling gezangen die aan Joodse dichters werden toegeschreven. Deze schone psalmen uit Babylon zijn niet geschreven in de tempels van Bel-Marduk: zij waren het werk van de nakomelingen van de vroegere zendelingen uit Salem en vormden een opvallend contrast met de magische samenraapsels van de Babylonische priesters. Het boek Job geeft een tamelijk goede weergave van het onderricht in de school van Salem in Kish en in heel Mesopotamië.   95:1.10 (1043.5) It was the Salem missionaries of the period following the rejection of their teaching who wrote many of the Old Testament Psalms, inscribing them on stone, where later-day Hebrew priests found them during the captivity and subsequently incorporated them among the collection of hymns ascribed to Jewish authorship. These beautiful psalms from Babylon were not written in the temples of Bel-Marduk; they were the work of the descendants of the earlier Salem missionaries, and they are a striking contrast to the magical conglomerations of the Babylonian priests. The Book of Job is a fairly good reflection of the teachings of the Salem school at Kish and throughout Mesopotamia.
95:1.11 (1043.6) Veel van de religieuze cultuur van Mesopotamië kwam in de Hebreeuwse literatuur en liturgie terecht via Egypte, door het werk van Amenemope en Ichnaton. Het is opmerkelijk dat bij de Egyptenaren het onderrricht over sociale verplichtingen bewaard bleef, dat afkomstig was van de vroegere Anditische Mesopotamiërs en bij de latere Babyloniërs die de vallei van de Eufraat bezetten, op zulk een grote schaal verloren ging.   95:1.11 (1043.6) Much of the Mesopotamian religious culture found its way into Hebrew literature and liturgy by way of Egypt through the work of Amenemope and Ikhnaton. The Egyptians remarkably preserved the teachings of social obligation derived from the earlier Andite Mesopotamians and so largely lost by the later Babylonians who occupied the Euphrates valley.
2. De vroege Egyptische godsdienst ^top   2. Early Egyptian Religion ^top
95:2.1 (1043.7) Het oorspronkelijke onderricht van Melchizedek schoot werkelijk het diepste wortel in Egypte, en van hieruit verbreidde het zich later door Europa. De evolutionaire religie van het Nijldal werd periodiek verdiept doordat er superieure families der Noditische, Adamische en latere Anditische volken uit de vallei van de Eufraat arriveerden. Van tijd tot tijd waren vele bestuursambtenaren in Egypte Sumerisch. Zoals India in die dagen de grootste vermenging der wereldrassen huisvestte, zo bevorderde Egypte het sterkst vermengde type religieuze filosofie dat op Urantia te vinden was, en vanuit het Nijldal breidde deze zich uit in vele windstreken. De Joden kregen hun idee omtrent de schepping van de wereld grotendeels van de Babyloniërs, maar de voorstelling van de goddelijke Voorzienigheid ontleenden zij aan de Egyptenaren.   95:2.1 (1043.7) The original Melchizedek teachings really took their deepest root in Egypt, from where they subsequently spread to Europe. The evolutionary religion of the Nile valley was periodically augmented by the arrival of superior strains of Nodite, Adamite, and later Andite peoples of the Euphrates valley. From time to time, many of the Egyptian civil administrators were Sumerians. As India in these days harbored the highest mixture of the world races, so Egypt fostered the most thoroughly blended type of religious philosophy to be found on Urantia, and from the Nile valley it spread to many parts of the world. The Jews received much of their idea of the creation of the world from the Babylonians, but they derived the concept of divine Providence from the Egyptians.
95:2.2 (1044.1) Het waren politieke en morele tendensen, veeleer dan filosofische of religieuze, die Egypte gunstiger deden reageren op het onderricht uit Salem dan Mesopotamië. Ieder stamhoofd in Egypte trachtte wanneer hij de troon had veroverd, zijn dynastie voort te zetten door zijn stamgod als de oorspronklelijke godheid en schepper van alle andere goden uit te roepen. Op deze manier raakten de Egyptenaren geleidelijk gewend aan het idee van een supergod, hetgeen een gemakkelijk overgang betekende naar de latere leer van een universele schepper-Godheid. De idee van het monotheïsme flakkerde in Egypte vele eeuwen heen en weer, waarbij het geloof in één God aldoor terrein won, maar nooit geheel de evoluerende denkbeelden van het polytheïsme wist te overheersen.   95:2.2 (1044.1) It was political and moral, rather than philosophic or religious, tendencies that rendered Egypt more favorable to the Salem teaching than Mesopotamia. Each tribal leader in Egypt, after fighting his way to the throne, sought to perpetuate his dynasty by proclaiming his tribal god the original deity and creator of all other gods. In this way the Egyptians gradually got used to the idea of a supergod, a steppingstone to the later doctrine of a universal creator Deity. The idea of monotheism wavered back and forth in Egypt for many centuries, the belief in one God always gaining ground but never quite dominating the evolving concepts of polytheism.
95:2.3 (1044.2) Eeuwenlang waren de Egyptenaren gewoon geweest natuurgoden te vereren: om precies te zijn had elk van de veertig afzonderlijke stammen een speciale groepsgod, de ene de stier, de volgende de leeuw, de derde de ram, en zo voorts. Nog vroeger waren dit totem-stammen geweest, die zeer veel op de Amerikaanse Indianen leken.   95:2.3 (1044.2) For ages the Egyptian peoples had been given to the worship of nature gods; more particularly did each of the two-score separate tribes have a special group god, one worshiping the bull, another the lion, a third the ram, and so on. Still earlier they had been totem tribes, very much like the Amerinds.
95:2.4 (1044.3) In de loop der tijd merkten de Egyptenaren dat lijken die in graven zonder baksteen werden gelegd, geconserveerd — gebalsemd — werden door de werking van het met soda doordrongen zand, terwijl de lichamen die in bakstenen grafkelders werden begraven, tot ontbinding overgingen. Deze waarnemingen leidden tot de experimenten die resulteerden in de latere praktijk van het balsemen van de doden. De Egyptenaren geloofden dat het conserveren van het lichaam de overgang naar het toekomstige leven vergemakkelijkte. Opdat het individu in de verre toekomst, na het verval van het lichaam, toch naar behoren zou kunnen worden geïdentifeerd, plaatsten zij met het lijk een grafbeeld in de tombe en sneden een beeltenis uit op de doodskist. Door het maken van deze grafbeelden werden er in de Egyptische kunst grote vorderingen gemaakt.   95:2.4 (1044.3) In time the Egyptians observed that dead bodies placed in brickless graves were preserved—embalmed—by the action of the soda-impregnated sand, while those buried in brick vaults decayed. These observations led to those experiments which resulted in the later practice of embalming the dead. The Egyptians believed that preservation of the body facilitated one’s passage through the future life. That the individual might properly be identified in the distant future after the decay of the body, they placed a burial statue in the tomb along with the corpse, carving a likeness on the coffin. The making of these burial statues led to great improvement in Egyptian art.
95:2.5 (1044.4) Eeuwenlang stelden de Egyptenaren hun vertrouwen in graftomben als bescherming van het lichaam en als verzekering van het aangename voortbestaan na de dood dat daaruit zou volgen. De latere ontwikkeling van magische praktijken die weliswaar het leven van de wieg tot het graf belastten, verloste hen op hoogst effectieve wijze van de religie van de tomben. De priesters plachten op de doodskisten magische teksten te schrijven, waarvan men geloofde dat ze ‘een mens beschermden tegen het wegnemen van zijn hart in de onderwereld.’ Weldra werd een gevarieerde verzameling van deze magische teksten gebundeld en bewaard als het Dodenboek. Maar in het Nijldal raakte magisch ritueel reeds vroeg verweven met de gebieden van het geweten en het ka- rakter, in een mate die in de rituelen van die dagen niet vaak werd bereikt. En daarna verliet men zich liever op deze ethische en morele idealen voor zijn verlossing, dan op doorwrochte tomben.   95:2.5 (1044.4) For centuries the Egyptians placed their faith in tombs as the safeguard of the body and of consequent pleasurable survival after death. The later evolution of magical practices, while burdensome to life from the cradle to the grave, most effectually delivered them from the religion of the tombs. The priests would inscribe the coffins with charm texts which were believed to be protection against a “man’s having his heart taken away from him in the nether world.” Presently a diverse assortment of these magical texts was collected and preserved as The Book of the Dead. But in the Nile valley magical ritual early became involved with the realms of conscience and character to a degree not often attained by the rituals of those days. And subsequently these ethical and moral ideals, rather than elaborate tombs, were depended upon for salvation.
95:2.6 (1044.5) De soorten bijgeloof van deze dagen worden goed geïllustreed door het algemeen voorkomend geloof in de werkzaamheid van speeksel als geneesmiddel, een idee dat ontstond in Egypte en zich vandaar door Arabië en Mesopotamië verbreidde. In de legendarische strijd van Horus met Set verloor de jonge god zijn oog, maar nadat Set overwonnen was, werd dit oog hersteld door de wijze god Toth, die op de wond spoog zodat deze genas.   95:2.6 (1044.5) The superstitions of these times are well illustrated by the general belief in the efficacy of spittle as a healing agent, an idea which had its origin in Egypt and spread therefrom to Arabia and Mesopotamia. In the legendary battle of Horus with Set the young god lost his eye, but after Set was vanquished, this eye was restored by the wise god Thoth, who spat upon the wound and healed it.
95:2.7 (1044.6) De Egyptenaren geloofden lange tijd dat de sterren die in de nachtelijke hemel fonkelden, de overlevende zielen van notabele doden waren; andere overlevenden, dachten zij, werden in de zon opgenomen. Gedurende een bepaalde periode werd de verering van de zon een vorm van voorouderverering. De hellende ingangsweg tot de grote pyramide wees recht naar de poolster, zodat de ziel van de koning wanneer zij tevoorschijn kwam, regelrecht kon opstijgen naar de stationaire, vastgestelde constellaties van de vaste sterren, het veronderstelde verblijf van de koningen.   95:2.7 (1044.6) The Egyptians long believed that the stars twinkling in the night sky represented the survival of the souls of the worthy dead; other survivors they thought were absorbed into the sun. During a certain period, solar veneration became a species of ancestor worship. The sloping entrance passage of the great pyramid pointed directly toward the Pole Star so that the soul of the king, when emerging from the tomb, could go straight to the stationary and established constellations of the fixed stars, the supposed abode of the kings.
95:2.8 (1045.1) Wanneer de mensen de schuine stralen van de zon door een opening in de wolken tot de aarde zagen doordringen, geloofden zij dat deze stralen betekenden dat er een hemelse trap werd neergelaten waarlangs de koning en andere rechtvaardige zielen konden opstijgen. ‘Koning Pepi heeft zijn schittering neergezet als een trap onder zijn voeten waarlangs hij kan opstijgen naar zijn moeder.’   95:2.8 (1045.1) When the oblique rays of the sun were observed penetrating earthward through an aperture in the clouds, it was believed that they betokened the letting down of a celestial stairway whereon the king and other righteous souls might ascend. “King Pepi has put down his radiance as a stairway under his feet whereon to ascend to his mother.”
95:2.9 (1045.2) Toen Melchizedek in het vlees verscheen, hadden de Egyptenaren een religie die ver verheven was boven die van de volken die hen omringden. Zij geloofden dat wanneer een van het lichaam gescheiden ziel naar behoren gewapend was met magische formules, zij de kwade geesten die tussenbeide trachtten te komen, kon vermijden en de rechtzaal van Osiris kon bereiken, waar zij, mits onschuldig aan ‘moord, beroving, valsheid, overspel, diefstal en zelfzucht’ zou worden toegelaten tot de rijken van gelukzaligheid. Indien deze ziel in de weegschaal werd gewogen en te licht bevonden, zou zij naar de hel verwezen worden, naar de Verslindster. En dit was, vergeleken met de vormen van geloof van vele omringende volken, een relatief vooruitstrevende opvatting van een toekomstig leven.   95:2.9 (1045.2) When Melchizedek appeared in the flesh, the Egyptians had a religion far above that of the surrounding peoples. They believed that a disembodied soul, if properly armed with magic formulas, could evade the intervening evil spirits and make its way to the judgment hall of Osiris, where, if innocent of “murder, robbery, falsehood, adultery, theft, and selfishness,” it would be admitted to the realms of bliss. If this soul were weighed in the balances and found wanting, it would be consigned to hell, to the Devouress. And this was, relatively, an advanced concept of a future life in comparison with the beliefs of many surrounding peoples.
95:2.10 (1045.3) Het idee dat er in het hiernamaals een oordeel wordt uitgespoken over de zonden die men in het leven in het vlees op aarde begaat, kwam vanuit Egypte in de Hebreeuwse theologie terecht. Het woord oordeel komt slechts eenmaal voor in het hele boek der Hebreeuwse Psalmen, en die speciale psalm is door een Egyptenaar geschreven.   95:2.10 (1045.3) The concept of judgment in the hereafter for the sins of one’s life in the flesh on earth was carried over into Hebrew theology from Egypt. The word judgment appears only once in the entire Book of Hebrew Psalms, and that particular psalm was written by an Egyptian.
3. De evolutie van morele begrippen ^top   3. Evolution of Moral Concepts ^top
95:3.1 (1045.4) Ofschoon de Egyptische cultuur en religie voornamelijk afkomstig waren uit het Anditische Mesopotamë en hoofdzakelijk door de Hebreeërs en Grieken aan latere beschavingen werden doorgegeven, ontstond toch zeer, zeer veel van het sociale en ethische idealisme van de Egyptenaren in het Nijldal als een zuiver evolutionaire ontwikkeling. Niettegenstaande het feit dat er veel waarheid en cultuur van Anditische oorsprong werd ingevoerd, evolueerde er in Egypte meer morele cultuur, als een zuiver menselijke ontwikkeling, dan er vóór de zelfschenking van Michael in enig ander omschreven gebied door vergelijkbare natuurlijke methoden opkwam.   95:3.1 (1045.4) Although the culture and religion of Egypt were chiefly derived from Andite Mesopotamia and largely transmitted to subsequent civilizations through the Hebrews and Greeks, much, very much, of the social and ethical idealism of the Egyptians arose in the valley of the Nile as a purely evolutionary development. Notwithstanding the importation of much truth and culture of Andite origin, there evolved in Egypt more of moral culture as a purely human development than appeared by similar natural techniques in any other circumscribed area prior to the bestowal of Michael.
95:3.2 (1045.5) Morele evolutie is niet geheel afhankelijk van openbaring. Hoge morele begrippen kunnen aan ’s mensen eigen ervaring worden ontleend. De mens kan zelfs geestelijke waarden ontwikkelen en kosmisch inzicht ontlenen aan zijn persoonlijke, experiëntiële leven omdat er een goddelijke geest in hem woont. Het geweten en het karakter dat op deze natuurlijke wijze evolueerde, werden ook versterkt door de periodieke komst van leraren van waarheid, in oude tijden vanuit het tweede Eden, en later vanuit het hoofdkwartier van Melchizedek in Salem.   95:3.2 (1045.5) Moral evolution is not wholly dependent on revelation. High moral concepts can be derived from man’s own experience. Man can even evolve spiritual values and derive cosmic insight from his personal experiential living because a divine spirit indwells him. Such natural evolutions of conscience and character were also augmented by the periodic arrival of teachers of truth, in ancient times from the second Eden, later on from Melchizedek’s headquarters at Salem.
95:3.3 (1045.6) Duizenden jaren voordat het evangelie van Salem tot in Egypte was doorgedrongen, werd daar door de morele leiders reeds gerechtigheid, eerlijkheid en het vermijden van hebzucht onderricht. Drieduizend jaar voordat de Hebreeuwse schrift werd geschreven, was het motto van de Egyptenaren: ‘Vast staat de man wiens standaard rechtvaardigheid is; die wandelt in haar wegen.’ Zij onderrichtten zachtmoedigheid, gematigdheid en kiesheid. De boodschap van een van de grote leraren van dit tijdvak was: ‘Doe wel en handel rechtvaardig met allen.’ De Egyptische triade van deze tijd was Waarheid-Gerechtigheid-Rechtvaardigheid. Geen van de zuiver menselijke religies van Urantia heeft ooit de sociale idealen en morele grootsheid overtroffen van dit oude humanisme van het Nijldal.   95:3.3 (1045.6) Thousands of years before the Salem gospel penetrated to Egypt, its moral leaders taught justice, fairness, and the avoidance of avarice. Three thousand years before the Hebrew scriptures were written, the motto of the Egyptians was: “Established is the man whose standard is righteousness; who walks according to its way.” They taught gentleness, moderation, and discretion. The message of one of the great teachers of this epoch was: “Do right and deal justly with all.” The Egyptian triad of this age was Truth-Justice-Righteousness. Of all the purely human religions of Urantia none ever surpassed the social ideals and the moral grandeur of this onetime humanism of the Nile valley.
95:3.4 (1045.7) In de bodem van deze evoluerende ethische ideeën en morele idealen bloeiden de overgebleven leringen van de religie van Salem. De begrippen van goed en kwaad spraken onmiddellijk tot het hart van het volk dat geloofde dat ‘het leven wordt gegeven aan de vreedzamen en de dood aan de schuldigen.’ ‘De vreedzame is hij die doet wat geliefd is; de schuldige is hij die doet wat gehaat wordt.’ De inwoners van het Nijldal hadden al eeuwenlang volgens deze opkomende ethische en sociale normen geleefd voordat de latere begrippen van juist en verkeerd — goed en kwaad — ook maar bij hen opkwamen.   95:3.4 (1045.7) In the soil of these evolving ethical ideas and moral ideals the surviving doctrines of the Salem religion flourished. The concepts of good and evil found ready response in the hearts of a people who believed that “Life is given to the peaceful and death to the guilty.” “The peaceful is he who does what is loved; the guilty is he who does what is hated.” For centuries the inhabitants of the Nile valley had lived by these emerging ethical and social standards before they ever entertained the later concepts of right and wrong—good and bad.
95:3.5 (1046.1) Egypte was intellectueel en moreel, maar niet overmatig spiritueel. In zesduizend jaar stonden er slechts vier grote profeten op onder de Egyptenaren. Amenemope werd een tijdlang nagevolgd; Okhban werd door hen vermoord; Ichnaton werd maar een korte generatie lang en niet van ganser harte geaccepteerd. Mozes werd door hen verworpen. Het waren opnieuw politieke, meer dan religieuze omstandigheden die het voor Abraham en later Jozef gemakkelijk maakten om in heel Egypte grote invloed uit te oefenen ten behoeve van de Salem-leringen van één God. Maar toen de zendelingen uit Salem Egypte voor het eerst binnenkwamen, troffen zij reeds deze zeer ethische, evolutionaire cultuur aan, die vermengd was met de gemodificeerde morele normen van immigranten uit Mesopotamë. Deze vroege leraren in het Nijldal waren de eersten die verkondigden dat het geweten het bevel van God was, de stem van de Godheid.   95:3.5 (1046.1) Egypt was intellectual and moral but not overly spiritual. In six thousand years only four great prophets arose among the Egyptians. Amenemope they followed for a season; Okhban they murdered; Ikhnaton they accepted but halfheartedly for one short generation; Moses they rejected. Again was it political rather than religious circumstances that made it easy for Abraham and, later on, for Joseph to exert great influence throughout Egypt in behalf of the Salem teachings of one God. But when the Salem missionaries first entered Egypt, they encountered this highly ethical culture of evolution blended with the modified moral standards of Mesopotamian immigrants. These early Nile valley teachers were the first to proclaim conscience as the mandate of God, the voice of Deity.
4. Het onderricht van Amenemope ^top   4. The Teachings of Amenemope ^top
95:4.1 (1046.2) Te zijner tijd groeide er in Egypte een leraar op die door velen de ‘zoon des mensen’ en door anderen Amenemope werd genoemd. Deze ziener verhief het geweten tot zijn hoogtepunt als arbiter tussen goed en kwaad, onderrichtte dat zonde gestraft wordt en verkondigde dat de mens behouden kon worden door de zonnegod te hulp te roepen.   95:4.1 (1046.2) In due time there grew up in Egypt a teacher called by many the “son of man” and by others Amenemope. This seer exalted conscience to its highest pinnacle of arbitrament between right and wrong, taught punishment for sin, and proclaimed salvation through calling upon the solar deity.
95:4.2 (1046.3) Amenemope leerde dat rijkdommen en voorspoed door God geschonken werden, en dit denkbeeld kleurde in sterke mate de filosofie van de Hebreeërs, die later opkwam. Deze edele leraar geloofde dat Godsbewuszijn de bepalende factor was in het hele gedrag; dat ieder moment beleefd moest worden in het besef van de tegenwoordigheid Gods en van de verantwoording die de mens God schuldig is. De leringen van deze wijze werden vervolgens in het Hebreeuws vertaald en vormden het heilige boek van het Hebreeuwse volk, lang voordat het oude testament werd teruggebracht tot geschreven documenten. De voornaamste prediking van deze goede mens had te maken met het onderricht aan zijn zoon over oprechtheid en eerlijkheid in bestuurlijke vertrouwensposities, en deze edele gevoelens uit een ver verleden zouden iedere moderne staatsman tot eer strekken.   95:4.2 (1046.3) Amenemope taught that riches and fortune were the gift of God, and this concept thoroughly colored the later appearing Hebrew philosophy. This noble teacher believed that God-consciousness was the determining factor in all conduct; that every moment should be lived in the realization of the presence of, and responsibility to, God. The teachings of this sage were subsequently translated into Hebrew and became the sacred book of that people long before the Old Testament was reduced to writing. The chief preachment of this good man had to do with instructing his son in uprightness and honesty in governmental positions of trust, and these noble sentiments of long ago would do honor to any modern statesman.
95:4.3 (1046.4) Deze wijze man van de Nijl leerde dat ‘rijkdommen vleugels krijgen en wegvliegen’ — dat alle aardse dingen vluchtig zijn. Zijn grote gebed was om ‘uit vrees gered te worden.’ Hij riep alle mensen op om zich van ‘de woorden der mensen’ af te keren naar ‘de daden Gods.’ Samengevat onderrichtte hij: de mens wikt, maar God beschikt. Zijn onderrichtingen, vertaald in het Hebreeuws, hebben de filosofie van het Boek der Spreuken in het Oude Testament bepaald. Vertaald in het Grieks, hebben zij alle latere Helleense religieuze filosofie gekleurd. De latere Alexandrijnse filosoof Philo bezat een afschrift van het Boek der Wijsheid.   95:4.3 (1046.4) This wise man of the Nile taught that “riches take themselves wings and fly away”—that all things earthly are evanescent. His great prayer was to be “saved from fear.” He exhorted all to turn away from “the words of men” to “the acts of God.” In substance he taught: Man proposes but God disposes. His teachings, translated into Hebrew, determined the philosophy of the Old Testament Book of Proverbs. Translated into Greek, they gave color to all subsequent Hellenic religious philosophy. The later Alexandrian philosopher, Philo, possessed a copy of the Book of Wisdom.
95:4.4 (1046.5) Amenemope vervulde de rol van instandhouder van de ethiek van de evolutie en de moraal van de openbaring, en in zijn geschriften gaf hij deze aan zowel de Hebeeërs als aan de Grieken door. Hij was niet de grootste religieuze leraar van zijn tijd, maar hij oefende wel de grootste invloed uit, in de zin dat hij het latere denken kleurde van twee essentiële verbindingsschakels in de ontwikkeling van de westerse beschaving — de Hebreeërs, bij wie het hoogtepunt van het westerse religieuze geloof evolueerde, en de Grieken die het zuiver filosofische denken tot zijn grootste Europese hoogten ontwikkelden.   95:4.4 (1046.5) Amenemope functioned to conserve the ethics of evolution and the morals of revelation and in his writings passed them on both to the Hebrews and to the Greeks. He was not the greatest of the religious teachers of this age, but he was the most influential in that he colored the subsequent thought of two vital links in the growth of Occidental civilization—the Hebrews, among whom evolved the acme of Occidental religious faith, and the Greeks, who developed pure philosophic thought to its greatest European heights.
95:4.5 (1046.6) In het Boek van de Hebreeuwse Spreuken zijn hoofdstukken vijftien, zeventien, twintig, en hoofdstuk tweeëntwintig, vers zeventien, tot hoofdstuk vierentwintig, vers tweeëntwintig, bijna woordelijk ontleend aan Amenemope’s Boek der Wijsheid. De eerste psalm uit het Hebreeeuwse Boek der Psalmen is door Amenemope geschreven en bevat de kern van het onderrricht van Ichnaton.   95:4.5 (1046.6) In the Book of Hebrew Proverbs, chapters fifteen, seventeen, twenty, and chapter twenty-two, verse seventeen, to chapter twenty-four, verse twenty-two, are taken almost verbatim from Amenemope’s Book of Wisdom. The first psalm of the Hebrew Book of Psalms was written by Amenemope and is the heart of the teachings of Ikhnaton.
5. De opmerkelijke Ichnaton ^top   5. The Remarkable Ikhnaton ^top
95:5.1 (1047.1) De leer van Amenemope was bezig langzaam zijn greep op het Egyptische denken te verliezen toen, door de invloed van een Egyptisch medicus die een Salemiet was, een vrouw van de koninklijke familie de leer van Melchizedek omhelsde. Deze vrouw overreedde haar zoon Ichnaton, Farao van Egypte, om ook deze leer van Eén God te aanvaarden.   95:5.1 (1047.1) The teachings of Amenemope were slowly losing their hold on the Egyptian mind when, through the influence of an Egyptian Salemite physician, a woman of the royal family espoused the Melchizedek teachings. This woman prevailed upon her son, Ikhnaton, Pharaoh of Egypt, to accept these doctrines of One God.
95:5.2 (1047.2) Sinds Melchizedek uit het vlees was verdwenen, had geen enkel mens tot aan die tijd zo’n verbazingwekkend duidelijk beeld gehad van de geopenbaarde religie van Salem als Ichnaton. In sommige opzichten is deze jonge Egyptische koning een van de opmerkelijkste personen in de geschiedenis van de mensheid. Tijdens de toenemende geestelijke achteruitgang in Mesopotamië hield hij de leer van El Elyon, de Ene God, levend in Egypte, en zorgde aldus voor het in stand blijven van het kanaal van het filosofisch monotheïsme, dat van vitaal belang was voor de religieuze achtergrond van de zelfschenking van Michael, die toen nog in de toekomst lag. En het was uit erkentelijkheid voor deze prestaties, naast andere redenen, dat het kind Jezus naar Egypte werd gebracht, waar enige geestelijke opvolgers van Ichnaton hem zagen en bepaalde aspecten van zijn goddelijke zending naar Urantia tot op zekere hoogte begrepen.   95:5.2 (1047.2) Since the disappearance of Melchizedek in the flesh, no human being up to that time had possessed such an amazingly clear concept of the revealed religion of Salem as Ikhnaton. In some respects this young Egyptian king is one of the most remarkable persons in human history. During this time of increasing spiritual depression in Mesopotamia, he kept alive the doctrine of El Elyon, the One God, in Egypt, thus maintaining the philosophic monotheistic channel which was vital to the religious background of the then future bestowal of Michael. And it was in recognition of this exploit, among other reasons, that the child Jesus was taken to Egypt, where some of the spiritual successors of Ikhnaton saw him and to some extent understood certain phases of his divine mission to Urantia.
95:5.3 (1047.3) Mozes, de grootste figuur tussen Melchizedek en Jezus, was een gezamenlijke gave aan de wereld van het Hebreeuwse volk en de Egyptische koninklijke familie. Indien Ichnaton de veelzijdigheid en het talent van Mozes had gehad, en indien hij evenveel politieke begaafdheid aan de dag had gelegd als verrassende religieuze leiderskwaliteiten, dan zou Egypte de grote monotheïstische natie van dat tijdperk zijn geworden. En als dit was gebeurd, is het niet geheel ondenkbaar dat Jezus het grootste deel van zijn leven als sterveling in Egypte zou hebben doorgebracht.   95:5.3 (1047.3) Moses, the greatest character between Melchizedek and Jesus, was the joint gift to the world of the Hebrew race and the Egyptian royal family; and had Ikhnaton possessed the versatility and ability of Moses, had he manifested a political genius to match his surprising religious leadership, then would Egypt have become the great monotheistic nation of that age; and if this had happened, it is barely possible that Jesus might have lived the greater portion of his mortal life in Egypt.
95:5.4 (1047.4) In de gehele geschiedenis is geen enkele koning zo methodisch te werk gegaan om een hele natie van het polytheïsme naar het monotheïsme over te doen gaan, als deze buitengewone Ichnaton. Met de meest verbazingwekkende vastbeslotenheid brak deze jonge heerser met het verleden, veranderde zijn naam, verliet zijn hoofdstad, bouwde een geheel nieuwe stad en schiep een nieuwe beeldende kunst en literatuur voor een heel volk. Maar zijn tempo lag te hoog: hij bouwde te veel, meer dan in stand kon blijven toen hij was heengegaan. Ook trof hij geen voorzieningen voor de materiële stabiliteit en welvaart van zijn volk, en dit alles bracht ongunstige reacties teweeg tegen zijn religieuze onderricht toen de Egyptenaren vervolgens door vloedgolven van tegenspoed en onderdrukking werden overspoeld.   95:5.4 (1047.4) Never in all history did any king so methodically proceed to swing a whole nation from polytheism to monotheism as did this extraordinary Ikhnaton. With the most amazing determination this young ruler broke with the past, changed his name, abandoned his capital, built an entirely new city, and created a new art and literature for a whole people. But he went too fast; he built too much, more than could stand when he had gone. Again, he failed to provide for the material stability and prosperity of his people, all of which reacted unfavorably against his religious teachings when the subsequent floods of adversity and oppression swept over the Egyptians.
95:5.5 (1047.5) Indien deze man met zijn verbazingwekkend heldere visie en buitengewone doelgerichtheid, de politieke scherpzinnigheid van Mozes had gehad, dan zou hij de hele geschiedenis van de evolutie van de religie en de openbaring van waarheid in de westerse wereld hebben omgebogen. Tijdens zijn leven was hij in staat de activiteiten van de priesters die hij over het algemeen wantrouwde, aan banden te leggen, maar zij hielden hun culten in het verborgene in stand en zodra de jonge koning de macht had verloren, kwamen zij in actie. En zij schroomden niet om alle tegenslagen die Egypte vervolgens te verduren kreeg, in verband te brengen met het monotheïsme dat gedurende zijn regering was ingesteld.   95:5.5 (1047.5) Had this man of amazingly clear vision and extraordinary singleness of purpose had the political sagacity of Moses, he would have changed the whole history of the evolution of religion and the revelation of truth in the Occidental world. During his lifetime he was able to curb the activities of the priests, whom he generally discredited, but they maintained their cults in secret and sprang into action as soon as the young king passed from power; and they were not slow to connect all of Egypt’s subsequent troubles with the establishment of monotheism during his reign.
95:5.6 (1047.6) Zeer wijselijk trachtte Ichnaton het monotheïsme in te stellen onder het mom van de zonnegod. Dit besluit om de aanbidding van de Universele Vader te benaderen door alle goden te absorberen in de verering van de zon, was te danken aan de raadgevingen van de Salemitische geneesheer. Ichnaton nam de gepopulariseerde leringen van de toen bestaande Aton-religie over het vaderschap en moederschap van de Godheid ter hand en schiep daarmee een religie die een innige, eerbiedige verhouding tussen mens en God erkende.   95:5.6 (1047.6) Very wisely Ikhnaton sought to establish monotheism under the guise of the sun-god. This decision to approach the worship of the Universal Father by absorbing all gods into the worship of the sun was due to the counsel of the Salemite physician. Ikhnaton took the generalized doctrines of the then existent Aton faith regarding the fatherhood and motherhood of Deity and created a religion which recognized an intimate worshipful relation between man and God.
95:5.7 (1048.1) Ichnaton was verstandig genoeg om de uiterlijke verering van Aton, de zonnegod, in stand te houden, terwijl hij zijn medewerkers aanvoerde in de verhulde aanbidding van de Ene God, schepper van Aton en allerhoogste Vader van allen. Deze jonge leraar-koning was een vruchtbaar schrijver en de auteur van de uiteenzetting met de titel ‘De Ene God,’ een boek in eenendertig hoofdstukken, dat de priesters totaal vernietigden toen zij weer aan de macht waren. Ichnaton schreef ook honderzevenendertig hymnen, waarvan er nu nog twaalf bewaard zijn in het Oud-Testamentische Boek der Psalmen, waar zij worden toegeschreven aan Hebreeuwse dichters.   95:5.7 (1048.1) Ikhnaton was wise enough to maintain the outward worship of Aton, the sun-god, while he led his associates in the disguised worship of the One God, creator of Aton and supreme Father of all. This young teacher-king was a prolific writer, being author of the exposition entitled “The One God,” a book of thirty-one chapters, which the priests, when returned to power, utterly destroyed. Ikhnaton also wrote one hundred and thirty-seven hymns, twelve of which are now preserved in the Old Testament Book of Psalms, credited to Hebrew authorship.
95:5.8 (1048.2) In het dagelijks leven was het belangrijkste woord in Ichnatons religie ‘rechtvaardigheid,’ en hij breidde het idee van juist handelen snel uit, zodat het zowel internationale als nationale ethiek ging omvatten. Deze generatie kende een verbazingwekkende persoonlijke vroomheid en werd gekenmerkt door een echt streven bij de meer intelligente mannen en vrouwen om God te zoeken en hem te leren kennen. In die dagen kon geen enkele Egyptenaar in de ogen van de wet enig voordeel ontlenen aan zijn maatschappelijke positie of aan rijkdom. Het gezinsleven in Egpte leverde een grote bijdrage aan het bewaren en versterken van de morele cultuur en inspireerde de Joden in Palestina later tot hun voortreffelijke gezinsleven.   95:5.8 (1048.2) The supreme word of Ikhnaton’s religion in daily life was “righteousness,” and he rapidly expanded the concept of right doing to embrace international as well as national ethics. This was a generation of amazing personal piety and was characterized by a genuine aspiration among the more intelligent men and women to find God and to know him. In those days social position or wealth gave no Egyptian any advantage in the eyes of the law. The family life of Egypt did much to preserve and augment moral culture and was the inspiration of the later superb family life of the Jews in Palestine.
95:5.9 (1048.3) De fatale zwakte van het evangelie van Ichnaton was zijn grootste waarheid, het onderricht dat Aton niet alleen de schepper van Egypte was, maar ook van de ‘gehele wereld, de mens en de dieren, en alle vreemde landen, zelfs Syrië en Kush, naast dit land van Egypte. Hij geeft aan allen hun plaats en voorziet allen van wat zij nodig hebben.’ Deze denkbeelden over de Godheid waren hoog en verheven, maar niet nationalistisch. Deze gevoelens van internationaliteit in de religie konden het moreel van de Egyptenaar op het slagveld niet versterken, terwijl zij anderzijds voor de priesters doeltreffende wapens waren om tegen de jonge koning en zijn nieuwe godsdienst in het veld te brengen. Hij had een Godheidsvoorstelling die ver boven die van de latere Hebreeërs uitging, maar zij was te vooruitstrevend om de doeleinden van het opbouwen van een natie te kunnen dienen.   95:5.9 (1048.3) The fatal weakness of Ikhnaton’s gospel was its greatest truth, the teaching that Aton was not only the creator of Egypt but also of the “whole world, man and beasts, and all the foreign lands, even Syria and Kush, besides this land of Egypt. He sets all in their place and provides all with their needs.” These concepts of Deity were high and exalted, but they were not nationalistic. Such sentiments of internationality in religion failed to augment the morale of the Egyptian army on the battlefield, while they provided effective weapons for the priests to use against the young king and his new religion. He had a Deity concept far above that of the later Hebrews, but it was too advanced to serve the purposes of a nation builder.
95:5.10 (1048.4) Hoewel het monotheïstische ideaal schade leed door het heengaan van Ichnaton, bleef het idee van één God in het denken van vele groeperingen bestaan. De schoonzoon van Ichnaton sloot zich bij de priesters aan en keerde terug tot de aanbidding van de oude goden, waarbij hij zijn naam veranderde in Tutankhamen. Thebe werd wederom de hoofdstad en de priesters gedijden op het land, en kregen tenslotte een zevende van heel Egypte in hun bezit. Weldra verstoutte een van deze orde der priesters zich om de troon te grijpen.   95:5.10 (1048.4) Though the monotheistic ideal suffered with the passing of Ikhnaton, the idea of one God persisted in the minds of many groups. The son-in-law of Ikhnaton went along with the priests, back to the worship of the old gods, changing his name to Tutankhamen. The capital returned to Thebes, and the priests waxed fat upon the land, eventually gaining possession of one seventh of all Egypt; and presently one of this same order of priests made bold to seize the crown.
95:5.11 (1048.5) Maar de priesters konden de golf van het monotheïsme niet geheel keren. Zij zagen zich steeds meer gedwongen om hun goden te combineren en aan elkaar te koppelen; de godenfamilie kromp steeds meer in. Ichnaton had de vlammende schijf in de hemelen met de schepper-God geassocieerd, en lang nadat de jonge hervormer was heengegaan bleef dit idee in de harten der mensen opvlammen, zelfs bij de priesters. Het denkbeeld van het monotheïsme is in de harten van de mensen in Egypte en in de wereld nooit uitgestorven. Het bleef in leven tot de komst van de Schepper-Zoon van dezelfde goddelijke Vader, de ene God voor wiens verering Ichnaton in heel Egypte zo vurig had geijverd.   95:5.11 (1048.5) But the priests could not fully overcome the monotheistic wave. Increasingly they were compelled to combine and hyphenate their gods; more and more the family of gods contracted. Ikhnaton had associated the flaming disc of the heavens with the creator God, and this idea continued to flame up in the hearts of men, even of the priests, long after the young reformer had passed on. Never did the concept of monotheism die out of the hearts of men in Egypt and in the world. It persisted even to the arrival of the Creator Son of that same divine Father, the one God whom Ikhnaton had so zealously proclaimed for the worship of all Egypt.
95:5.12 (1048.6) De zwakte van Ichnatons leer was gelegen in het feit dat hij zich zulk een vooruitstrevende godsdienst ten doel stelde, dat zijn onderricht alleen door de ontwikkelde Egyptenaren geheel kon worden begrepen. De gewone landarbeiders kregen geen werkelijk begrip van zijn evangelie, en waren daarom bereid met de priesters terug te keren tot de vroegere aanbidding van Isis en haar gemaal Osiris, van wie werd verondersteld dat hij op wonderbaarlijke wijze was opgewekt uit een wrede dood, hem toegebracht door Set, de god van de duisternis en het kwaad.   95:5.12 (1048.6) The weakness of Ikhnaton’s doctrine lay in the fact that he proposed such an advanced religion that only the educated Egyptians could fully comprehend his teachings. The rank and file of the agricultural laborers never really grasped his gospel and were, therefore, ready to return with the priests to the old-time worship of Isis and her consort Osiris, who was supposed to have been miraculously resurrected from a cruel death at the hands of Set, the god of darkness and evil.
95:5.13 (1049.1) Het onderricht van onsterfelijkheid voor alle mensen was te vooruitstrevend voor de Egyptenaren. Alleen voor koningen en voor de rijken bestond de belofte van een wederopstanding, en daarom balsemden en conserveerden zij hun lichamen zo zorgvuldig in graftomben voor de dag des oordeels. Maar de democratie van behoud en opstanding, zoals Ichnaton die onderrichtte, kreeg tenslotte de overhand, zozeer zelfs dat de Egyptenaren later geloofden dat ook niet-sprekende dieren tot overleving konden komen.   95:5.13 (1049.1) The teaching of immortality for all men was too advanced for the Egyptians. Only kings and the rich were promised a resurrection; therefore did they so carefully embalm and preserve their bodies in tombs against the day of judgment. But the democracy of salvation and resurrection as taught by Ikhnaton eventually prevailed, even to the extent that the Egyptians later believed in the survival of dumb animals.
95:5.14 (1049.2) Ofschoon de inspanning van deze Egyptische heerser om de aanbidding van één God aan zijn volk op te leggen leek te falen, moet hier worden vermeld dat de weerklank van zijn werk zowel in Palestina als in Griekenland eeuwenlang te horen bleef, en dat Egypte zo de bemiddelaar werd die de combinatie van de evolutionaire cultuur van de Nijl en de openbaringsreligie van de Eufraat doorgaf aan alle latere volken van het Westen.   95:5.14 (1049.2) Although the effort of this Egyptian ruler to impose the worship of one God upon his people appeared to fail, it should be recorded that the repercussions of his work persisted for centuries both in Palestine and Greece, and that Egypt thus became the agent for transmitting the combined evolutionary culture of the Nile and the revelatory religion of the Euphrates to all of the subsequent peoples of the Occident.
95:5.15 (1049.3) De glorie van dit grootse tijdvak van morele ontwikkeling en geestelijke groei in het Nijldal ging snel voorbij rond de tijd dat het nationale leven van de Hebreeërs begon, en na hun verblijf in Egypte droegen deze Bedoeïnen veel van deze onderrichtingen met zich mee en bestendigden zij veel van Ichnaton’s leringen in de religie van hun volk.   95:5.15 (1049.3) The glory of this great era of moral development and spiritual growth in the Nile valley was rapidly passing at about the time the national life of the Hebrews was beginning, and consequent upon their sojourn in Egypt these Bedouins carried away much of these teachings and perpetuated many of Ikhnaton’s doctrines in their racial religion.
6. De leer van Salem in Iran ^top   6. The Salem Doctrines in Iran ^top
95:6.1 (1049.4) Vanuit Palestina trokken enige zendelingen van Melchizedek door Mesopotamië heen naar de grote Iraanse hoogvlakte. Meer dan vijfhonderd jaar lang boekten de leraren uit Salem vooruitgang in Iran, en de hele natie was reeds bezig over te gaan naar de religie van Melchizedek, toen er door een verandering van heersers een bittere vervolging in beweging werd gezet, waardoor aan de monotheïstische leringen van de cultus van Salem praktisch een eind kwam. De leer van het verbond van Abraham was bijna geheel verdwenen in Perzië, toen in die grote eeuw van morele wedergeboorte, de zesde voor Christus, Zarathustra verscheen om de laatste vonken van het evangelie van Salem nieuw leven in te blazen.   95:6.1 (1049.4) From Palestine some of the Melchizedek missionaries passed on through Mesopotamia and to the great Iranian plateau. For more than five hundred years the Salem teachers made headway in Iran, and the whole nation was swinging to the Melchizedek religion when a change of rulers precipitated a bitter persecution which practically ended the monotheistic teachings of the Salem cult. The doctrine of the Abrahamic covenant was virtually extinct in Persia when, in that great century of moral renaissance, the sixth before Christ, Zoroaster appeared to revive the smouldering embers of the Salem gospel.
95:6.2 (1049.5) Deze stichter van een nieuwe godsdienst was een manhaftige, avontuurlijke jongeman, die tijdens zijn eerste pelgrimstocht naar Ur in Mesopotamië, naast vele andere overleveringen, gehoord had over de rebellie van Caligastia en Lucifer, en dit alles deed een sterk beroep op zijn religieuze natuur. Dientengevolge besloot hij, door een droom die hij in Ur had, om terug te keren naar zijn vaderland in het noorden en de hervorming van de godsdienst van zijn volk op zich te nemen. Hij had de Hebreeuwse idee van een God der gerechtigheid, de Mozaïsche opvatting van goddelijkheid, in zich opgenomen. Het idee van een allerhoogste God stond hem duidelijk voor ogen, en alle andere goden beschouwde hij als duivels die hij verwees naar de gelederen van de demonen waarover hij in Mesopotamië gehoord had. Hij had het verhaal van de Zeven Meester-Geesten gehoord in de vorm waarin deze traditie in Ur was blijven voortleven, en dienovereenkomstig schiep hij een stelsel van zeven oppergoden met Ahura-Mazda aan het hoofd. Deze ondergeschikte goden verbond hij met de idealisatie van de Juiste Wet, het Goede Denken, Edele Regering, Heilig Karakter, Gezondheid en Onsterfelijkheid.   95:6.2 (1049.5) This founder of a new religion was a virile and adventurous youth, who, on his first pilgrimage to Ur in Mesopotamia, had learned of the traditions of the Caligastia and the Lucifer rebellion—along with many other traditions—all of which had made a strong appeal to his religious nature. Accordingly, as the result of a dream while in Ur, he settled upon a program of returning to his northern home to undertake the remodeling of the religion of his people. He had imbibed the Hebraic idea of a God of justice, the Mosaic concept of divinity. The idea of a supreme God was clear in his mind, and he set down all other gods as devils, consigned them to the ranks of the demons of which he had heard in Mesopotamia. He had learned of the story of the Seven Master Spirits as the tradition lingered in Ur, and, accordingly, he created a galaxy of seven supreme gods with Ahura-Mazda at its head. These subordinate gods he associated with the idealization of Right Law, Good Thought, Noble Government, Holy Character, Health, and Immortality.
95:6.3 (1049.6) En deze nieuwe religie was er een van aktie — werk — niet van gebeden en rituelen. Haar God was een wezen van allerhoogste wijsheid en de beschermer der civilisatie; deze godsdienst was een strijdvaardige religieuze filosofie die het gevecht met het kwaad, laksheid en achterlijkheid niet schuwde.   95:6.3 (1049.6) And this new religion was one of action—work—not prayers and rituals. Its God was a being of supreme wisdom and the patron of civilization; it was a militant religious philosophy which dared to battle with evil, inaction, and backwardness.
95:6.4 (1049.7) Zarathustra onderrichte niet de verering van het vuur, maar trachtte gebruik te maken van de vlam als symbool van de zuivere, wijze Geest die universeel en oppermachtig heerst. (Het is maar al te waar dat zijn latere volgelingen dit symbolische vuur zowel vereerden als aanbaden.) Toen een Iraanse prins zich tot deze nieuwe godsdienst had bekeerd, werd zij uiteindelijk door het zwaard verbreid. En Zarathustra stierf heldhaftig in de strijd voor wat hij geloofde dat de ‘waarheid van de Heer van het licht’ was.   95:6.4 (1049.7) Zoroaster did not teach the worship of fire but sought to utilize the flame as a symbol of the pure and wise Spirit of universal and supreme dominance. (All too true, his later followers did both reverence and worship this symbolic fire.) Finally, upon the conversion of an Iranian prince, this new religion was spread by the sword. And Zoroaster heroically died in battle for that which he believed was the “truth of the Lord of light.”
95:6.5 (1050.1) De godsdienst van Zarathustra is de enige geloofsrichting op Urantia die het onderricht van Dalamatia en Eden over de Zeven Meester-Geesten in stand houdt. Terwijl hij er niet in slaagde het denkbeeld van de Triniteit te ontwikkelen, heeft hij in zekere zin wel het denkbeeld van God de Zevenvoudige benaderd. De oorspronkelijke leer van Zarathustra was niet een zuiver dualisme; hoewel de vroege leringen het kwaad afbeeldden als een coördinaat van goedheid in de tijd, ging het beslist in de eeuwigheid onder in de ultieme realiteit van het goede. Pas in latere tijden werd steeds meer geloofd dat goed en kwaad op gelijke voet met elkaar streden.   95:6.5 (1050.1) Zoroastrianism is the only Urantian creed that perpetuates the Dalamatian and Edenic teachings about the Seven Master Spirits. While failing to evolve the Trinity concept, it did in a certain way approach that of God the Sevenfold. Original Zoroastrianism was not a pure dualism; though the early teachings did picture evil as a time co-ordinate of goodness, it was definitely eternity-submerged in the ultimate reality of the good. Only in later times did the belief gain credence that good and evil contended on equal terms.
95:6.6 (1050.2) De Joodse overleveringen over de hemel en hel en de leer over duivels zoals deze in de Hebreeuwse schrift zijn weergegeven, zijn weliswaar gebaseerd op de restanten van de overleveringen over Lucifer en Caligastia, maar stammen hoofdzakelijk van de volgelingen van Zarathustra, tijdens de periode toen de Joden onder de politieke en culturele overheersing van de Perzen leefden. Net als de Egyptenaren onderrichtte Zarathustra over de ‘dag des oordeels,’ maar hij verbond deze gebeurtenis met het einde van de wereld.   95:6.6 (1050.2) The Jewish traditions of heaven and hell and the doctrine of devils as recorded in the Hebrew scriptures, while founded on the lingering traditions of Lucifer and Caligastia, were principally derived from the Zoroastrians during the times when the Jews were under the political and cultural dominance of the Persians. Zoroaster, like the Egyptians, taught the “day of judgment,” but he connected this event with the end of the world.
95:6.7 (1050.3) Zelfs de godsdienst die de religie van Zarathustra in Perzië opvolgde, was er duidelijk door beïnvloed. Toen de Perzische priesters de leer van Zarathustra omver trachtten te werpen, bliezen zij de oude verering van Mithras nieuw leven in. En het Mithraïsme verbreidde zich door de gehele Levant en alle streken rond de Middelandse Zee, waarbij het een tijdlang samen bestond met zowel het Judaïsme als het Christendom. De leer van Zarathustra oefende achtereenvolgens invloed uit op de drie grote godsdiensten, het Judaïsme, het Christendom, en via deze, het Mohammedanisme.   95:6.7 (1050.3) Even the religion which succeeded Zoroastrianism in Persia was markedly influenced by it. When the Iranian priests sought to overthrow the teachings of Zoroaster, they resurrected the ancient worship of Mithra. And Mithraism spread throughout the Levant and Mediterranean regions, being for some time a contemporary of both Judaism and Christianity. The teachings of Zoroaster thus came successively to impress three great religions: Judaism and Christianity and, through them, Mohammedanism.
95:6.8 (1050.4) Er bestaat evenwel een enorme afstand tussen de verheven leer en edele psalmen van Zarathustra en de moderne verwrongen voorstellingen van zijn evangelie door de Perzen, met hun grote angst voor de doden, gepaard aan vormen van geloof in spitsvondigheden waar Zarathustra zich altijd te ver boven verheven voelde om ze te gedogen.   95:6.8 (1050.4) But it is a far cry from the exalted teachings and noble psalms of Zoroaster to the modern perversions of his gospel by the Parsees with their great fear of the dead, coupled with the entertainment of beliefs in sophistries which Zoroaster never stooped to countenance.
95:6.9 (1050.5) Deze grote man hoorde tot die unieke groep die in de zesde eeuw voor Christus opstond om te zorgen dat het licht van Salem niet geheel en al zou doven, nu het nog maar zo zwak brandde om de mens in de verduisterde wereld het pad des lichts te wijzen dat tot het eeuwig leven leidt.   95:6.9 (1050.5) This great man was one of that unique group that sprang up in the sixth century before Christ to keep the light of Salem from being fully and finally extinguished as it so dimly burned to show man in his darkened world the path of light leading to everlasting life.
7. Het onderricht van Salem in Arabië ^top   7. The Salem Teachings in Arabia ^top
95:7.1 (1050.6) Het onderricht van Melchizedek over de ene God schoot pas betrekkelijk kort geleden wortel in de Arabische woestijn. De zendelingen uit Salem faalden in Arabië, evenals in Griekenland, vanwege hun verkeerde interpretatie van de aanwijzingen van Machiventa ten aanzien van overorganisatie. Maar zij werden niet gehinderd door hun uitleg van zijn waarschuwing tegen alle pogingen om het evangelie door militaire macht of burgerlijke dwang te verbreiden.   95:7.1 (1050.6) The Melchizedek teachings of the one God became established in the Arabian Desert at a comparatively recent date. As in Greece, so in Arabia the Salem missionaries failed because of their misunderstanding of Machiventa’s instructions regarding overorganization. But they were not thus hindered by their interpretation of his admonition against all efforts to extend the gospel through military force or civil compulsion.
95:7.2 (1050.7) Zelfs in China of Rome faalden de leringen van Melchizedek niet zo volkomen als in deze woestijnstreek, die zo dicht bij Salem zelf in de buurt lag. Lang nadat de meerderheid van de volken van het Oosten en het Westen respectievelijk Boeddhistisch en Christelijk waren geworden, bleef de woestijn van Arabië zoals deze al duizenden jaren geweest was. Iedere stam vereerde zijn oude fetisj, en veel families hadden hun eigen individuele huisgoden. De strijd tussen de Babylonische Ishtar, de Hebreeuwse Jahweh, de Iraanse Ahura, en de Christelijke Vader van de Heer Jezus Christus duurde lang voort. Geen van deze begrippen was ooit in staat om de andere geheel van zijn plaats te dringen.   95:7.2 (1050.7) Not even in China or Rome did the Melchizedek teachings fail more completely than in this desert region so very near Salem itself. Long after the majority of the peoples of the Orient and Occident had become respectively Buddhist and Christian, the desert of Arabia continued as it had for thousands of years. Each tribe worshiped its olden fetish, and many individual families had their own household gods. Long the struggle continued between Babylonian Ishtar, Hebrew Yahweh, Iranian Ahura, and Christian Father of the Lord Jesus Christ. Never was one concept able fully to displace the others.
95:7.3 (1051.1) Overal in Arabië waren er hier en daar families en clans die vasthielden aan het vage idee van de ene God. Deze groepen koesterden de tradities van Melchizedek, Abraham, Mozes en Zarathustra. Er bestonden talrijke centra waar het evangelie van Jezus weerklank zou hebben kunnen vinden, maar de Christelijke zendelingen in de woestijnstreken waren een strenge, onbuigzame groep, in tegenstelling tot de tot compromissen bereide vernieuwers die in de landen rond de Middelandse Zee als zendelingen werkten. Indien de volgelingen van Jezus zijn bevel om ‘de hele wereld in te gaan en het evangelie te prediken’ ernstiger hadden opgevat, en indien zij bij dat prediken hoffelijker waren geweest en minder strikt bijkomende sociale eisen van eigen makelij hadden gesteld, dan zouden vele landen met vreugde het eenvoudige evangelie van de timmermanszoon hebben ontvangen, waaronder ook Arabië.   95:7.3 (1051.1) Here and there throughout Arabia were families and clans that held on to the hazy idea of the one God. Such groups treasured the traditions of Melchizedek, Abraham, Moses, and Zoroaster. There were numerous centers that might have responded to the Jesusonian gospel, but the Christian missionaries of the desert lands were an austere and unyielding group in contrast with the compromisers and innovators who functioned as missionaries in the Mediterranean countries. Had the followers of Jesus taken more seriously his injunction to “go into all the world and preach the gospel,” and had they been more gracious in that preaching, less stringent in collateral social requirements of their own devising, then many lands would gladly have received the simple gospel of the carpenter’s son, Arabia among them.
95:7.4 (1051.2) Ondanks het feit dat de grote monotheïstische godsdiensten van de Levant geen wortel schoten in Arabië, was dit woestijnland in staat een geloof voort te brengen dat, ook al stelde het minder zware sociale eisen, niettemin monotheïstisch was.   95:7.4 (1051.2) Despite the fact that the great Levantine monotheisms failed to take root in Arabia, this desert land was capable of producing a faith which, though less demanding in its social requirements, was nonetheless monotheistic.
95:7.5 (1051.3) De primitieve, ongeorganiseerde geloofsovertuigingen in de woestijn kenden slechts één factor van tribale, raciale of nationale aard, namelijk de eigenaardige, algemene eerbied die bijne alle Arabische stammen bereid waren te betonen aan een zekere zwarte stenen fetisj in een bepaalde tempel in Mekka. Dit punt van onderling contact en gemeenschappelijke verering leidde vervolgens tot de vestiging van de godsdienst van de Islam. Wat Jahweh, de vulkaangeest, betekende voor de Joodse Semieten, werd de Kaäba-steen voor hun Arabische verwanten.   95:7.5 (1051.3) There was only one factor of a tribal, racial, or national nature about the primitive and unorganized beliefs of the desert, and that was the peculiar and general respect which almost all Arabian tribes were willing to pay to a certain black stone fetish in a certain temple at Mecca. This point of common contact and reverence subsequently led to the establishment of the Islamic religion. What Yahweh, the volcano spirit, was to the Jewish Semites, the Kaaba stone became to their Arabic cousins.
95:7.6 (1051.4) De kracht van de Islam is zijn duidelijk omschreven en goed gedefinieerde voorstelling geweest van Allah als de ene en enige Godheid; de zwakheid van de Islam was de verbintenis van militaire kracht met zijn verbreiding, alsmede degradatie van de vrouw. Maar de Islam heeft standvastig vastgehouden aan zijn voorstelling van de Ene Universele Godheid van allen, ‘die het onzichtbare en het zichtbare kent. Hij is de genadige en barmhartige.’ ‘Waarlijk God is overvloedig in goedheid voor alle mensen.’ ‘En wanneer ik ziek ben, is hij het die mij geneest.’ ‘Want wanneer maar drie tezamen spreken, is God aanwezig als vierde’, want is hij niet ‘de eerste en de laatste, alsook de geziene en de verborgene?’   95:7.6 (1051.4) The strength of Islam has been its clear-cut and well-defined presentation of Allah as the one and only Deity; its weakness, the association of military force with its promulgation, together with its degradation of woman. But it has steadfastly held to its presentation of the One Universal Deity of all, “who knows the invisible and the visible. He is the merciful and the compassionate.” “Truly God is plenteous in goodness to all men.” “And when I am sick, it is he who heals me.” “For whenever as many as three speak together, God is present as a fourth,” for is he not “the first and the last, also the seen and the hidden”?
95:7.7 (1051.5) [Aangeboden door een Melchizedek van Nebadon.]   95:7.7 (1051.5) [Presented by a Melchizedek of Nebadon.]