Verhandeling 194 Paper 194
De uitstorting van de Geest van Waarheid Bestowal of the Spirit of Truth
194:0.1 (2059.1) ROND één uur, toen de honderdtwintig gelovigen in gebed waren, werden ze allen een vreemde tegenwoordigheid gewaar in de zaal. Tegelijkertijd werden deze discipelen zich allen bewust van een nieuw, diep gevoel van geestelijke vreugde, veiligheid en vertrouwen. Deze nieuwe bewustheid van geestelijke kracht werd onmiddellijk gevolgd door een sterke impuls om uit te gaan en het evangelie van het koninkrijk en het goede nieuws dat Jezus uit de dood was opgestaan, te verkondigen. 194:0.1 (2059.1) ABOUT one o’clock, as the one hundred and twenty believers were engaged in prayer, they all became aware of a strange presence in the room. At the same time these disciples all became conscious of a new and profound sense of spiritual joy, security, and confidence. This new consciousness of spiritual strength was immediately followed by a strong urge to go out and publicly proclaim the gospel of the kingdom and the good news that Jesus had risen from the dead.
194:0.2 (2059.2) Petrus stond op en verklaarde dat dit de komst van de Geest van Waarheid moest zijn die de Meester hun had beloofd, en hij stelde voor dat zij naar de tempel zouden gaan om te beginnen met de verkondiging van het goede nieuws dat hun in handen was gegeven. En zij deden precies wat Petrus voorstelde. 194:0.2 (2059.2) Peter stood up and declared that this must be the coming of the Spirit of Truth which the Master had promised them and proposed that they go to the temple and begin the proclamation of the good news committed to their hands. And they did just what Peter suggested.
194:0.3 (2059.3) Deze mensen waren opgeleid en geïnstrueerd in de wetenschap dat het evangelie dat zij dienden te prediken het vaderschap van God was, en het zoonschap van de mens, maar juist op dit moment van geestelijke vervoering en persoonlijke triomf, was de beste boodschap, het grootste nieuws dat deze mensen zich konden voorstellen, het feit van de verrezen Meester. En zo gingen zij erop uit, begiftigd met kracht uit den hoge, en predikten het blijde nieuws aan het volk — zelfs redding door Jezus — maar onbedoeld begingen zij de dwaling dat zij sommige feiten die met het evangelie waren verbonden, in de plaats stelden van de boodschap van het evangelie zelf. Zonder het te weten ging Petrus voor in deze vergissing en anderen volgden hem na, tot en met Paulus, die een nieuwe religie schiep uit de nieuwe versie van het goede nieuws. 194:0.3 (2059.3) These men had been trained and instructed that the gospel which they should preach was the fatherhood of God and the sonship of man, but at just this moment of spiritual ecstasy and personal triumph, the best tidings, the greatest news, these men could think of was the fact of the risen Master. And so they went forth, endowed with power from on high, preaching glad tidings to the people—even salvation through Jesus—but they unintentionally stumbled into the error of substituting some of the facts associated with the gospel for the gospel message itself. Peter unwittingly led off in this mistake, and others followed after him on down to Paul, who created a new religion out of the new version of the good news.
194:0.4 (2059.4) Het evangelie van het koninkrijk is: het feit van het vaderschap van God, gekoppeld aan de waarheid die daaruit volgt, de zoonschapsbroederschap der mensen. Het Christendom dat zich sinds die dag heeft ontwikkeld is: het feit dat God de Vader van de Heer Jezus Christus is, samen met de ervaring van de gemeenschap van de gelovige met de verrezen en verheerlijkte Christus. 194:0.4 (2059.4) The gospel of the kingdom is: the fact of the fatherhood of God, coupled with the resultant truth of the sonship-brotherhood of men. Christianity, as it developed from that day, is: the fact of God as the Father of the Lord Jesus Christ, in association with the experience of believer-fellowship with the risen and glorified Christ.
194:0.5 (2059.5) Het is niet vreemd dat deze mensen in wie de geest was uitgestort, deze gelegenheid aangrepen om hun gevoelens van triomf tot uitdrukking te brengen, triomf over de machten die getracht hadden hun Meester te doden en een eind te maken aan de invloed van zijn leer. In een ogenblik als dit lag het voor de hand dat zij in de eerste plaats aan hun persoonlijke band met Jezus dachten en in vervoering waren door de zekerheid dat de Meester nog steeds leefde, dat hun vriendschap niet ten einde was gekomen, en dat de geest inderdaad op hen was neergedaald, precies zoals hij had beloofd. 194:0.5 (2059.5) It is not strange that these spirit-infused men should have seized upon this opportunity to express their feelings of triumph over the forces which had sought to destroy their Master and end the influence of his teachings. At such a time as this it was easier to remember their personal association with Jesus and to be thrilled with the assurance that the Master still lived, that their friendship had not ended, and that the spirit had indeed come upon them even as he had promised.
194:0.6 (2059.6) Deze gelovigen voelden zich plotseling overgeplaatst in een andere wereld, een nieuw bestaan van vreugde, kracht en heerlijkheid. De Meester had hun gezegd dat het koninkrijk zou komen met kracht, en sommigen van hen dachten dat zij begonnen te merken wat hij hiermee had bedoeld. 194:0.6 (2059.6) These believers felt themselves suddenly translated into another world, a new existence of joy, power, and glory. The Master had told them the kingdom would come with power, and some of them thought they were beginning to discern what he meant.
194:0.7 (2059.7) Dit alles in aanmerking genomen is het niet zo moeilijk te begrijpen hoe deze mensen ertoe kwamen een nieuw evangelie over Jezus te prediken in plaats van hun vroegere boodschap van het vaderschap van God en de broederschap der mensen. 194:0.7 (2059.7) And when all of this is taken into consideration, it is not difficult to understand how these men came to preach a new gospel about Jesus in the place of their former message of the fatherhood of God and the brotherhood of men.
1. De Pinksterprediking ^top 1. The Pentecost Sermon ^top
194:1.1 (2060.1) De apostelen hadden zich veertig dagen schuil gehouden. Deze dag was toevallig het Joodse Pinksterfeest, en er waren duizenden bezoekers uit alle delen der wereld in Jeruzalem. Velen waren speciaal voor dit feest gekomen, maar de meesten waren al sinds het Paasfeest in de stad. Nu kwamen deze bevreesde apostelen na hun weken van afzondering tevoorschijn en verschenen stoutmoedig in de tempel, waar zij de nieuwe boodschap van een verrezen Messias begonnen te prediken. En alle discipelen waren zich eveneens bewust dat zij een bepaalde nieuwe geestelijke gave van inzicht en kracht hadden ontvangen. 194:1.1 (2060.1) The apostles had been in hiding for forty days. This day happened to be the Jewish festival of Pentecost, and thousands of visitors from all parts of the world were in Jerusalem. Many arrived for this feast, but a majority had tarried in the city since the Passover. Now these frightened apostles emerged from their weeks of seclusion to appear boldly in the temple, where they began to preach the new message of a risen Messiah. And all the disciples were likewise conscious of having received some new spiritual endowment of insight and power.
194:1.2 (2060.2) Omstreeks twee uur ging Petrus op dezelfde plek staan waar zijn Meester de laatste keer in deze tempel had geleerd, en hield de prediking waarin hij het hartstochtelijke beroep op zijn toehoorders deed, dat meer dan tweeduizend zielen won. De Meester was heengegaan, maar zij ontdekten plotseling dat dit verhaal over hem een sterke invloed uitoefende op de mensen. Geen wonder dat zij ertoe kwamen voort te gaan met de verkondiging van datgene wat een rechtvaardiging inhield van hun eerdere toewijding aan Jezus, en wat tegelijkertijd de mensen zo sterk verplichtte om in hem te geloven. Zes van de apostelen namen deel aan deze bijeenkomst: Petrus, Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, en Matteüs. Zij spraken ruim anderhalf uur en brachten hun boodschap in het Grieks, Hebreeuws, en Aramees, en zelfs ook nog enkele woorden in andere talen die ze een beetje konden spreken. 194:1.2 (2060.2) It was about two o’clock when Peter stood up in that very place where his Master had last taught in this temple, and delivered that impassioned appeal which resulted in the winning of more than two thousand souls. The Master had gone, but they suddenly discovered that this story about him had great power with the people. No wonder they were led on into the further proclamation of that which vindicated their former devotion to Jesus and at the same time so constrained men to believe in him. Six of the apostles participated in this meeting: Peter, Andrew, James, John, Philip, and Matthew. They talked for more than an hour and a half and delivered messages in Greek, Hebrew, and Aramaic, as well as a few words in even other tongues with which they had a speaking acquaintance.
194:1.3 (2060.3) De leiders der Joden stonden versteld van de stoutmoedigheid van de apostelen, maar zij durfden hen niet lastig te vallen vanwege het grote aantal mensen dat hun verhaal geloofde. 194:1.3 (2060.3) The leaders of the Jews were astounded at the boldness of the apostles, but they feared to molest them because of the large numbers who believed their story.
194:1.4 (2060.4) Tegen half vijf volgden meer dan tweeduizend nieuwe gelovigen de apostelen naar het badwater Siloam, waar Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes hen doopten in de naam van de Meester. Het was al donker toen zij klaar waren met het dopen van deze menigte. 194:1.4 (2060.4) By half past four o’clock more than two thousand new believers followed the apostles down to the pool of Siloam, where Peter, Andrew, James, and John baptized them in the Master’s name. And it was dark when they had finished with baptizing this multitude.
194:1.5 (2060.5) Pinksteren was het grote feest van de doop, de tijd om de proselieten der poorte, de niet-Joden die begeerden Jahweh te dienen, in de gemeenschap op te nemen. Het was daarom des te gemakkelijker voor een groot aantal Joden zowel als gelovige niet-Joden om zich op deze dag te laten dopen. Hiermee maakten zij zich geenszins los van het Joodse geloof. Zelfs nog enige tijd hierna vormden zij die in Jezus geloofden, een secte binnen het Judaïsme. Zij allen, ook de apostelen, waren nog steeds trouw aan de essentiële eisen van het Joodse ceremoniële stelsel. 194:1.5 (2060.5) Pentecost was the great festival of baptism, the time for fellowshipping the proselytes of the gate, those gentiles who desired to serve Yahweh. It was, therefore, the more easy for large numbers of both the Jews and believing gentiles to submit to baptism on this day. In doing this, they were in no way disconnecting themselves from the Jewish faith. Even for some time after this the believers in Jesus were a sect within Judaism. All of them, including the apostles, were still loyal to the essential requirements of the Jewish ceremonial system.
2. De betekenis van Pinksteren ^top 2. The Significance of Pentecost ^top
194:2.1 (2060.6) Jezus leefde op aarde en onderrichtte een evangelie, dat de mens verloste van het bijgeloof dat hij een kind was van de duivel en hem verhief tot de waardigheid van een geloofszoon van God. De boodschap van Jezus, zoals hij deze in zijn tijd predikte en leefde, was een doeltreffend middel ter oplossing van ’s mensen geestelijke moeilijkheden ten tijde dat hij deze tot uitdrukking bracht. En nu hij de wereld persoonlijk heeft verlaten, zendt hij in zijn plaats zijn Geest van Waarheid die bedoeld is om in de mens te wonen en, voor iedere nieuwe generatie, deze boodschap van Jezus opnieuw over te brengen, zodat iedere nieuwe groep stervelingen die op aarde verschijnt een nieuwe, eigentijdse versie van het evangelie zal hebben, precies zulke persoonlijke verlichting en groepsleiding, die zal blijken de steeds nieuwe, en gevarieerde geestelijke moeilijkheden van de mens doeltreffend te kunnen oplossen. 194:2.1 (2060.6) Jesus lived on earth and taught a gospel which redeemed man from the superstition that he was a child of the devil and elevated him to the dignity of a faith son of God. Jesus’ message, as he preached it and lived it in his day, was an effective solvent for man’s spiritual difficulties in that day of its statement. And now that he has personally left the world, he sends in his place his Spirit of Truth, who is designed to live in man and, for each new generation, to restate the Jesus message so that every new group of mortals to appear upon the face of the earth shall have a new and up-to-date version of the gospel, just such personal enlightenment and group guidance as will prove to be an effective solvent for man’s ever-new and varied spiritual difficulties.
194:2.2 (2060.7) De eerste opdracht van deze geest is natuurlijk om waarheid te bevorderen en te individualiseren, want het begrijpen van waarheid is immers de hoogste vorm van menselijke vrijheid. Vervolgens is het het doel van deze geest om het gevoel van verweesdheid van de gelovige teniet te doen. Omdat Jezus onder de mensen is geweest, zouden alle gelovigen een gevoel van verlatenheid ervaren indien de Geest van Waarheid niet in het hart van de mensen was komen wonen. 194:2.2 (2060.7) The first mission of this spirit is, of course, to foster and personalize truth, for it is the comprehension of truth that constitutes the highest form of human liberty. Next, it is the purpose of this spirit to destroy the believer’s feeling of orphanhood. Jesus having been among men, all believers would experience a sense of loneliness had not the Spirit of Truth come to dwell in men’s hearts.
194:2.3 (2061.1) Deze schenking van de geest van de Zoon bereidde het bewustzijn van alle normale mensen doeltreffend voor op de daarop volgende universum-schenking van de geest van de Vader (de Richter) aan het gehele mensdom. In zekere zin is deze Geest van Waarheid de geest van de Universele Vader en de Schepper-Zoon beiden. 194:2.3 (2061.1) This bestowal of the Son’s spirit effectively prepared all normal men’s minds for the subsequent universal bestowal of the Father’s spirit (the Adjuster) upon all mankind. In a certain sense, this Spirit of Truth is the spirit of both the Universal Father and the Creator Son.
194:2.4 (2061.2) Maakt niet de fout te verwachten dat ge u sterk verstandelijk bewust wordt van de uitgestorte Geest van Waarheid. De geest schept nooit een besef van zichzelf, alleen een besef van Michael, de Zoon. Van het begin af aan leerde Jezus dat de geest niet van zichzelf zou spreken. Daarom kan het bewijs van uw gemeenschap met de Geest van Waarheid niet worden gevonden in uw bewustheid van deze geest, maar veeleer in uw ervaring van een sterkere verbondenheid met Michael. 194:2.4 (2061.2) Do not make the mistake of expecting to become strongly intellectually conscious of the outpoured Spirit of Truth. The spirit never creates a consciousness of himself, only a consciousness of Michael, the Son. From the beginning Jesus taught that the spirit would not speak of himself. The proof, therefore, of your fellowship with the Spirit of Truth is not to be found in your consciousness of this spirit but rather in your experience of enhanced fellowship with Michael.
194:2.5 (2061.3) De geest kwam ook om de mensen te helpen zich de woorden van de Meester te herinneren en die te begrijpen, en eveneens om licht te werpen op zijn leven op aarde en dit opnieuw te interpreteren. 194:2.5 (2061.3) The spirit also came to help men recall and understand the words of the Master as well as to illuminate and reinterpret his life on earth.
194:2.6 (2061.4) Vervolgens is de Geest van Waarheid gekomen om de gelovige bij te staan in het getuigen van de realiteiten van het onderricht van Jezus en van het leven zoals hij het in het vlees heeft geleid, en zoals hij het nu weer opnieuw en van voren af aan leidt in de individuele gelovige van iedere voorbijgaande generatie der van de geest vervulde zonen van God. 194:2.6 (2061.4) Next, the Spirit of Truth came to help the believer to witness to the realities of Jesus’ teachings and his life as he lived it in the flesh, and as he now again lives it anew and afresh in the individual believer of each passing generation of the spirit-filled sons of God.
194:2.7 (2061.5) Aldus blijkt dat de Geest van Waarheid werkelijk komt om alle gelovigen in alle waarheid binnen te leiden, in de zich steeds uitbreidende kennis van de ervaring van de levende, groeiende geestelijke bewustheid van de realiteit van het eeuwige, opklimmende zoonschap bij God. 194:2.7 (2061.5) Thus it appears that the Spirit of Truth comes really to lead all believers into all truth, into the expanding knowledge of the experience of the living and growing spiritual consciousness of the reality of eternal and ascending sonship with God.
194:2.8 (2061.6) Jezus leidde een leven dat een openbaring is van de mens onderworpen aan de wil van de Vader, niet een voorbeeld dat enig mens moet trachten letterlijk na te volgen. Dit leven in het vlees, samen met zijn dood aan het kruis en de daarop volgende opstanding, werd weldra tot een nieuw evangelie over de losprijs die aldus betaald was om de mens vrij te kopen uit de klauwen van de boze — uit de veroordeling van een beledigde God. Maar ook al werd het evangelie ernstig misvormd, toch blijft het een feit dat deze nieuwe boodschap over Jezus ook vele fundamentele waarheden en leringen van zijn eerdere evangelie van het koninkrijk met zich mee heeft gedragen. En vroeg of laat zullen deze verborgen waarheden van het vaderschap van God en de broederschap der mensen opduiken en de civilisatie der gehele mensheid doeltreffend transformeren. 194:2.8 (2061.6) Jesus lived a life which is a revelation of man submitted to the Father’s will, not an example for any man literally to attempt to follow. This life in the flesh, together with his death on the cross and subsequent resurrection, presently became a new gospel of the ransom which had thus been paid in order to purchase man back from the clutch of the evil one—from the condemnation of an offended God. Nevertheless, even though the gospel did become greatly distorted, it remains a fact that this new message about Jesus carried along with it many of the fundamental truths and teachings of his earlier gospel of the kingdom. And, sooner or later, these concealed truths of the fatherhood of God and the brotherhood of men will emerge to effectually transform the civilization of all mankind.
194:2.9 (2061.7) Deze vergissingen van het intellect verhinderden echter geenszins de grote vooruitgang van de gelovige in groei in de geest. In nog geen maand na de schenking van de Geest van Waarheid maakten de apostelen meer individuele geestelijke vooruitgang dan gedurende de bijna vier jaar van hun persoonlijke, liefdevolle omgang met de Meester. Evenmin vormde deze substitutie van het feit van de opstanding van Jezus voor de reddende evangelie- waarheid van het zoonschap bij God een belemmering voor de snelle verbreiding van hun onderricht: integendeel, deze overschaduwing van Jezus’ boodschap door de nieuwe leringen over zijn persoon en opstanding, leek de prediking van het goede nieuws zeer te vergemakkelijken. 194:2.9 (2061.7) But these mistakes of the intellect in no way interfered with the believer’s great progress in growth in spirit. In less than a month after the bestowal of the Spirit of Truth, the apostles made more individual spiritual progress than during their almost four years of personal and loving association with the Master. Neither did this substitution of the fact of the resurrection of Jesus for the saving gospel truth of sonship with God in any way interfere with the rapid spread of their teachings; on the contrary, this overshadowing of Jesus’ message by the new teachings about his person and resurrection seemed greatly to facilitate the preaching of the good news.
194:2.10 (2061.8) De uitdrukking ‘de doop door de geest’, die in die tijd zo algemeen in gebruik kwam, betekende niet meer dan de bewuste aanvaarding van deze gave van de Geest van Waarheid en de persoonlijke erkenning van deze nieuwe geestelijke kracht als een versterking van alle geestelijke invloeden die eerder door Godkennende zielen werden ervaren. 194:2.10 (2061.8) The term “baptism of the spirit,” which came into such general use about this time, merely signified the conscious reception of this gift of the Spirit of Truth and the personal acknowledgment of this new spiritual power as an augmentation of all spiritual influences previously experienced by God-knowing souls.
194:2.11 (2061.9) Sinds de schenking van de Geest van Waarheid staat de mens bloot aan het onderricht en de leiding van een drievoudige geest-gift: de geest van de Vader, de Gedachtenrichter; de geest van de Zoon, de Geest van Waarheid; de geest van de Geest, de Heilige Geest. 194:2.11 (2061.9) Since the bestowal of the Spirit of Truth, man is subject to the teaching and guidance of a threefold spirit endowment: the spirit of the Father, the Thought Adjuster; the spirit of the Son, the Spirit of Truth; the spirit of the Spirit, the Holy Spirit.
194:2.12 (2062.1) Tot op zekere hoogte staat de mensheid bloot aan de dubbele invloed van het zevenvoudige appèl van de geest-invloeden van het universum. De vroege evolutionaire rassen der stervelingen staan bloot aan het groeiende contact met de zeven assistent-bewustzijnsgeesten van de Moeder-Geest van het plaatselijk universum. Naargelang de mens de hogere treden van intelligentie en geestelijke visie bereikt, komen uiteindelijk de zeven hogere geest-invloeden boven hem zweven en in hem wonen. En deze zeven geesten van de voortschrijdende werelden zijn: 194:2.12 (2062.1) In a way, mankind is subject to the double influence of the sevenfold appeal of the universe spirit influences. The early evolutionary races of mortals are subject to the progressive contact of the seven adjutant mind-spirits of the local universe Mother Spirit. As man progresses upward in the scale of intelligence and spiritual perception, there eventually come to hover over him and dwell within him the seven higher spirit influences. And these seven spirits of the advancing worlds are:
194:2.13 (2062.2) 1. de geschonken geest van de Universele Vader — de Gedachtenrichters; 194:2.13 (2062.2) 1. The bestowed spirit of the Universal Father—the Thought Adjusters.
194:2.14 (2062.3) 2. de geest-tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon — de geestelijke zwaartekracht van het universum van universa en het zekere kanaal voor alle geest-gemeenschap; 194:2.14 (2062.3) 2. The spirit presence of the Eternal Son—the spirit gravity of the universe of universes and the certain channel of all spirit communion.
194:2.15 (2062.4) 3. de geest-tegenwoordigheid van de Oneindige Geest — het universele geest-bewustzijn der ganse schepping, de geestelijke bron van de verstandelijke verwantschap van alle progressieve verstandelijke wezens; 194:2.15 (2062.4) 3. The spirit presence of the Infinite Spirit—the universal spirit-mind of all creation, the spiritual source of the intellectual kinship of all progressive intelligences.
194:2.16 (2062.5) 4. de geest van de Universele Vader en de Schepper-Zoon — de Geest van Waarheid, algemeen beschouwd als de geest van de Universum-Zoon; 194:2.16 (2062.5) 4. The spirit of the Universal Father and the Creator Son—the Spirit of Truth, generally regarded as the spirit of the Universe Son.
194:2.17 (2062.6) 5. de geest van de Oneindige Geest en de Moeder-Geest van het Universum — de Heilige Geest, algemeen beschouwd als de geest van de Universum-Geest; 194:2.17 (2062.6) 5. The spirit of the Infinite Spirit and the Universe Mother Spirit—the Holy Spirit, generally regarded as the spirit of the Universe Spirit.
194:2.18 (2062.7) 6. de bewustzijnsgeest van de Moeder-Geest van het Universum — de zeven assistent-bewustzijnsgeesten van het plaatselijk universum; 194:2.18 (2062.7) 6. The mind-spirit of the Universe Mother Spirit—the seven adjutant mind-spirits of the local universe.
194:2.19 (2062.8) 7. de geest van de Vader, de Zonen, en de Geesten — de nieuwe-naam-geest van de opklimmende stervelingen van de gebieden, na de fusie van de uit de geest geboren ziel van de sterveling met de Gedachtenrichter uit het Paradijs, en nadat vervolgens de goddelijkheid en verheerlijking van de status van het Paradijs-Korps der Volkomenheid is bereikt. 194:2.19 (2062.8) 7. The spirit of the Father, Sons, and Spirits—the new-name spirit of the ascending mortals of the realms after the fusion of the mortal spirit-born soul with the Paradise Thought Adjuster and after the subsequent attainment of the divinity and glorification of the status of the Paradise Corps of the Finality.
194:2.20 (2062.9) En zo heeft de schenking van de Geest van Waarheid aan de wereld en haar volkeren de laatste geest-gave gebracht die bedoeld is als hulp in de opklimmende zoektocht naar God. 194:2.20 (2062.9) And so did the bestowal of the Spirit of Truth bring to the world and its peoples the last of the spirit endowment designed to aid in the ascending search for God.
3. Wat er op Pinksteren Ggbeurde ^top 3. What Happened at Pentecost ^top
194:3.1 (2062.10) Vele zonderlinge en vreemde leringen zijn verbonden geraakt met de vroege verhalen over de Pinksterdag. In latere tijden zijn de gebeurtenissen van deze dag, waarop de Geest van Waarheid, de nieuwe leraar, bij de mensheid kwam wonen, verward met de dwaze uitbarstingen van ongebreidelde emotionaliteit. De voornaamste taak van deze uitgestorte geest van de Vader en de Zoon is om de mensen te onderrichten aangaande de waarheden van de liefde van de Vader en de barmhartigheid van de Zoon. Dit zijn de waarheden van goddelijkheid die de mensen vollediger kunnen begrijpen dan alle andere goddelijke karaktertrekken. De Geest van Waarheid houdt zich hoofdzakelijk bezig met de openbaring van de geest-natuur van de Vader en het morele karakter van de Zoon. De Schepper-Zoon, in het vlees, heeft God aan de mensen geopenbaard; de Geest van Waarheid, in het hart, openbaart de Schepper-Zoon aan de mensen. Wanneer de mens de ‘vruchten van de geest’ in zijn leven voortbrengt, vertoont hij eenvoudig de trekken die de Meester in zijn eigen leven op aarde heeft gemanifesteerd. Toen Jezus op aarde was, leefde hij als één persoonlijkheid — Jezus van Nazaret. Als de inwonende geest van de ‘nieuwe leraar’ is de Meester sinds Pinksteren in staat zijn leven te opnieuw te leven in de ervaring van iedere gelovige die door waarheid wordt onderricht. 194:3.1 (2062.10) Many queer and strange teachings became associated with the early narratives of the day of Pentecost. In subsequent times the events of this day, on which the Spirit of Truth, the new teacher, came to dwell with mankind, have become confused with the foolish outbreaks of rampant emotionalism. The chief mission of this outpoured spirit of the Father and the Son is to teach men about the truths of the Father’s love and the Son’s mercy. These are the truths of divinity which men can comprehend more fully than all the other divine traits of character. The Spirit of Truth is concerned primarily with the revelation of the Father’s spirit nature and the Son’s moral character. The Creator Son, in the flesh, revealed God to men; the Spirit of Truth, in the heart, reveals the Creator Son to men. When man yields the “fruits of the spirit” in his life, he is simply showing forth the traits which the Master manifested in his own earthly life. When Jesus was on earth, he lived his life as one personality—Jesus of Nazareth. As the indwelling spirit of the “new teacher,” the Master has, since Pentecost, been able to live his life anew in the experience of every truth-taught believer.
194:3.2 (2062.11) Vele dingen die in de loop van een mensenleven gebeuren, zijn moeilijk te begrijpen, niet gemakkelijk te verzoenen met de idee dat dit een universum is waarin waarheid de overhand heeft en waarin gerechtigheid zegeviert. Het lijkt zo dikwijls alsof laster, leugens, oneerlijkheid en ongerechtigheid — zonde — de overhand hebben. Zegeviert geloof per slot van rekening wel over kwaad, zonde en ongerechtigheid? Ja, inderdaad. Het leven van Jezus en zijn dood zijn het eeuwige bewijs dat de waarheid van goedheid en het geloof van de door de geest geleide mens altijd gerechtvaardigd zullen worden. Jezus aan het kruis werd gehoond met de woorden: ‘Laten we eens zien of God zal komen om hem te bevrijden.’ Het zag er donker uit op die dag der kruisiging, maar er scheen een heerlijk licht op de morgen der verrijzenis; het scheen nog helderder en vreugdevoller op de dag van Pinksteren. De religies van pessimistische wanhoop streven naar bevrijding van de lasten des levens; zij hunkeren naar een einde van het bestaan in eindeloze sluimer en rust. Dit zijn de religies van primitieve vrees en ontzetting. De religie van Jezus is een nieuw evangelie van geloofsvertrouwen dat verkondigd moet worden aan de worstelende mensheid. Deze nieuwe religie is gegrond op geloof, hoop en liefde. 194:3.2 (2062.11) Many things which happen in the course of a human life are hard to understand, difficult to reconcile with the idea that this is a universe in which truth prevails and in which righteousness triumphs. It so often appears that slander, lies, dishonesty, and unrighteousness—sin—prevail. Does faith, after all, triumph over evil, sin, and iniquity? It does. And the life and death of Jesus are the eternal proof that the truth of goodness and the faith of the spirit-led creature will always be vindicated. They taunted Jesus on the cross, saying, “Let us see if God will come and deliver him.” It looked dark on that day of the crucifixion, but it was gloriously bright on the resurrection morning; it was still brighter and more joyous on the day of Pentecost. The religions of pessimistic despair seek to obtain release from the burdens of life; they crave extinction in endless slumber and rest. These are the religions of primitive fear and dread. The religion of Jesus is a new gospel of faith to be proclaimed to struggling humanity. This new religion is founded on faith, hope, and love.
194:3.3 (2063.1) Aan Jezus had het sterfelijke leven zijn hardste, wreedste en bitterste slagen toegebracht, en deze mens beantwoordde die toedelingen van wanhoop met geloof, moed en de onwankelbare vastberadenheid om de wil van zijn Vader te doen. Jezus onderging het leven in al zijn verschrikkelijke realiteit en werd het meester — zelfs in de dood. Hij gebruikte de religie niet als een bevrijding uit het leven. De religie van Jezus tracht niet aan dit leven te ontvluchten teneinde de gelukzaligheid te genieten die wacht in een ander bestaan. De religie van Jezus verschaft de blijdschap en vrede van een ander, geestelijk bestaan, waarmee het leven dat de mensen nu in het vlees leiden, verrijkt en geadeld kan worden. 194:3.3 (2063.1) To Jesus, mortal life had dealt its hardest, cruelest, and bitterest blows; and this man met these ministrations of despair with faith, courage, and the unswerving determination to do his Father’s will. Jesus met life in all its terrible reality and mastered it—even in death. He did not use religion as a release from life. The religion of Jesus does not seek to escape this life in order to enjoy the waiting bliss of another existence. The religion of Jesus provides the joy and peace of another and spiritual existence to enhance and ennoble the life which men now live in the flesh.
194:3.4 (2063.2) Indien een religie een verdovend middel voor het volk is, is het niet de religie van Jezus. Aan het kruis weigerde hij het verdovende middel te drinken; zijn geest, die uitgestort is op alle vlees, is een machtige invloed in de wereld die de mens opwaarts leidt en voortstuwt. De geestelijke impuls tot vooruitgang is de machtigste drijfkracht in deze wereld; de gelovige die de waarheid leert, is de ware progressieve, strijdvaardige ziel op aarde. 194:3.4 (2063.2) If religion is an opiate to the people, it is not the religion of Jesus. On the cross he refused to drink the deadening drug, and his spirit, poured out upon all flesh, is a mighty world influence which leads man upward and urges him onward. The spiritual forward urge is the most powerful driving force present in this world; the truth-learning believer is the one progressive and aggressive soul on earth.
194:3.5 (2063.3) Op de dag van Pinksteren verbrak de religie van Jezus alle nationale beperkingen en raciale ketenen. Het is voor immer waar: ‘Waar de geest van de Heer is, is vrijheid.’ Op deze dag werd de Geest van Waarheid het persoonlijke geschenk van de Meester aan iedere sterveling. Deze geest werd geschonken met het doel om gelovigen te bekwamen om het evangelie van het koninkrijk doeltreffender te prediken, maar zij begrepen de ervaring van het ontvangen van de uitgestorte geest verkeerd, namelijk als een deel van het nieuwe evangelie dat zij onbewust bezig waren te formuleren. 194:3.5 (2063.3) On the day of Pentecost the religion of Jesus broke all national restrictions and racial fetters. It is forever true, “Where the spirit of the Lord is, there is liberty.” On this day the Spirit of Truth became the personal gift from the Master to every mortal. This spirit was bestowed for the purpose of qualifying believers more effectively to preach the gospel of the kingdom, but they mistook the experience of receiving the outpoured spirit for a part of the new gospel which they were unconsciously formulating.
194:3.6 (2063.4) Ziet het feit niet over het hoofd dat de Geest van Waarheid uitgestort werd op alle oprechte gelovigen; deze gave van de geest viel niet alleen de apostelen ten deel. De honderdtwintig mannen en vrouwen die in de bovenzaal bijeenwaren, ontvingen allen de nieuwe leraar, evenals allen die eerlijk van hart waren in de gehele wereld. Deze nieuwe leraar werd aan de mensheid geschonken, en iedere ziel ontving hem naargelang zijn liefde voor waarheid en zijn vermogen om geestelijke realiteiten te vatten en te begrijpen. Eindelijk wordt de ware religie bevrijd van de voogdij van priesters en alle heilige klassen en vindt zij haar werkelijke manifestatie in de individuele ziel van de mensen. 194:3.6 (2063.4) Do not overlook the fact that the Spirit of Truth was bestowed upon all sincere believers; this gift of the spirit did not come only to the apostles. The one hundred and twenty men and women assembled in the upper chamber all received the new teacher, as did all the honest of heart throughout the whole world. This new teacher was bestowed upon mankind, and every soul received him in accordance with the love for truth and the capacity to grasp and comprehend spiritual realities. At last, true religion is delivered from the custody of priests and all sacred classes and finds its real manifestation in the individual souls of men.
194:3.7 (2063.5) De religie van Jezus cultiveert het hoogste type menselijke civilisatie, in de zin dat zij het hoogste type geestelijke persoonlijkheid creëert en de heiligheid van die persoon verkon- digt. 194:3.7 (2063.5) The religion of Jesus fosters the highest type of human civilization in that it creates the highest type of spiritual personality and proclaims the sacredness of that person.
194:3.8 (2063.6) De komst van de Geest van Waarheid op Pinksteren heeft een religie mogelijk gemaakt die noch radicaal, noch conservatief is; zij is noch het oude, noch het nieuwe; zij zal noch door de ouderen, noch door de jongeren gedomineerd worden. Het feit van het leven van Jezus op aarde verschaft een vast punt voor het anker van de tijd, terwijl de schenking van de Geest van Waarheid zorgt voor de eeuwige uitbreiding en eindeloze groei van de religie die hij leefde en het evangelie dat hij verkondigde. De geest leidt in alle waarheid binnen; hij is de leraar van een uitdijende, immer groeiende religie van eindeloze vooruitgang en goddelijke ont- vouwing. Deze nieuwe leraar zal aan iedere waarheidzoekende gelovige immer ontvouwen wat op zulk een goddelijke wijze in de persoon en natuur van de Zoon des Mensen besloten lag. 194:3.8 (2063.6) The coming of the Spirit of Truth on Pentecost made possible a religion which is neither radical nor conservative; it is neither the old nor the new; it is to be dominated neither by the old nor the young. The fact of Jesus’ earthly life provides a fixed point for the anchor of time, while the bestowal of the Spirit of Truth provides for the everlasting expansion and endless growth of the religion which he lived and the gospel which he proclaimed. The spirit guides into all truth; he is the teacher of an expanding and always-growing religion of endless progress and divine unfolding. This new teacher will be forever unfolding to the truth-seeking believer that which was so divinely folded up in the person and nature of the Son of Man.
194:3.9 (2064.1) De manifestaties die gepaard gingen met de schenking van de ‘nieuwe leraar’, en de aanvaarding van de prediking der apostelen door mensen van verschillende rassen en volkeren, die zich in Jeruzalem hadden verzameld, wijzen op de universaliteit van de religie van Jezus. Het evangelie van het koninkrijk zou niet met een bepaald ras, een bepaalde cultuur of taal vereenzelvigd worden. Deze Pinksterdag getuigde van de krachtige poging van de geest om de religie van Jezus te bevrijden uit de Joodse kluisters die zij had geërfd. Zelfs nadat zo was aangetoond dat de geest op alle vlees werd uitgestort, probeerden de apostelen in het eerst nog de eisen van het Judaïsme aan hun bekeerlingen op te leggen. Zelfs Paulus kwam in moeilijkheden met zijn broeders in Jeruzalem omdat hij weigerde de niet-Joodse gelovigen aan deze Joodse gebruiken te onderwerpen. Geen enkele geopenbaarde religie kan zich over de ganse wereld verbreiden wanneer zij de ernstige fout begaat zich te laten doordrenken door een nationale cultuur of zich te verenigen met gevestigde raciale, sociale of economische gebruiken. 194:3.9 (2064.1) The manifestations associated with the bestowal of the “new teacher,” and the reception of the apostles’ preaching by the men of various races and nations gathered together at Jerusalem, indicate the universality of the religion of Jesus. The gospel of the kingdom was to be identified with no particular race, culture, or language. This day of Pentecost witnessed the great effort of the spirit to liberate the religion of Jesus from its inherited Jewish fetters. Even after this demonstration of pouring out the spirit upon all flesh, the apostles at first endeavored to impose the requirements of Judaism upon their converts. Even Paul had trouble with his Jerusalem brethren because he refused to subject the gentiles to these Jewish practices. No revealed religion can spread to all the world when it makes the serious mistake of becoming permeated with some national culture or associated with established racial, social, or economic practices.
194:3.10 (2064.2) De schenking van de Geest van Waarheid stond los van enigerlei vorm, ceremonie, heilige plaats of speciaal gedrag van hen die haar volle manifestatie ontvingen. Toen de geest neerdaalde op degenen die in de bovenzaal verzameld waren, zaten zij daar eenvoudigweg, nadat zij juist in stil gebed waren geweest. De geest werd zowel in de stad als daarbuiten uitgestort. Het was niet nodig voor de apostelen om zich af te zonderen op afgelegen plaatsen voor jarenlange solitaire meditatie, teneinde de geest te ontvangen. Pinksteren ontkoppelt voor altijd de idee van geestelijke ervaring van de notie van een speciale gunstige omgeving daarvoor. 194:3.10 (2064.2) The bestowal of the Spirit of Truth was independent of all forms, ceremonies, sacred places, and special behavior by those who received the fullness of its manifestation. When the spirit came upon those assembled in the upper chamber, they were simply sitting there, having just been engaged in silent prayer. The spirit was bestowed in the country as well as in the city. It was not necessary for the apostles to go apart to a lonely place for years of solitary meditation in order to receive the spirit. For all time, Pentecost disassociates the idea of spiritual experience from the notion of especially favorable environments.
194:3.11 (2064.3) Pinksteren, met zijn geestelijke schenking, was bedoeld om de religie van de Meester voor altijd onafhankelijk te maken van alle fysieke kracht; de leraren van deze nieuwe religie zijn nu toegerust met geestelijke wapenen. Zij moeten uitgaan en de wereld veroveren met onuitputtelijke vergevensgezindheid, ongeëvenaarde goede wil, en een overvloed van liefde. Zij zijn toegerust om het kwade te overwinnen met het goede, haat te bedwingen met liefde, en vrees te doden door een moedig en levend geloof in de waarheid. Jezus had zijn volgelingen reeds geleerd dat zijn religie nooit passief was; zijn discipelen moesten altijd actief en positief zijn in hun dienstbetoon van barmhartigheid en de liefde die zij aan de dag legden. Deze gelovigen zagen Jahweh niet langer als ‘de Heer der heerscharen.’ Zij beschouwden de eeuwige Godheid nu als de ‘God en Vader van de Heer Jezus Christus.’ Die vooruitgang maakten zij althans, ook al schoten zij tot op zekere hoogte tekort in het begrijpen van de waarheid dat God ook de geestelijke Vader van iedere individuele mens is. 194:3.11 (2064.3) Pentecost, with its spiritual endowment, was designed forever to loose the religion of the Master from all dependence upon physical force; the teachers of this new religion are now equipped with spiritual weapons. They are to go out to conquer the world with unfailing forgiveness, matchless good will, and abounding love. They are equipped to overcome evil with good, to vanquish hate by love, to destroy fear with a courageous and living faith in truth. Jesus had already taught his followers that his religion was never passive; always were his disciples to be active and positive in their ministry of mercy and in their manifestations of love. No longer did these believers look upon Yahweh as “the Lord of Hosts.” They now regarded the eternal Deity as the “God and Father of the Lord Jesus Christ.” They made that progress, at least, even if they did in some measure fail fully to grasp the truth that God is also the spiritual Father of every individual.
194:3.12 (2064.4) Pinksteren begiftigde de sterveling met de kracht om persoonlijke krenkingen te vergeven, om beminnelijk te blijven onder het ergste onrecht, om onbewogen te blijven in schrikwekkend gevaar, en om het kwaad van haat en toorn te trotseren met de onverschrokken daden van liefde en verdraagzaamheid. Urantia heeft de verwoestingen van grote, vernietigende oorlogen doorgemaakt in haar geschiedenis. Alle strijdenden in deze verschrikkelijke worstelingen zijn verslagen. Er was maar één overwinnaar; er was maar één die uit deze verbitterde worstelingen te voorschijn kwam met een verhoogde reputatie — dat was Jezus van Nazaret en zijn evangelie van het overwinnen van het kwade door het goede. Het geheim van een betere civilisatie is ten innigste verbonden met het onderricht van de Meester van de broederschap der mensen, de goede wil van liefde en onderling vertrouwen. 194:3.12 (2064.4) Pentecost endowed mortal man with the power to forgive personal injuries, to keep sweet in the midst of the gravest injustice, to remain unmoved in the face of appalling danger, and to challenge the evils of hate and anger by the fearless acts of love and forbearance. Urantia has passed through the ravages of great and destructive wars in its history. All participants in these terrible struggles met with defeat. There was but one victor; there was only one who came out of these embittered struggles with an enhanced reputation—that was Jesus of Nazareth and his gospel of overcoming evil with good. The secret of a better civilization is bound up in the Master’s teachings of the brotherhood of man, the good will of love and mutual trust.
194:3.13 (2065.1) Tot aan Pinksteren had de religie slechts de Godzoekende mens geopenbaard; sinds Pinksteren zoekt de mens nog steeds naar God, maar over de wereld straalt nu het schouwspel van God die ook de mens zoekt en zijn geest zendt om in hem te wonen wanneer hij de mens heeft gevonden. 194:3.13 (2065.1) Up to Pentecost, religion had revealed only man seeking for God; since Pentecost, man is still searching for God, but there shines out over the world the spectacle of God also seeking for man and sending his spirit to dwell within him when he has found him.
194:3.14 (2065.2) Vóór het onderricht van Jezus, dat culmineerde in Pinksteren, hadden vrouwen weinig of geen geestelijke status in de leerstellingen van de oudere religies. Na Pinksteren stond de vrouw in de broederschap van het koninkrijk voor God op voet van gelijkheid met de man. Onder de honderdtwintig die deze speciale visitatie van de geest ontvingen, waren vele vrouwelijke discipelen en zij deelden deze zegeningen gelijkelijk met de mannelijke gelovigen. De man kan zich niet langer het alleenrecht aanmatigen op het voorgaan en dienst doen in de godsdienstoefeningen. De Farizeeër mocht God dan wel blijven danken dat hij ‘niet geboren was als vrouw, als melaatse, of als heiden,’ maar onder de volgelingen van Jezus is de vrouw voor altijd bevrijd van alle godsdienstige discriminerende handelingen die op haar sekse berust. Pinksteren haalde een streep door alle godsdienstige discriminatie die berust op verschil in ras, in cultuur, in sociale klasse, of vooroordeel ten aanzien van de seksen. Geen wonder dat deze gelovigen in de nieuwe religie plachten uit te roepen: ‘Waar de geest des Heren is, daar is vrijheid.’ 194:3.14 (2065.2) Before the teachings of Jesus which culminated in Pentecost, women had little or no spiritual standing in the tenets of the older religions. After Pentecost, in the brotherhood of the kingdom woman stood before God on an equality with man. Among the one hundred and twenty who received this special visitation of the spirit were many of the women disciples, and they shared these blessings equally with the men believers. No longer can man presume to monopolize the ministry of religious service. The Pharisee might go on thanking God that he was “not born a woman, a leper, or a gentile,” but among the followers of Jesus woman has been forever set free from all religious discriminations based on sex. Pentecost obliterated all religious discrimination founded on racial distinction, cultural differences, social caste, or sex prejudice. No wonder these believers in the new religion would cry out, “Where the spirit of the Lord is, there is liberty.”
194:3.15 (2065.3) De moeder en de broer van Jezus behoorden beiden tot de eerder genoemde honderdtwintig gelovigen en als leden van deze gewone groep discipelen ontvingen zij ook de uitgestorte geest. Zij ontvingen niet meer van de goede gave dan de anderen. Er werd geen speciale gave verleend aan de leden van de aardse familie van Jezus. Pinksteren betekende het einde van speciale priesterschappen en van alle geloof in heilige families. 194:3.15 (2065.3) Both the mother and brother of Jesus were present among the one hundred and twenty believers, and as members of this common group of disciples, they also received the outpoured spirit. They received no more of the good gift than did their fellows. No special gift was bestowed upon the members of Jesus’ earthly family. Pentecost marked the end of special priesthoods and all belief in sacred families.
194:3.16 (2065.4) Vóór Pinksteren hadden de apostelen veel opgegeven voor Jezus. Zij hadden hun thuis, familie, vrienden, aardse bezittingen, en posities opgeofferd. Op Pinksteren gaven zij zichzelf aan God, en de Vader en de Zoon beantwoordden dit door zichzelf aan de mens te geven — door hun geesten te zenden om in de mens te wonen. Deze ervaring, het verliezen van zichzelf en het vinden van de geest, was geen ervaring van emotie; het was een daad van intelligente zelf-overgave en onvoorwaardelijke toewijding. 194:3.16 (2065.4) Before Pentecost the apostles had given up much for Jesus. They had sacrificed their homes, families, friends, worldly goods, and positions. At Pentecost they gave themselves to God, and the Father and the Son responded by giving themselves to man—sending their spirits to live within men. This experience of losing self and finding the spirit was not one of emotion; it was an act of intelligent self-surrender and unreserved consecration.
194:3.17 (2065.5) Pinksteren was de oproep tot geestelijke eenheid onder gelovigen in het evangelie. Toen de geest neerdaalde op de discipelen te Jeruzalem, gebeurde hetzelfde in Filadelfia, Alexandrië, en overal waar oprechte gelovigen verbleven. Het was letterlijk waar dat de menigte van gelovigen ‘één van hart en één van ziel was.’ De religie van Jezus is de krachtigste eenmakende invloed die de wereld ooit heeft gekend. 194:3.17 (2065.5) Pentecost was the call to spiritual unity among gospel believers. When the spirit descended on the disciples at Jerusalem, the same thing happened in Philadelphia, Alexandria, and at all other places where true believers dwelt. It was literally true that “there was but one heart and soul among the multitude of the believers.” The religion of Jesus is the most powerful unifying influence the world has ever known.
194:3.18 (2065.6) Pinksteren was ook bedoeld om het aanmatigend zelf-bewustzijn van individuen, groepen, volkeren en rassen te verminderen. Deze geest van zelfhandhaving neemt zo in spanning toe, dat zij periodiek in vernietigende oorlogen losbreekt. De mensheid kan alleen tot eenheid komen door de geestelijke benadering, en de Geest van Waarheid is een wereld-invloed die universeel is. 194:3.18 (2065.6) Pentecost was designed to lessen the self-assertiveness of individuals, groups, nations, and races. It is this spirit of self-assertiveness which so increases in tension that it periodically breaks loose in destructive wars. Mankind can be unified only by the spiritual approach, and the Spirit of Truth is a world influence which is universal.
194:3.19 (2065.7) De komst van de Geest van Waarheid zuivert het hart van de mens en brengt de ontvanger ertoe zich een levensdoel te stellen dat eerlijk gericht is op de wil van God en het welzijn van de mensen. De materiële geest van zelfzucht is opgeslokt in deze nieuwe geestelijke schenking van onbaatzuchtigheid. Pinksteren betekent toen en nu dat de Jezus uit de geschiedenis de goddelijke Zoon der levende ervaring is geworden. Wanneer de vreugde van deze uitgestorte geest bewust ervaren wordt in het menselijk leven, is zij een tonicum voor de gezondheid, een stimulans voor het denken, en een onuitputtelijke energie voor de ziel. 194:3.19 (2065.7) The coming of the Spirit of Truth purifies the human heart and leads the recipient to formulate a life purpose single to the will of God and the welfare of men. The material spirit of selfishness has been swallowed up in this new spiritual bestowal of selflessness. Pentecost, then and now, signifies that the Jesus of history has become the divine Son of living experience. The joy of this outpoured spirit, when it is consciously experienced in human life, is a tonic for health, a stimulus for mind, and an unfailing energy for the soul.
194:3.20 (2065.8) Het gebed op de dag van Pinksteren bracht niet de komst van de geest teweeg, maar het had wel veel te maken met de capaciteit tot ontvankelijkheid die de gelovigen individueel kenmerkte. Gebed beweegt het goddelijke hart niet tot vrijgevige schenkingen, maar wel graaft het dikwijls bredere en diepere kanalen waarlangs de goddelijke schenkingen het hart en de ziel kunnen toevloeien van degenen die eraan denken om zo, via oprecht gebed en ware aanbidding, ononderbroken gemeenschap met hun Maker te onderhouden. 194:3.20 (2065.8) Prayer did not bring the spirit on the day of Pentecost, but it did have much to do with determining the capacity of receptivity which characterized the individual believers. Prayer does not move the divine heart to liberality of bestowal, but it does so often dig out larger and deeper channels wherein the divine bestowals may flow to the hearts and souls of those who thus remember to maintain unbroken communion with their Maker through sincere prayer and true worship.
4. Het prille begin van de Christelijke kerk ^top 4. Beginnings of the Christian Church ^top
194:4.1 (2066.1) Toen Jezus zo plotseling door zijn vijanden werd gearresteerd en zo snel tussen twee dieven werd gekruisigd, raakten zijn apostelen en discipelen geheel van streek. De gedachte dat de Meester in hechtenis was genomen, geboeid, gegeseld, en gekruisigd, was zelfs voor de apostelen te veel. Zij vergaten zijn onderricht en zijn waarschuwingen. Hij mocht dan inderdaad een profeet geweest zijn, ‘machtig in daden en woorden voor God en het ganse volk,’ maar hij kon moeilijk de Messias zijn die, naar zij hoopten, het koninkrijk Israel weer zou oprichten. 194:4.1 (2066.1) When Jesus was so suddenly seized by his enemies and so quickly crucified between two thieves, his apostles and disciples were completely demoralized. The thought of the Master, arrested, bound, scourged, and crucified, was too much for even the apostles. They forgot his teachings and his warnings. He might, indeed, have been “a prophet mighty in deed and word before God and all the people,” but he could hardly be the Messiah they had hoped would restore the kingdom of Israel.
194:4.2 (2066.2) Dan komt de opstanding met de verlossing uit hun wanhoop en de terugkeer van hun geloof in de goddelijkheid van de Meester. Keer op keer zien zij hem en spreken zij met hem, en hij neemt hen mee naar de Olijfberg, waar hij afscheid van hen neemt en hun zegt dat hij teruggaat naar de Vader. Hij heeft hun gezegd dat zij in Jeruzalem moeten blijven totdat zij met kracht begiftigd zullen worden — totdat de Geest van Waarheid zal komen. En op de dag van Pinksteren komt deze nieuwe leraar en meteen gaan ze erop uit om hun evangelie met nieuwe kracht te prediken. Zij zijn de onverschrokken en moedige volgelingen van een levende Heer, niet van een dode en verslagen leider. De Meester leeft in de harten van deze evangelisten: God is geen dogma in hun denken, hij is een levende tegenwoordigheid in hun ziel geworden. 194:4.2 (2066.2) Then comes the resurrection, with its deliverance from despair and the return of their faith in the Master’s divinity. Again and again they see him and talk with him, and he takes them out on Olivet, where he bids them farewell and tells them he is going back to the Father. He has told them to tarry in Jerusalem until they are endowed with power—until the Spirit of Truth shall come. And on the day of Pentecost this new teacher comes, and they go out at once to preach their gospel with new power. They are the bold and courageous followers of a living Lord, not a dead and defeated leader. The Master lives in the hearts of these evangelists; God is not a doctrine in their minds; he has become a living presence in their souls.
194:4.3 (2066.3) ‘Voortdurend waren zij elken dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten, en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. Zij waren allen vervuld van de geest en spraken het woord van God met vrijmoedigheid. En de menigte van hen die geloofden was één van hart en één van ziel; en niemand van hen zei dat enige zaak die hij bezat zijn eigen was, en zij hadden alle dingen gemeenschappelijk.’ 194:4.3 (2066.3) “Day by day they continued steadfastly and with one accord in the temple and breaking bread at home. They took their food with gladness and singleness of heart, praising God and having favor with all the people. They were all filled with the spirit, and they spoke the word of God with boldness. And the multitudes of those who believed were of one heart and soul; and not one of them said that aught of the things which he possessed was his own, and they had all things in common.”
194:4.4 (2066.4) Wat is er gebeurd met deze mannen die Jezus had bevestigd en wie hij had opgedragen uit te gaan en het evangelie van het koninkrijk te verkondigen, het vaderschap van God en de broederschap der mensen? Zij hebben een nieuw evangelie; zij staan in vuur en vlam door een nieuwe ervaring; zij zijn vervuld van een nieuwe geestelijke energie. Hun boodschap is plotseling verschoven naar de verkondiging van de verrezen Christus: ‘Jezus van Nazaret, een man u van Godswege aangewezen door machtige werken en wonderen; en deze, naar de bepaalde raad en voorkennis Gods uitgeleverd, hebt gij gekruisigd en gedood. De dingen die God bij monde van alle profeten voorzegd heeft, heeft hij aldus vervuld. Deze Jezus heeft God opgewekt. God heeft hem zowel Heer als Christus gemaakt. En nu hij door de rechterhand Gods verheven is en nu hij van de Vader de belofte van de geest heeft ontvangen, heeft hij deze uitgestort, hetgeen gij ziet en hoort. Komt dan tot berouw, opdat uw zonden uitgedelgd worden; dat de Vader de Christus zende, die voor u bestemd was, Jezus, die de hemel moest opnemen tot de tijden van de wederoprichting van alle dingen.’ 194:4.4 (2066.4) What has happened to these men whom Jesus had ordained to go forth preaching the gospel of the kingdom, the fatherhood of God and the brotherhood of man? They have a new gospel; they are on fire with a new experience; they are filled with a new spiritual energy. Their message has suddenly shifted to the proclamation of the risen Christ: “Jesus of Nazareth, a man God approved by mighty works and wonders; him, being delivered up by the determinate counsel and foreknowledge of God, you did crucify and slay. The things which God foreshadowed by the mouth of all the prophets, he thus fulfilled. This Jesus did God raise up. God has made him both Lord and Christ. Being, by the right hand of God, exalted and having received from the Father the promise of the spirit, he has poured forth this which you see and hear. Repent, that your sins may be blotted out; that the Father may send the Christ, who has been appointed for you, even Jesus, whom the heaven must receive until the times of the restoration of all things.”
194:4.5 (2066.5) Het evangelie van het koninkrijk, de boodschap van Jezus, was plotseling veranderd in het evangelie van de Heer Jezus Christus. Zij verkondigden nu de feiten van zijn leven, dood, en opstanding en predikten de hoop op zijn spoedige wederkomst naar deze wereld om het werk te voleindigen dat hij begonnen was. Aldus had de boodschap van de vroege gelovigen te maken met prediken over de feiten van zijn eerste komst en het onderricht aangaande de hoop op zijn tweede komst, een gebeurtenis waarvan zij dachten dat hij zeer nabij was. 194:4.5 (2066.5) The gospel of the kingdom, the message of Jesus, had been suddenly changed into the gospel of the Lord Jesus Christ. They now proclaimed the facts of his life, death, and resurrection and preached the hope of his speedy return to this world to finish the work he began. Thus the message of the early believers had to do with preaching about the facts of his first coming and with teaching the hope of his second coming, an event which they deemed to be very near at hand.
194:4.6 (2067.1) Christus stond op het punt om het credo te worden van de zich snel vormende kerk. Jezus leeft; hij stierf voor de mensen; hij schonk de geest; hij zal wederkomen. Jezus nam al hun gedachten in beslag en bepaalde geheel hun nieuwe Godsbegrip en alle andere dingen. Ze waren veel te enthousiast over het nieuwe leerstuk dat ‘God de Vader is van de Here Jezus’, om zich te bekommeren over de oude boodschap dat ‘God de liefdevolle Vader van alle mensen is,’ zelfs van iedere individuele mens. Het is waar dat er meteen een wonderbaarlijke manifestatie van broederlijke liefde en nog nooit vertoonde goede wil ontstond in deze eerste gemeenten van gelovigen. Het waren echter gemeenschappen van gelovigen in Jezus, geen gemeenschappen van broeders in het familie-koninkrijk van de Vader in de hemel. Hun goede wil ontstond uit de liefde die voortkwam uit hun voorstelling van de zelfschenking van Jezus en niet uit de erkenning van de broederschap der stervelingen. Niettemin waren zij vol vreugde, en hun leven was zo anders en uitzonderlijk, dat alle mensen zich aangetrokken voelden tot hun leer over Jezus. Zij maakten de grote fout dat zij het levende, verhelderende commentaar op het evangelie van het koninkrijk, als het evangelie zelf gebruikten, maar zelfs deze vervanging vormde de grootste godsdienst die de mensheid ooit gekend had. 194:4.6 (2067.1) Christ was about to become the creed of the rapidly forming church. Jesus lives; he died for men; he gave the spirit; he is coming again. Jesus filled all their thoughts and determined all their new concepts of God and everything else. They were too much enthused over the new doctrine that “God is the Father of the Lord Jesus” to be concerned with the old message that “God is the loving Father of all men,” even of every single individual. True, a marvelous manifestation of brotherly love and unexampled good will did spring up in these early communities of believers. But it was a fellowship of believers in Jesus, not a fellowship of brothers in the family kingdom of the Father in heaven. Their good will arose from the love born of the concept of Jesus’ bestowal and not from the recognition of the brotherhood of mortal man. Nevertheless, they were filled with joy, and they lived such new and unique lives that all men were attracted to their teachings about Jesus. They made the great mistake of using the living and illustrative commentary on the gospel of the kingdom for that gospel, but even that represented the greatest religion mankind had ever known.
194:4.7 (2067.2) Onmiskenbaar ontstond er een nieuwe gemeenschap in de wereld. ‘De menigte van hen die tot het geloof gekomen waren, bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, bij het breken van het brood en de gebeden.’ Zij noemden elkaar broeder en zuster; zij begroetten elkaar met een heilige kus; zij zorgden voor de armen. Het was een gemeenschap zowel in het leven als in de eredienst. Zij leefden niet communaal omdat hun dit opgelegd werd, maar omdat zij begeerden hun goederen met hun medegelovigen te delen. Zij verwachtten vol vertrouwen dat Jezus tijdens hun generatie zou terugkomen om de oprichting van het koninkrijk van de Vader te voltooien. Dit spontane met elkander delen van aardse bezittingen, was niet een direct kenmerk van de leer van Jezus; het ontstond doordat deze mannen en vrouwen zo oprecht en vol vertrouwen geloofden dat hij iedere dag terug zou kunnen komen om zijn werk te voltooien en het koninkrijk te voleindigen. Maar de uiteindeljke gevolgen van dit goedbedoelde experiment in ondoordachte broederliefde waren rampzalig en brachten veel leed teweeg. Duizenden ernstige gelovigen verkochten hun eigendommen en deden al hun kapitaalsgoederen en andere productieve bezittingen van de hand. Na verloop van tijd kwam er een einde aan de slinkende hulpbronnen van het Christelijk ‘samen delen’ — maar niet aan de wereld. Al heel spoedig hielden de gelovigen in Antiochië een collecte om hun medegelovigen in Jeruzalem voor de hongerdood te behoeden. 194:4.7 (2067.2) Unmistakably, a new fellowship was arising in the world. “The multitude who believed continued steadfastly in the apostles’ teaching and fellowship, in the breaking of bread, and in prayers.” They called each other brother and sister; they greeted one another with a holy kiss; they ministered to the poor. It was a fellowship of living as well as of worship. They were not communal by decree but by the desire to share their goods with their fellow believers. They confidently expected that Jesus would return to complete the establishment of the Father’s kingdom during their generation. This spontaneous sharing of earthly possessions was not a direct feature of Jesus’ teaching; it came about because these men and women so sincerely and so confidently believed that he was to return any day to finish his work and to consummate the kingdom. But the final results of this well-meant experiment in thoughtless brotherly love were disastrous and sorrow-breeding. Thousands of earnest believers sold their property and disposed of all their capital goods and other productive assets. With the passing of time, the dwindling resources of Christian “equal-sharing” came to an end—but the world did not. Very soon the believers at Antioch were taking up a collection to keep their fellow believers at Jerusalem from starving.
194:4.8 (2067.3) In die tijd werd het Avondmaal des Heren gevierd zoals het was ingesteld: dat wil zeggen, men kwam bijeen voor een gezelligheidsmaal in goede kameraadschap, en nam deel aan het sacrament aan het einde van de maaltijd. 194:4.8 (2067.3) In these days they celebrated the Lord’s Supper after the manner of its establishment; that is, they assembled for a social meal of good fellowship and partook of the sacrament at the end of the meal.
194:4.9 (2067.4) Eerst doopten zij in de naam van Jezus; het duurde bijna twintig jaar voor zij begonnen te dopen ‘in de naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.’ De doop was het enige vereiste om toegelaten te worden tot de gemeenschap der gelovigen. Zij hadden nog geen organisatie: het was eenvoudig de broederschap van Jezus. 194:4.9 (2067.4) At first they baptized in the name of Jesus; it was almost twenty years before they began to baptize in “the name of the Father, the Son, and the Holy Spirit.” Baptism was all that was required for admission into the fellowship of believers. They had no organization as yet; it was simply the Jesus brotherhood.
194:4.10 (2067.5) Deze Jezus-secte groeide snel en trok opnieuw de aandacht van de Sadduceeën. De Farizeeën bekommerden zich niet erg om de situatie, gezien het feit dat geen van de leringen ook maar enigszins de naleving van de Joodse wetten in de weg stond. Maar de Sadduceeën begonnen de leiders van de Jezus-secte in de gevangenis te werpen, totdat zij ertoe gebracht werden de raad van een van de leidende rabbi’s, Gamaliël, te aanvaarden: ‘Bemoei u niet met deze mensen en laat hen geworden, want indien dit streven of dit werk uit mensen is, zal het ten onder gaan; maar indien het uit God is, kunt gij hen niet vernietigen, en loopt ge zelfs het gevaar te moeten ondervinden dat ge tegen God strijdt.’ Men besloot Gamaliëls raad op te volgen, en er volgde een tijd van vrede en rust in Jeruzalem, gedurende welke het nieuwe evangelie over Jezus zich snel verbreidde. 194:4.10 (2067.5) This Jesus sect was growing rapidly, and once more the Sadducees took notice of them. The Pharisees were little bothered about the situation, seeing that none of the teachings in any way interfered with the observance of the Jewish laws. But the Sadducees began to put the leaders of the Jesus sect in jail until they were prevailed upon to accept the counsel of one of the leading rabbis, Gamaliel, who advised them: “Refrain from these men and let them alone, for if this counsel or this work is of men, it will be overthrown; but if it is of God, you will not be able to overthrow them, lest haply you be found even to be fighting against God.” They decided to follow Gamaliel’s counsel, and there ensued a time of peace and quiet in Jerusalem, during which the new gospel about Jesus spread rapidly.
194:4.11 (2068.1) En zo ging alles goed in Jeruzalem, totdat er grote aantallen Grieken uit Alexandrië arriveerden. Twee leerlingen van Rodan kwamen in Jeruzalem aan en maakten vele bekeerlingen onder de Hellenistische Joden. Onder hun eerste bekeerlingen waren Stefanus en Barnabas. Deze bekwame Grieken waren niet zozeer sterk de Joodse visie toegedaan, en zij hielden zich niet al te zeer aan de Joodse wijze van godsverering en andere ceremoniële gebruiken. Het was dan ook het doen en laten van deze Griekse gelovigen dat een einde maakte aan de vreedzame verhouding tussen de broederschap van Jezus en de Farizeeën en Sadduceeën. Stefanus en zijn Griekse metgezel begonnen meer te prediken zoals Jezus had onderricht, en dit bracht hen rechtstreeks in conflict met de Joodse oversten. Toen Stefanus tijdens een van zijn openbare toespraken het aanstootgevende gedeelte van zijn verhandeling bereikte, lieten zij alle formaliteiten van rechtspraak varen en stenigden hem ter plekke. 194:4.11 (2068.1) And so all went well in Jerusalem until the time of the coming of the Greeks in large numbers from Alexandria. Two of the pupils of Rodan arrived in Jerusalem and made many converts from among the Hellenists. Among their early converts were Stephen and Barnabas. These able Greeks did not so much have the Jewish viewpoint, and they did not so well conform to the Jewish mode of worship and other ceremonial practices. And it was the doings of these Greek believers that terminated the peaceful relations between the Jesus brotherhood and the Pharisees and Sadducees. Stephen and his Greek associate began to preach more as Jesus taught, and this brought them into immediate conflict with the Jewish rulers. In one of Stephen’s public sermons, when he reached the objectionable part of the discourse, they dispensed with all formalities of trial and proceeded to stone him to death on the spot.
194:4.12 (2068.2) Stefanus, de leider van de Griekse kolonie van Jezus’ gelovigen in Jeruzalem, werd zo de eerste martelaar van het nieuwe geloof en zijn dood vormde de specifieke oorzaak van de formele organisatie van de vroeg-Christelijke kerk. Deze nieuwe crisis werd opgelost doordat men tot het inzicht kwam dat de gelovigen niet langer een sekte binnen het Joodse geloof konden vormen. Zij waren er het allen over eens dat zij zich van ongelovigen moesten afscheiden; en binnen een maand na de dood van Stefanus was de kerk te Jeruzalem georganiseerd onder het leiderschap van Petrus, terwijl Jakobus, de broer van Jezus, was geïnstalleerd als titulair hoofd. 194:4.12 (2068.2) Stephen, the leader of the Greek colony of Jesus’ believers in Jerusalem, thus became the first martyr to the new faith and the specific cause for the formal organization of the early Christian church. This new crisis was met by the recognition that believers could not longer go on as a sect within the Jewish faith. They all agreed that they must separate themselves from unbelievers; and within one month from the death of Stephen the church at Jerusalem had been organized under the leadership of Peter, and James the brother of Jesus had been installed as its titular head.
194:4.13 (2068.3) Daarop braken de nieuwe, meedogenloze vervolgingen door de Joden uit, met het gevolg dat de voortvarende leraren van de nieuwe religie over Jezus, die later in Antiochië de naam Christendom kreeg, uittrokken tot aan de einden van het keizerrijk om Jezus te verkondigen. In het uitdragen van deze boodschap hadden, vóór de tijd van Paulus, de Grieken de leiding; en deze eerste zendelingen, evenals de latere, volgden de route van de tocht van Alexander in vroegere dagen, door via Gaza en Tyrus naar Antiochië te trekken, vervolgens door Klein-Azië naar Macedonië, en toen door naar Rome en naar de verste uithoeken van het rijk. 194:4.13 (2068.3) And then broke out the new and relentless persecutions by the Jews, so that the active teachers of the new religion about Jesus, which subsequently at Antioch was called Christianity, went forth to the ends of the empire proclaiming Jesus. In carrying this message, before the time of Paul the leadership was in Greek hands; and these first missionaries, as also the later ones, followed the path of Alexander’s march of former days, going by way of Gaza and Tyre to Antioch and then over Asia Minor to Macedonia, then on to Rome and to the uttermost parts of the empire.