Verhandeling 193 Paper 193
De laatste verschijningen en de hemelvaart Final Appearances and Ascension
193:0.1 (2052.1) DE zestiende morontia-verschijning van Jezus vond plaats op de binnenplaats van Nikodemus, op vrijdagavond, 5 mei, rond negen uur. Deze avond hadden de gelovigen in Jeruzalem voor het eerst sinds de opstanding een poging ondernomen om weer bijeen te komen. Op dit moment waren hier de elf apostelen, het vrouwenkorps en hun medewerkers verzameld, en ongeveer vijftig andere prominente discipelen van de Meester, waaronder een aantal van de Grieken. Dit gezelschap van gelovigen was reeds ruim een half uur informeel bijeengeweest, toen de morontia-Meester plotseling volledig zichtbaar verscheen en hen direct begon te onderrichten. Jezus sprak: 193:0.1 (2052.1) THE sixteenth morontia manifestation of Jesus occurred on Friday, May 5, in the courtyard of Nicodemus, about nine o’clock at night. On this evening the Jerusalem believers had made their first attempt to get together since the resurrection. Assembled here at this time were the eleven apostles, the women’s corps and their associates, and about fifty other leading disciples of the Master, including a number of the Greeks. This company of believers had been visiting informally for more than half an hour when, suddenly, the morontia Master appeared in full view and immediately began to instruct them. Said Jesus:
193:0.2 (2052.2) ‘Vrede zij met u. Dit is wel de meest representatieve groep gelovigen — apostelen en discipelen, zowel mannen als vrouwen — waaraan ik sinds het ogenblik van mijn bevrijding van het vlees ben verschenen. Ik heb u, zoals ge zelf kunt getuigen, van tevoren gezegd dat mijn verblijf onder u ten einde moet komen: ik heb u gezegd dat ik weldra moet terugkeren naar de Vader. En toen heb ik u ook duidelijk verteld hoe de overpriesters en de oversten der Joden mij zouden overleveren om ter dood gebracht te worden, en dat ik uit het graf zou verrijzen. Waarom liet ge u dan zo in de war brengen toen dit alles gebeurde en waarom waart ge zo verrast toen ik op de derde dag uit het graf herrees? Ge kon mij niet geloven omdat ge mijn woorden aanhoorde zonder de betekenis ervan te begrijpen. 193:0.2 (2052.2) “Peace be upon you. This is the most representative group of believers—apostles and disciples, both men and women—to which I have appeared since the time of my deliverance from the flesh. I now call you to witness that I told you beforehand that my sojourn among you must come to an end; I told you that presently I must return to the Father. And then I plainly told you how the chief priests and the rulers of the Jews would deliver me up to be put to death, and that I would rise from the grave. Why, then, did you allow yourselves to become so disconcerted by all this when it came to pass? and why were you so surprised when I rose from the tomb on the third day? You failed to believe me because you heard my words without comprehending the meaning thereof.
193:0.3 (2052.3) ‘Nu dient ge goed te luisteren naar wat ik zeg, opdat ge niet opnieuw de fout begaat dat ge mijn onderricht aanhoort met uw hoofd, terwijl ge in uw hart de betekenis ervan niet begrijpt. Vanaf het begin van mijn verblijf hier, als een der uwen, heb ik u onderricht dat het mijn enige bedoeling was mijn Vader in de hemel te openbaren aan zijn kinderen op aarde. Ik heb de God-openbarende zelfschenking geleefd, zodat gij de Godkennende loopbaan zoudt mogen ervaren. Ik heb God geopenbaard als uw Vader in de hemel; ik heb u geopenbaard als de zonen van God op aarde. Het is een feit dat God u, zijn zonen, liefheeft. Door geloof in mijn woord wordt dit feit een eeuwige, levende waarheid in uw hart. Wanneer ge, door levend geloof, goddelijk Godbewust wordt, wordt ge vervolgens uit de geest geboren als kinderen van licht en leven, ja, het eeuwige leven waarmee ge zult opklimmen in het universum van universa en uiteindelijk zult beleven dat ge God de Vader vindt op het Paradijs. 193:0.3 (2052.3) “And now you should give ear to my words lest you again make the mistake of hearing my teaching with the mind while in your hearts you fail to comprehend the meaning. From the beginning of my sojourn as one of you, I taught you that my one purpose was to reveal my Father in heaven to his children on earth. I have lived the God-revealing bestowal that you might experience the God-knowing career. I have revealed God as your Father in heaven; I have revealed you as the sons of God on earth. It is a fact that God loves you, his sons. By faith in my word this fact becomes an eternal and living truth in your hearts. When, by living faith, you become divinely God-conscious, you are then born of the spirit as children of light and life, even the eternal life wherewith you shall ascend the universe of universes and attain the experience of finding God the Father on Paradise.
193:0.4 (2052.4) ‘Ik spoor u aan om steeds in gedachten te houden dat het uw missie is onder de mensen om het evangelie van het koninkrijk te verkondigen — de realiteit van het vaderschap van God en de waarheid van het zoonschap van de mens. Verkondig de hele waarheid van het goede nieuws, niet alleen een deel van het reddende evangelie. Uw boodschap wordt niet veranderd door mijn ervaring van de opstanding. Zoonschap bij God, door geloof, is nog steeds de reddende waarheid van het evangelie van het koninkrijk. Ge zult uitgaan om de liefde van God en de dienstbaarheid van de mens te prediken. Wat de wereld bovenal moet weten is dit: Mensen zijn zonen van God en door geloof kunnen zij deze veredelende waarheid daadwerkelijk beseffen en dagelijks ervaren. Mijn zelfschenking dient alle mensen te helpen weten dat zij kinderen van God zijn, maar deze wetenschap zal niet genoeg zijn, indien zij niet persoonlijk, door geloof, de reddende waarheid begrijpen dat zij de levende geest-zonen zijn van de eeuwige Vader. Het evangelie van het koninkrijk gaat over de liefde van de Vader en de dienstbaarheid van zijn kinderen op aarde. 193:0.4 (2052.4) “I admonish you ever to remember that your mission among men is to proclaim the gospel of the kingdom—the reality of the fatherhood of God and the truth of the sonship of man. Proclaim the whole truth of the good news, not just a part of the saving gospel. Your message is not changed by my resurrection experience. Sonship with God, by faith, is still the saving truth of the gospel of the kingdom. You are to go forth preaching the love of God and the service of man. That which the world needs most to know is: Men are the sons of God, and through faith they can actually realize, and daily experience, this ennobling truth. My bestowal should help all men to know that they are the children of God, but such knowledge will not suffice if they fail personally to faith-grasp the saving truth that they are the living spirit sons of the eternal Father. The gospel of the kingdom is concerned with the love of the Father and the service of his children on earth.
193:0.5 (2053.1) ‘Hier, onder elkaar, weet ge allen dat ik verrezen ben uit de dood, maar dat is niet vreemd. Ik heb de macht om mijn leven neer te leggen en het weer op te nemen; de Vader verleent zijn Paradijs-Zonen deze macht. Uw hart zou veeleer ontroerd moeten zijn door de wetenschap dat de doden van een heel tijdperk aan de eeuwige weg omhoog zijn begonnen, kort nadat ik het nieuwe graf van Jozef had verlaten. Ik heb mijn leven in het vlees geleid om te laten zien hoe gij, door liefdevol dienstbetoon, God-openbarend kunt worden voor uw medemens, zoals ik ook, door u lief te hebben en u te dienen, God-openbarend ben geworden voor u. Ik heb onder u geleefd als de Zoon des Mensen, opdat gij en alle andere mensen zouden mogen weten dat ge allen inderdaad zonen van God bent. Ga daarom nu uit in de gehele wereld en predikt dit evangelie van het koninkrijk des hemels aan alle mensen. Hebt alle mensen lief zoals ik u heb liefgehad; dient uw medestervelingen zoals ik u heb gediend. Om niet hebt ge ontvangen, geeft ook om niet. Blijft hier alleen in Jeruzalem terwijl ik naar de Vader ga, en totdat ik u de Geest van Waarheid zend. Hij zal u in de wijdere waarheid binnenleiden, en ik zal met u gaan, de ganse wereld in. Ik ben altijd met u, en mijn vrede laat ik u.’ 193:0.5 (2053.1) “Among yourselves, here, you share the knowledge that I have risen from the dead, but that is not strange. I have the power to lay down my life and to take it up again; the Father gives such power to his Paradise Sons. You should the rather be stirred in your hearts by the knowledge that the dead of an age entered upon the eternal ascent soon after I left Joseph’s new tomb. I lived my life in the flesh to show how you can, through loving service, become God-revealing to your fellow men even as, by loving you and serving you, I have become God-revealing to you. I have lived among you as the Son of Man that you, and all other men, might know that you are all indeed the sons of God. Therefore, go you now into all the world preaching this gospel of the kingdom of heaven to all men. Love all men as I have loved you; serve your fellow mortals as I have served you. Freely you have received, freely give. Only tarry here in Jerusalem while I go to the Father, and until I send you the Spirit of Truth. He shall lead you into the enlarged truth, and I will go with you into all the world. I am with you always, and my peace I leave with you.”
193:0.6 (2053.2) Toen de Meester tot hen had gesproken, verdween hij uit hun gezicht. Het werd al bijna weer licht toen deze gelovigen uiteengingen; de gehele nacht waren ze bijeengebleven, hadden zij ernstig de aansporingen van de Meester besproken en alles overdacht wat hen was overkomen. Jakobus Zebedeüs en andere apostelen vertelden ook over hun ervaringen met de morontia-Meester in Galilea en verhaalden hoe hij drie keer aan hen was versche- nen. 193:0.6 (2053.2) When the Master had spoken to them, he vanished from their sight. It was near daybreak before these believers dispersed; all night they remained together, earnestly discussing the Master’s admonitions and contemplating all that had befallen them. James Zebedee and others of the apostles also told them of their experiences with the morontia Master in Galilee and recited how he had three times appeared to them.
1. De verschijning in Sichar ^top 1. The Appearance at Sychar ^top
193:1.1 (2053.3) Rond vier uur in de middag van de Sabbat, 13 mei, verscheen de Meester aan Nalda en ongeveer vijfenzeventig Samaritaanse gelovigen bij de put van Jakob in Sichar. Het was de gewoonte van de gelovigen op deze plek bijeen te komen, dichtbij de plaats waar Jezus met Nalda over het water des levens had gesproken. Deze dag, juist toen zij klaar waren met hun discussies over de opstanding die hun was bericht, verscheen Jezus plotseling vóór hen, en zei: 193:1.1 (2053.3) About four o’clock on Sabbath afternoon, May 13, the Master appeared to Nalda and about seventy-five Samaritan believers near Jacob’s well, at Sychar. The believers were in the habit of meeting at this place, near where Jesus had spoken to Nalda concerning the water of life. On this day, just as they had finished their discussions of the reported resurrection, Jesus suddenly appeared before them, saying:
193:1.2 (2053.4) ‘Vrede zij u. Ge verblijdt u in de wetenschap dat ik de opstanding en het leven ben, maar dit zal u niets baten tenzij ge eerst geboren wordt uit de eeuwige geest, waardoor ge door geloof, in het bezit komt van het geschenk van het eeuwige leven. Indien ge geloofszonen zijt van mijn Vader, zult ge nooit sterven: ge zult niet omkomen. Het evangelie van het koninkrijk heeft u onderricht dat alle mensen zonen van God zijn. En dit goede nieuws over de liefde van de hemelse Vader voor zijn kinderen op aarde moet verder worden gedragen, de gehele wereld in. De tijd is gekomen dat ge God noch op de Gerizim noch in Jerusalem aanbidt, maar waar ge maar zijt, zoals ge zijt, in geest en in waarheid. Het is uw geloof dat uw ziel redt. Redding is de gave van God aan allen die geloven dat zij zijn zonen zijn. Maar vergis u niet: ofschoon dit heil de vrije gave is van God en wordt geschonken aan allen die het door geloof aanvaarden, volgt daarop de ervaring van het dragen van de vruchten van dit geest-leven zoals het in het vlees wordt geleid. De aanvaarding van de leer van het vaderschap van God impliceert dat ge ook vrijelijk de waarheid van de broederschap der mensen aanvaardt, die daarmee samenhangt. En indien de mens uw broeder is, is hij nog meer dan uw buurman, van wie de Vader al eist dat ge hem liefhebt als u zelve. Uw broeder, die van uw eigen familie is, zult ge niet alleen liefhebben met een familie-genegenheid, maar ge zult hem ook dienen zoals ge uzelf zoudt dienen. En ge zult aldus uw broeder liefhebben en dienen omdat gij, die mijn broeders zijt, zo bent bemind en gediend door mij. Gaat dan de hele wereld in en vertelt dit goede nieuws aan alle schepselen van ieder ras, iedere stam en natie. Mijn geest zal u voorgaan en ik zal altijd met u zijn.’ 193:1.2 (2053.4) “Peace be upon you. You rejoice to know that I am the resurrection and the life, but this will avail you nothing unless you are first born of the eternal spirit, thereby coming to possess, by faith, the gift of eternal life. If you are the faith sons of my Father, you shall never die; you shall not perish. The gospel of the kingdom has taught you that all men are the sons of God. And this good news concerning the love of the heavenly Father for his children on earth must be carried to all the world. The time has come when you worship God neither on Gerizim nor at Jerusalem, but where you are, as you are, in spirit and in truth. It is your faith that saves your souls. Salvation is the gift of God to all who believe they are his sons. But be not deceived; while salvation is the free gift of God and is bestowed upon all who accept it by faith, there follows the experience of bearing the fruits of this spirit life as it is lived in the flesh. The acceptance of the doctrine of the fatherhood of God implies that you also freely accept the associated truth of the brotherhood of man. And if man is your brother, he is even more than your neighbor, whom the Father requires you to love as yourself. Your brother, being of your own family, you will not only love with a family affection, but you will also serve as you would serve yourself. And you will thus love and serve your brother because you, being my brethren, have been thus loved and served by me. Go, then, into all the world telling this good news to all creatures of every race, tribe, and nation. My spirit shall go before you, and I will be with you always.”
193:1.3 (2054.1) Deze Samaritanen waren zeer verbaasd over deze verschijning van de Meester, en zij haastten zich naar de steden en dorpen in de omtrek, waar zij overal het nieuws verspreidden dat zij Jezus hadden gezien en dat hij tot hen had gesproken. Dit nu was de zeventiende morontia-verschijning van de Meester. 193:1.3 (2054.1) These Samaritans were greatly astonished at this appearance of the Master, and they hastened off to the near-by towns and villages, where they published abroad the news that they had seen Jesus, and that he had talked to them. And this was the seventeenth morontia appearance of the Master.
2. De verschijning in Fenicië ^top 2. The Phoenician Appearance ^top
193:2.1 (2054.2) De achttiende morontia-verschijning van de Meester vond plaats in Tyrus, op dinsdag 16 mei, even voor negen uur ’s avonds. Weer verscheen hij aan het einde van een bijeenkomst van gelovigen, toen zij op het punt stonden uiteen te gaan, en hij sprak: 193:2.1 (2054.2) The Master’s eighteenth morontia appearance was at Tyre, on Tuesday, May 16, at a little before nine o’clock in the evening. Again he appeared at the close of a meeting of believers, as they were about to disperse, saying:
193:2.2 (2054.3) ‘Vrede zij u. Gij verblijdt u in de wetenschap dat de Zoon des Mensen uit de dood is verrezen, omdat ge daardoor weet dat ook gij en uw broeders de dood der stervelingen zult overleven. Maar dit overleven is afhankelijk van het feit dat ge eerder geboren zijt uit de geest van het zoeken naar waarheid en het vinden van God. Het brood des levens en het water daarvan worden alleen gegeven aan hen die hongeren naar waarheid en dorsten naar gerechtigheid — naar God. Het feit dat de doden opstaan, is niet het evangelie van het koninkrijk. Deze grote waarheden en deze universum-feiten houden alle verband met dit evangelie, in de zin dat zij deel uitmaken van het gevolg van geloof in het goede nieuws en worden omvat in de latere ervaring van degenen die, door geloof, in daden en in waarheid eeuwige zonen worden van de eeuwige God. Mijn Vader heeft mij in de wereld gezonden om dit heil van het zoonschap aan alle mensen te verkondigen. En dus zend ik u ook uit in de wereld om deze redding van het zoonschap te prediken. Behoud is de vrije gave van God, maar zij die geboren zijn uit de geest zullen onmiddellijk de vruchten van de geest beginnen voort te brengen in liefdevol dienstbetoon aan hun medemensen. En de vruchten van de goddelijke geest die worden voortgebracht in de levens van de uit de geest geboren en Godkennende stervelingen zijn: liefdevolle dienstbaarheid, onbaatzuchtige toewijding, moedige trouw, oprechte billijkheid, verlichte eerlijkheid, onvergankelijke hoop, daadwerkelijk vertrouwen, barmhartig dienstbetoon, onophoudelijke goedheid, vergevensgezinde verdraagzaamheid, en blijvende vrede. Wanneer degenen die zeggen te geloven, deze vruchten van de goddelijke geest niet in hun leven voortbrengen, zijn zij dood, de Geest van Waarheid is niet in hen; ze zijn nutteloze takken aan de levende wijnstok en zullen spoedig worden weggenomen. Mijn Vader verlangt van de kinderen des geloofs dat zij veel geestelijke vrucht dragen. Indien ge niet vruchtdragend zijt, zal hij derhalve de grond om uw wortels omspitten en de onvruchtbare takken wegsnijden. Ge moet in toenemende mate de vruchten van de geest voortbrengen, naargelang ge in het koninkrijk Gods verder gaat naar de hemel. Ge moogt het koninkrijk binnengaan als een kind, maar de Vader verlangt dat ge, door genade, opgroeit tot volle geestelijke wasdom. En wanneer ge uitgaat in de wereld om alle naties de goede tijding van dit evangelie te brengen, zal ik voor u uit gaan, en mijn Geest van Waarheid zal in uw harten blijven. Mijn vrede laat ik u.’ 193:2.2 (2054.3) “Peace be upon you. You rejoice to know that the Son of Man has risen from the dead because you thereby know that you and your brethren shall also survive mortal death. But such survival is dependent on your having been previously born of the spirit of truth-seeking and God-finding. The bread of life and the water thereof are given only to those who hunger for truth and thirst for righteousness—for God. The fact that the dead rise is not the gospel of the kingdom. These great truths and these universe facts are all related to this gospel in that they are a part of the result of believing the good news and are embraced in the subsequent experience of those who, by faith, become, in deed and in truth, the everlasting sons of the eternal God. My Father sent me into the world to proclaim this salvation of sonship to all men. And so send I you abroad to preach this salvation of sonship. Salvation is the free gift of God, but those who are born of the spirit will immediately begin to show forth the fruits of the spirit in loving service to their fellow creatures. And the fruits of the divine spirit which are yielded in the lives of spirit-born and God-knowing mortals are: loving service, unselfish devotion, courageous loyalty, sincere fairness, enlightened honesty, undying hope, confiding trust, merciful ministry, unfailing goodness, forgiving tolerance, and enduring peace. If professed believers bear not these fruits of the divine spirit in their lives, they are dead; the Spirit of Truth is not in them; they are useless branches on the living vine, and they soon will be taken away. My Father requires of the children of faith that they bear much spirit fruit. If, therefore, you are not fruitful, he will dig about your roots and cut away your unfruitful branches. Increasingly, must you yield the fruits of the spirit as you progress heavenward in the kingdom of God. You may enter the kingdom as a child, but the Father requires that you grow up, by grace, to the full stature of spiritual adulthood. And when you go abroad to tell all nations the good news of this gospel, I will go before you, and my Spirit of Truth shall abide in your hearts. My peace I leave with you.”
193:2.3 (2054.4) En daarop verdween de Meester uit hun gezicht. De volgende dag vertrok een aantal gelovigen uit Tyrus om het verslag over deze gebeurtenis naar Sidon en zelfs naar Antiochië en Damascus te brengen. Jezus was bij deze gelovigen geweest toen hij nog in het vlees was en zij herkenden hem snel toen hij hen begon te onderrichten. Ofschoon zijn vrienden zijn morontia-gestalte niet zo gemakkelijk konden herkennen wanneer deze zichtbaar werd gemaakt, konden zij zijn persoonlijkheid altijd gemakkelijk identificeren wanneer hij tot hen sprak. 193:2.3 (2054.4) And then the Master disappeared from their sight. The next day there went out from Tyre those who carried this story to Sidon and even to Antioch and Damascus. Jesus had been with these believers when he was in the flesh, and they were quick to recognize him when he began to teach them. While his friends could not readily recognize his morontia form when made visible, they were never slow to identify his personality when he spoke to them.
3. De laatste verschijning in Jeruzalem ^top 3. Last Appearance in Jerusalem ^top
193:3.1 (2055.1) Vroeg in de morgen van donderdag 18 mei, verscheen Jezus voor de laatste maal als een morontia-persoonlijkheid op aarde. Toen de elf apostelen in de bovenzaal van het huis van Maria Marcus aan tafel wilden gaan voor het ontbijt, verscheen Jezus aan hen en zei: 193:3.1 (2055.1) Early Thursday morning, May 18, Jesus made his last appearance on earth as a morontia personality. As the eleven apostles were about to sit down to breakfast in the upper chamber of Mary Mark’s home, Jesus appeared to them and said:
193:3.2 (2055.2) ‘Vrede zij jullie. Ik heb jullie gevraagd voorlopig hier in Jeruzalem te blijven totdat ik opvaar naar de Vader, en ook nog totdat ik jullie de Geest van Waarheid zend, die spoedig zal worden uitgestort op alle vlees en die jullie met kracht uit den hoge zal begiftigen.’ Simon Zelotes onderbrak Jezus en vroeg: ‘Meester, zult gij dan het koninkrijk wederom oprichten, en zullen wij dan de heerlijkheid Gods geopenbaard zien op aarde?’ Toen Jezus de vraag van Simon had gehoord, antwoordde hij: ‘Simon, je houdt nog steeds vast aan je oude ideeën over de Joodse Messias en het materiële koninkrijk. Maar jullie zult geestelijke kracht ontvangen nadat de geest op jullie is neergedaald, en jullie zult kort daarna uitgaan in de ganse wereld om dit evangelie van het koninkrijk te verkondigen. Zoals de Vader mij in de wereld gezonden heeft, zo zend ik jullie ook in de wereld. En ik wens dat jullie elkaar zult liefhebben en vertrouwen. Judas is niet meer bij jullie omdat zijn liefde verkilde en omdat hij jullie, zijn loyale broeders, zijn vertrouwen niet wilde schenken. Hebben jullie niet de Schrift gelezen waar geschreven staat: ‘Het is niet goed voor de mens dat hij alleen is. Niemand leeft voor zichzelf.’ En ook waar gezegd wordt: ‘Hij die vrienden wil hebben, moet zich vriendschappelijk betonen?’ En zond ik jullie ook niet twee aan twee uit om onderricht te geven, opdat jullie niet eenzaam zoudt worden en tot het kwaad en de ellende van het isolement zoudt vervallen? Jullie weten ook heel goed dat, toen ik nog in het vlees was, ik mijzelf niet toestond om gedurende lange perioden alleen te zijn. Vanaf het allereerste begin van onze betrekkingen had ik altijd en constant twee of drie van jullie bij mij, of anders direct binnen mijn bereik, zelfs als ik mij onderhield met de Vader. Vertrouw elkaar daarom, en schenk elkaar je vertrouwen. Dit is nu des te noodzakelijker, omdat ik jullie vandaag hier in de wereld achter zal laten. Het uur is aangebroken; ik sta op het punt naar de Vader te gaan.’ 193:3.2 (2055.2) “Peace be upon you. I have asked you to tarry here in Jerusalem until I ascend to the Father, even until I send you the Spirit of Truth, who shall soon be poured out upon all flesh, and who shall endow you with power from on high.” Simon Zelotes interrupted Jesus, asking, “Then, Master, will you restore the kingdom, and will we see the glory of God manifested on earth?” When Jesus had listened to Simon’s question, he answered: “Simon, you still cling to your old ideas about the Jewish Messiah and the material kingdom. But you will receive spiritual power after the spirit has descended upon you, and you will presently go into all the world preaching this gospel of the kingdom. As the Father sent me into the world, so do I send you. And I wish that you would love and trust one another. Judas is no more with you because his love grew cold, and because he refused to trust you, his loyal brethren. Have you not read in the Scripture where it is written: ‘It is not good for man to be alone. No man lives to himself’? And also where it says: ‘He who would have friends must show himself friendly’? And did I not even send you out to teach, two and two, that you might not become lonely and fall into the mischief and miseries of isolation? You also well know that, when I was in the flesh, I did not permit myself to be alone for long periods. From the very beginning of our associations I always had two or three of you constantly by my side or else very near at hand even when I communed with the Father. Trust, therefore, and confide in one another. And this is all the more needful since I am this day going to leave you alone in the world. The hour has come; I am about to go to the Father.”
193:3.3 (2055.3) Toen hij gesproken had, wenkte hij hen om met hem mee te gaan, en hij leidde hen naar buiten de Olijfberg op, waar hij hen vaarwel zou wensen voordat hij van Urantia vertrok. Het was een plechtige tocht naar de Olijfberg. Vanaf het moment dat zij de bovenzaal verlieten, sprak niemand ook maar een enkel woord, totdat Jezus met hen stilhield op de Olijfberg. 193:3.3 (2055.3) When he had spoken, he beckoned for them to come with him, and he led them out on the Mount of Olives, where he bade them farewell preparatory to departing from Urantia. This was a solemn journey to Olivet. Not a word was spoken by any of them from the time they left the upper chamber until Jesus paused with them on the Mount of Olives.
4. Oorzaken van de val van Judas ^top 4. Causes of Judas’s Downfall ^top
193:4.1 (2055.4) In het eerste gedeelte van de boodschap die hij zijn apostelen ten afscheid meegaf, zinspeelde de Meester op het verlies van Judas en hield hij hun het tragische lot van hun verraderlijke medewerker voor als een ernstige waarschuwing voor de gevaren van sociaal en broederlijk isolement. Het is wellicht nuttig voor de gelovigen in deze en toekomstige eeuwen om in het kort de oorzaken van Judas’ val na te gaan, in het licht van de opmerkingen van de Meester en gezien de inzichten die in latere eeuwen zijn verzameld. 193:4.1 (2055.4) It was in the first part of the Master’s farewell message to his apostles that he alluded to the loss of Judas and held up the tragic fate of their traitorous fellow worker as a solemn warning against the dangers of social and fraternal isolation. It may be helpful to believers, in this and in future ages, briefly to review the causes of Judas’s downfall in the light of the Master’s remarks and in view of the accumulated enlightenment of succeeding centuries.
193:4.2 (2055.5) Wanneer wij terugblikken op deze tragedie, denken wij dat Judas de verkeerde weg opging, vooral omdat hij een zeer duidelijk geïsoleerde persoonlijkheid was, een persoonlijkheid die zich had afgesloten voor, en zich had losgemaakt van gewone sociale contacten. Hij weigerde aanhoudend zijn mede-apostelen in vertrouwen te nemen of zich vrijelijk met hen te verbroederen. Maar het feit op zich dat hij een geïsoleerd type persoonlijkheid was, zou niet zulk onheil hebben teweeggebracht voor Judas, ware het niet dat hij er ook niet in slaagde te groeien in lief- de en toe te nemen in geestelijke genade. En als om het nog erger te maken, koesterde hij boven- dien hardnekkige grieven en gaf hij toe aan psychologische vijanden als wraakzucht en de hun- kering om iemand al zijn teleurstellingen, die zich in hem hadden vastgezet ‘betaald te zetten’. 193:4.2 (2055.5) As we look back upon this tragedy, we conceive that Judas went wrong, primarily, because he was very markedly an isolated personality, a personality shut in and away from ordinary social contacts. He persistently refused to confide in, or freely fraternize with, his fellow apostles. But his being an isolated type of personality would not, in and of itself, have wrought such mischief for Judas had it not been that he also failed to increase in love and grow in spiritual grace. And then, as if to make a bad matter worse, he persistently harbored grudges and fostered such psychologic enemies as revenge and the generalized craving to “get even” with somebody for all his disappointments.
193:4.3 (2056.1) Deze ongelukkige combinatie van individuele eigenaardigheden en mentale neigingen brachten samen de ondergang teweeg van een man met goede bedoelingen, die er niet in slaagde deze euvelen te overwinnen door liefde, geloof en vertrouwen. Dat Judas niet noodzakelijkerwijs op het verkeerde pad had behoeven te geraken, wordt duidelijk aangetoond door de gevallen van Tomas en Natanael, die beiden ook leden aan dezelfde achterdocht en een te sterke ontwikkeling van de neiging tot individualisme. Zelfs Andreas en Matteüs hadden dikwijls neigingen hiertoe, maar al deze mannen gingen Jezus en hun mede-apostelen mettertijd steeds meer, en niet steeds minder liefhebben. Zij groeiden in genade en kennis van waarheid. Zij kregen steeds meer vertrouwen in hun broeders en ontwikkelden langzaam het vermogen om hun metgezellen ook in vertrouwen te nemen. Judas weigerde hardnekkig zijn broeders in vertrouwen te nemen. Wanneer zijn emotionele conflicten zich opeenhoopten en hij ertoe gedreven werd verlichting daarvan te zoeken door uiting te geven aan wat er in hem omging, zocht hij steeds de raad, en aanvaardde hij steeds de onverstandige troost, van zijn ongeestelijke bloedverwanten of van toevallige kennissen die hetzij onverschillig, hetzij werkelijk vijandig stonden tegenover het welzijn en de vooruitgang van de geestelijke werkelijkheden van het hemelse koninkrijk, waarvan hij één der twaalf gewijde ambassadeurs op aarde was. 193:4.3 (2056.1) This unfortunate combination of individual peculiarities and mental tendencies conspired to destroy a well-intentioned man who failed to subdue these evils by love, faith, and trust. That Judas need not have gone wrong is well proved by the cases of Thomas and Nathaniel, both of whom were cursed with this same sort of suspicion and overdevelopment of the individualistic tendency. Even Andrew and Matthew had many leanings in this direction; but all these men grew to love Jesus and their fellow apostles more, and not less, as time passed. They grew in grace and in a knowledge of the truth. They became increasingly more trustful of their brethren and slowly developed the ability to confide in their fellows. Judas persistently refused to confide in his brethren. When he was impelled, by the accumulation of his emotional conflicts, to seek relief in self-expression, he invariably sought the advice and received the unwise consolation of his unspiritual relatives or those chance acquaintances who were either indifferent, or actually hostile, to the welfare and progress of the spiritual realities of the heavenly kingdom, of which he was one of the twelve consecrated ambassadors on earth.
193:4.4 (2056.2) Judas leed de nederlaag in zijn strijd op aarde vanwege de volgende factoren van persoonlijke neigingen en zwakte van karakter: 193:4.4 (2056.2) Judas met defeat in his battles of the earth struggle because of the following factors of personal tendencies and character weakness:
193:4.5 (2056.3) 1. Hij was een eenzelvig type mens. Hij was in hoge mate individualistisch en verkoos een uitgesproken gesloten en teruggetrokken figuur te worden. 193:4.5 (2056.3) 1. He was an isolated type of human being. He was highly individualistic and chose to grow into a confirmed “shut-in” and unsociable sort of person.
193:4.6 (2056.4) 2. Als kind was het leven te gemakkelijk voor hem gemaakt. Hij raakte uitermate gebelgd wanneer hij werd gedwarsboomd. Hij wilde altijd winnen: hij was een zeer slecht verliezer. 193:4.6 (2056.4) 2. As a child, life had been made too easy for him. He bitterly resented thwarting. He always expected to win; he was a very poor loser.
193:4.7 (2056.5) 3. Hij verwierf zich nimmer een filosofische techniek om teleurstellingen te verwerken. Inplaats van teleurstelling te accepteren als een regelmatig voorkomend en normaal verschijnsel in het menselijke bestaan, nam hij steevast zijn toevlucht tot de gewoonte om iemand in het bijzonder, of zijn metgezellen als groep, de schuld te geven van al zijn persoonlijke moeilijkheden en teleurstellingen. 193:4.7 (2056.5) 3. He never acquired a philosophic technique for meeting disappointment. Instead of accepting disappointments as a regular and commonplace feature of human existence, he unfailingly resorted to the practice of blaming someone in particular, or his associates as a group, for all his personal difficulties and disappointments.
193:4.8 (2056.6) 4. Hij had de neiging om grieven te koesteren; hij liep altijd rond met de idee van wraak. 193:4.8 (2056.6) 4. He was given to holding grudges; he was always entertaining the idea of revenge.
193:4.9 (2056.7) 5. Hij hield er niet van de feiten ruiterlijk onder ogen te zien: hij was oneerlijk in zijn houding ten aanzien van levenssituaties. 193:4.9 (2056.7) 5. He did not like to face facts frankly; he was dishonest in his attitude toward life situations.
193:4.10 (2056.8) 6. Hij had er een hekel aan zijn persoonlijke problemen met zijn naaste metgezellen te bespreken; hij weigerde zijn moeilijkheden te bespreken met echte vrienden en degenen die hem waarlijk liefhadden. In alle jaren van zijn omgang met de Meester ging hij niet één keer naar hem toe met een zuiver persoonlijk probleem. 193:4.10 (2056.8) 6. He disliked to discuss his personal problems with his immediate associates; he refused to talk over his difficulties with his real friends and those who truly loved him. In all the years of their association he never once went to the Master with a purely personal problem.
193:4.11 (2056.9) 7. Hij kwam er nooit achter dat de werkelijke beloningen voor een edel leven per slot van rekening geestelijke prijzen zijn, die niet altijd in dit ene korte leven in het vlees worden uitgereikt. 193:4.11 (2056.9) 7. He never learned that the real rewards for noble living are, after all, spiritual prizes, which are not always distributed during this one short life in the flesh.
193:4.12 (2056.10) Ten gevolge van het hardnekkige isolement van zijn persoonlijkheid vermenigvuldigde zich zijn verdriet, vermeerderden zijn zorgen, namen zijn angsten toe en werd zijn wanhoop steeds dieper, tot zij bijna niet meer te dragen viel. 193:4.12 (2056.10) As a result of his persistent isolation of personality, his griefs multiplied, his sorrows increased, his anxieties augmented, and his despair deepened almost beyond endurance.
193:4.13 (2057.1) Deze egocentrische en ultra-individualistische apostel had vele psychische, emotionele en geestelijke moeilijkheden, waarvan de volgende de voornaamste waren. Wat zijn persoonlijkheid betreft, was hij geïsoleerd. Mentaal was hij achterdochtig en wraakgierig. Zijn temperament was nors en rancuneus. Wat zijn gevoelsleven betreft, was hij liefdeloos en niet vergevensgezind. In de omgang was hij niet vertrouwelijk en nagenoeg geheel eenzelvig. In geestelijk opzicht werd hij arrogant en zelfzuchtig ambitieus. Tijdens zijn leven negeerde hij hen die hem liefhadden, en tijdens zijn sterven was hij zonder vrienden. 193:4.13 (2057.1) While this self-centered and ultraindividualistic apostle had many psychic, emotional, and spiritual troubles, his main difficulties were: In personality, he was isolated. In mind, he was suspicious and vengeful. In temperament, he was surly and vindictive. Emotionally, he was loveless and unforgiving. Socially, he was unconfiding and almost wholly self-contained. In spirit, he became arrogant and selfishly ambitious. In life, he ignored those who loved him, and in death, he was friendless.
193:4.14 (2057.2) Dit nu zijn de bewustzijnsfactoren en invloeden van het kwaad, die alle tezamen verklaren, waarom een goedbedoelende en voor het overige eens oprecht gelovige in Jezus, zelfs na meerdere jaren van intieme omgang met diens transformerende persoonlijkheid, zijn kameraden in de steek liet, een heilige zaak verwierp, zijn heilige roeping liet varen en zijn goddelijke Meester verried. 193:4.14 (2057.2) These, then, are the factors of mind and influences of evil which, taken altogether, explain why a well-meaning and otherwise onetime sincere believer in Jesus, even after several years of intimate association with his transforming personality, forsook his fellows, repudiated a sacred cause, renounced his holy calling, and betrayed his divine Master.
5. De hemelvaart van de Meester ^top 5. The Master’s Ascension ^top
193:5.1 (2057.3) Het was bijna half acht, toen Jezus met zijn elf zwijgende en enigszins verbijsterde apostelen deze donderdagmorgen, 18 mei, op de westelijke helling van de Olijfberg aankwam. Van deze plaats, op ongeveer twee derde van de afstand naar de top, konden zij uitzien over Jeruzalem en zagen zij beneden zich Getsemane liggen. Jezus maakte zich nu gereed om voor de laatste maal zijn apostelen vaarwel te zeggen, alvorens hij Urantia verliet. Terwijl hij daar voor hen stond, knielden ze zonder dat dit hun gevraagd werd, in een kring om hem heen, en de Meester sprak: 193:5.1 (2057.3) It was almost half past seven o’clock this Thursday morning, May 18, when Jesus arrived on the western slope of Mount Olivet with his eleven silent and somewhat bewildered apostles. From this location, about two thirds the way up the mountain, they could look out over Jerusalem and down upon Gethsemane. Jesus now prepared to say his last farewell to the apostles before he took leave of Urantia. As he stood there before them, without being directed they knelt about him in a circle, and the Master said:
193:5.2 (2057.4) ‘Ik heb jullie gevraagd in Jeruzalem te blijven, totdat jullie met kracht uit den hoge zult worden begiftigd. Ik sta nu op het punt afscheid van jullie te nemen: ik sta op het punt op te stijgen naar mijn Vader, en spoedig, zeer spoedig, zullen wij de Geest van Waarheid zenden naar deze wereld waar ik gewoond heb; wanneer deze zal zijn gekomen, zullen jullie beginnen met de nieuwe verkondiging van het evangelie van het koninkrijk, eerst in Jeruzalem en daarna tot in de verste streken van de wereld. Hebt de mensen lief met de liefde waarmee ik jullie heb liefgehad, en dient jullie medemensen zoals ik ook jullie heb gediend. Dwingt de ziel der mensen door de vruchten van de geest in jullie leven om de waarheid te geloven dat de mens een zoon van God is, en dat alle mensen broeders zijn. Onthoudt al wat ik jullie heb onderricht en het leven dat ik te midden van jullie geleid heb. Mijn liefde beschut jullie, mijn geest zal bij jullie wonen, en mijn vrede zal bij jullie blijven. Vaarwel.’ 193:5.2 (2057.4) “I bade you tarry in Jerusalem until you were endowed with power from on high. I am now about to take leave of you; I am about to ascend to my Father, and soon, very soon, will we send into this world of my sojourn the Spirit of Truth; and when he has come, you shall begin the new proclamation of the gospel of the kingdom, first in Jerusalem and then to the uttermost parts of the world. Love men with the love wherewith I have loved you and serve your fellow mortals even as I have served you. By the spirit fruits of your lives impel souls to believe the truth that man is a son of God, and that all men are brethren. Remember all I have taught you and the life I have lived among you. My love overshadows you, my spirit will dwell with you, and my peace shall abide upon you. Farewell.”
193:5.3 (2057.5) Toen de morontia-Meester aldus had gesproken, verdween hij uit het gezicht. Deze zogeheten hemelvaart van Jezus verschilde in geen enkel opzicht van de andere keren dat hij tijdens de veertig dagen van zijn morontia-loopbaan op Urantia uit het gezicht van stervelingen was verdwenen. 193:5.3 (2057.5) When the morontia Master had thus spoken, he vanished from their sight. This so-called ascension of Jesus was in no way different from his other disappearances from mortal vision during the forty days of his morontia career on Urantia.
193:5.4 (2057.6) De Meester ging via Jerusem naar Edentia, waar de Meest Verhevenen, terwijl de Paradijs-Zoon als waarnemer aanwezig was, Jezus van Nazaret onthieven van de morontia-staat en hem, via de geest-kanalen van opstijging, deden wederkeren tot de status van het Paradijs-Zoonschap en de hoogste soevereiniteit op Salvington. 193:5.4 (2057.6) The Master went to Edentia by way of Jerusem, where the Most Highs, under the observation of the Paradise Son, released Jesus of Nazareth from the morontia state and, through the spirit channels of ascension, returned him to the status of Paradise sonship and supreme sovereignty on Salvington.
193:5.5 (2057.7) Die morgen om ongeveer kwart voor acht verdween de morontia-Jezus uit het zicht van zijn elf apostelen en begon hij aan de opstijging naar de rechterhand van zijn Vader, om daar de formele bevestiging te ontvangen dat zijn soevereiniteit over het universum Nebadon volledig was geworden. 193:5.5 (2057.7) It was about seven forty-five this morning when the morontia Jesus disappeared from the observation of his eleven apostles to begin the ascent to the right hand of his Father, there to receive formal confirmation of his completed sovereignty of the universe of Nebadon.
6. Petrus roept een vergadering bijeen ^top 6. Peter Calls a Meeting ^top
193:6.1 (2057.8) In opdracht van Petrus gingen Johannes Marcus en enkele anderen erop uit om de prominentste discipelen bijeen te roepen ten huize van Maria Marcus. Omstreeks half elf waren honderdtwintig vooraanstaande discipelen van Jezus die in Jeruzalem woonden, bijeengekomen om het verslag van de afscheidsboodschap van de Meester te horen en bijzonderheden te vernemen over zijn hemelvaart. In dit gezelschap bevond zich ook Maria, de moeder van Jezus. Zij was met Johannes Zebedeüs naar Jeruzalem teruggegaan toen de apostelen van hun laatste verblijf in Galilea terugkwamen. Kort na Pinksteren keerde zij terug naar het huis van Salomé in Betsaïda. Jakobus, de broer van Jezus, was ook aanwezig op deze vergadering, de eerste conferentie van discipelen van de Meester die na het einde van zijn aardse loopbaan gehouden werd. 193:6.1 (2057.8) Acting upon the instruction of Peter, John Mark and others went forth to call the leading disciples together at the home of Mary Mark. By ten thirty, one hundred and twenty of the foremost disciples of Jesus living in Jerusalem had forgathered to hear the report of the farewell message of the Master and to learn of his ascension. Among this company was Mary the mother of Jesus. She had returned to Jerusalem with John Zebedee when the apostles came back from their recent sojourn in Galilee. Soon after Pentecost she returned to the home of Salome at Bethsaida. James the brother of Jesus was also present at this meeting, the first conference of the Master’s disciples to be called after the termination of his planetary career.
193:6.2 (2058.1) Simon Petrus nam de taak op zich om namens zijn mede-apostelen te spreken en deed op aangrijpende wijze verslag van de laatste bijeenkomst van de elf met hun Meester en schilderde op zeer ontroerende wijze het laatste vaarwel van de Meester en zijn verdwijning bij de hemelvaart. Het was een vergadering zoals nog nooit tevoren op deze wereld had plaatsgevonden. Dit gedeelte van de bijeenkomst duurde bijna een vol uur. Daarna legde Petrus uit dat ze besloten hadden een opvolger te kiezen voor Judas Iskariot, en dat er gepauzeerd zou worden om de apostelen de gelegenheid te geven een keuze te doen tussen de twee mannen die voor deze positie waren voorgedragen, Mattias en Justus. 193:6.2 (2058.1) Simon Peter took it upon himself to speak for his fellow apostles and made a thrilling report of the last meeting of the eleven with their Master and most touchingly portrayed the Master’s final farewell and his ascension disappearance. It was a meeting the like of which had never before occurred on this world. This part of the meeting lasted not quite one hour. Peter then explained that they had decided to choose a successor to Judas Iscariot, and that a recess would be granted to enable the apostles to decide between the two men who had been suggested for this position, Matthias and Justus.
193:6.3 (2058.2) Vervolgens gingen de elf apostelen naar beneden, waar ze overeenkwamen om het lot te laten beslissen wie van deze mannen apostel zou worden om in de plaats van Judas te dienen. Het lot viel op Mattias en hij werd als de nieuwe apostel aangewezen. Hij werd op gepaste wijze ingewijd in zijn ambt en daarna tot penningmeester benoemd. Mattias zou echter slechts een geringe rol spelen in de latere activiteiten van de apostelen. 193:6.3 (2058.2) The eleven apostles then went downstairs, where they agreed to cast lots in order to determine which of these men should become an apostle to serve in Judas’s place. The lot fell on Matthias, and he was declared to be the new apostle. He was duly inducted into his office and then appointed treasurer. But Matthias had little part in the subsequent activities of the apostles.
193:6.4 (2058.3) Spoedig na Pinksteren keerden de tweelingbroers ieder naar hun woning in Galilea terug. Simon Zelotes trok zich enige tijd terug, voor hij er weer op uitging om het evangelie te verkondigen. Tomas tobde iets korter en vatte toen zijn onderricht weer op. Natanael verschilde steeds meer van mening met Petrus ten aanzien van het prediken over Jezus, in plaats van het verkondigen van het eerdere evangelie van het koninkrijk. Dit meningsverschil werd tegen het midden van de volgende maand zo hevig, dat Natanael zich terugtrok en naar Filadelfia ging om Abner en Lazarus te bezoeken; na een verblijf aldaar van meer dan een jaar, trok hij verder naar de landen voorbij Mesopotamië en predikte daar het evangelie zoals hij het begreep. 193:6.4 (2058.3) Soon after Pentecost the twins returned to their homes in Galilee. Simon Zelotes was in retirement for some time before he went forth preaching the gospel. Thomas worried for a shorter period and then resumed his teaching. Nathaniel differed increasingly with Peter regarding preaching about Jesus in the place of proclaiming the former gospel of the kingdom. This disagreement became so acute by the middle of the following month that Nathaniel withdrew, going to Philadelphia to visit Abner and Lazarus; and after tarrying there for more than a year, he went on into the lands beyond Mesopotamia preaching the gospel as he understood it.
193:6.5 (2058.4) Zodoende bleven er slechts zes van de oorspronkelijke twaalf apostelen over om hun rol te spelen in de aanvang van de verkondiging van het evangelie in Jeruzalem: Petrus, Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus en Matteüs. 193:6.5 (2058.4) This left but six of the original twelve apostles to become actors on the stage of the early proclamation of the gospel in Jerusalem: Peter, Andrew, James, John, Philip, and Matthew.
193:6.6 (2058.5) Juist toen het middaguur was aangebroken, keerden de apostelen terug naar hun broeders in de bovenzaal en kondigden hen aan dat Mattias verkozen was als de nieuwe apostel. Daarna riep Petrus alle gelovigen op om in gebed te gaan, om te bidden dat ze gereed mochten zijn om de gave van de geest te ontvangen die de Meester beloofd had te zullen zenden. 193:6.6 (2058.5) Just about noon the apostles returned to their brethren in the upper chamber and announced that Matthias had been chosen as the new apostle. And then Peter called all of the believers to engage in prayer, prayer that they might be prepared to receive the gift of the spirit which the Master had promised to send.