Verhandeling 138   Paper 138
De opleiding der boodschappers van het Koninkrijk   Training the Kingdom’s Messengers
138:0.1 (1538.1) NA de prediking over ‘Het Koninkrijk’ riep Jezus die middag de zes apostelen bijeen en begon hun zijn plannen uiteen te zetten om de steden rondom en aan het Meer van Galilea te bezoeken. Zijn broers Jakobus en Judas voelden zich zeer gekwetst omdat zij niet voor deze samenkomst waren uitgenodigd. Tot aan dat ogenblik hadden zij zichzelf tot de kring van Jezus’ naaste medewerkers gerekend. Maar Jezus was van plan geen naaste bloedverwanten deel te laten uitmaken van dit korps van apostolische leiders van het koninkrijk. Dit besluit om Jakobus en Judas niet tot de kleine kring uitverkorenen te laten behoren was, samen met zijn kennelijk gereserveerde houding tegenover zijn moeder na zijn ervaring in Kana, het begin van een steeds wijder wordende kloof tussen Jezus en zijn familie. Deze toestand duurde tijdens zijn gehele openbare optreden voort — zij kwamen er na aan toe hem te verwerpen — en deze geschillen werden pas na zijn dood en wederopstanding geheel uit de weg geruimd. Zijn moeder had voortdurend te kampen met opkomende en weer afnemende gevoelens van geloof en hoop, en steeds sterkere emoties van teleurstelling, vernedering, en wanhoop. Alleen de jongste, Ruth, bleef onwankelbaar trouw aan haar vader-broer.   138:0.1 (1538.1) AFTER preaching the sermon on “The Kingdom,” Jesus called the six apostles together that afternoon and began to disclose his plans for visiting the cities around and about the Sea of Galilee. His brothers James and Jude were very much hurt because they were not called to this conference. Up to this time they had regarded themselves as belonging to Jesus’ inner circle of associates. But Jesus planned to have no close relatives as members of this corps of apostolic directors of the kingdom. This failure to include James and Jude among the chosen few, together with his apparent aloofness from his mother ever since the experience at Cana, was the starting point of an ever-widening gulf between Jesus and his family. This situation continued throughout his public ministry—they very nearly rejected him—and these differences were not fully removed until after his death and resurrection. His mother constantly wavered between attitudes of fluctuating faith and hope, and increasing emotions of disappointment, humiliation, and despair. Only Ruth, the youngest, remained unswervingly loyal to her father-brother.
138:0.2 (1538.2) Tot na de opstanding, had Jezus’ gehele familie zeer weinig te maken met zijn optreden. Een profeet wordt alom geëerd behalve in zijn eigen land, en ondervindt ook geen onbegrip en miskenning behalve in zijn eigen familie.   138:0.2 (1538.2) Until after the resurrection, Jesus’ entire family had very little to do with his ministry. If a prophet is not without honor save in his own country, he is not without understanding appreciation save in his own family.
1. De laatste instructies ^top   1. Final Instructions ^top
138:1.1 (1538.3) De volgende dag, zondag 23 juni, a.d. 26, gaf Jezus zijn laatste instructies aan de zes. Hij droeg hun op er twee aan twee op uit te gaan om de blijde boodschap van het koninkrijk te onderrichten. Hij verbood hun te dopen en ontraadde hun in het openbaar te prediken. Hij legde hun verder uit dat hij hen later wel zou toestaan in het openbaar te prediken, maar dat hij om vele redenen wenste dat zij een tijdlang praktische ervaring zouden opdoen met de persoonlijke omgang met hun medemensen. Jezus had de bedoeling dat zij zich op hun eerste rondreis enkel en alleen met persoonlijk werk zouden bezig houden. Hoewel deze aankondiging enigszins teleurstellend was voor de apostelen, zagen zij, althans ten dele, toch wel in waarom Jezus de verkondiging van het koninkrijk op deze wijze wilde laten aanvangen, en zij gingen opgewekt op weg, vol vertrouwen en enthousiasme. Hij zond hen twee aan twee uit, Jakobus en Johannes naar Keresa, Andreas en Petrus naar Kafarnaüm, terwijl Filippus en Natanael naar Tarichea gingen.   138:1.1 (1538.3) The next day, Sunday, June 23, a.d. 26, Jesus imparted his final instructions to the six. He directed them to go forth, two and two, to teach the glad tidings of the kingdom. He forbade them to baptize and advised against public preaching. He went on to explain that later he would permit them to preach in public, but that for a season, and for many reasons, he desired them to acquire practical experience in dealing personally with their fellow men. Jesus purposed to make their first tour entirely one of personal work. Although this announcement was something of a disappointment to the apostles, still they saw, at least in part, Jesus’ reason for thus beginning the proclamation of the kingdom, and they started out in good heart and with confident enthusiasm. He sent them forth by twos, James and John going to Kheresa, Andrew and Peter to Capernaum, while Philip and Nathaniel went to Tarichea.
138:1.2 (1538.4) Voordat zij aan deze twee weken van dienstbetoon begonnen, kondigde Jezus hun aan dat hij twaalf apostelen wilde aanstellen om na zijn vertrek het werk voor het koninkrijk voort te zetten, en hij machtigde elk van hen één man uit de kring van zijn eerste bekeerlingen te kiezen om lid te worden van het korps van apostelen zoals Jezus zich dat voorgesteld had. Johannes vroeg daarop vrijuit: ‘Maar Meester, zullen die zes mannen dan temidden van ons komen en gelijkelijk alles met ons delen, terwijl wij al vanaf de Jordaan bij u geweest zijn en al het onderricht hebben gehoord dat u ons gegeven hebt om ons voor te bereiden hierop, op de eerste keer dat wij voor het koninkrijk gaan arbeiden?’ En Jezus antwoordde: ‘Ja, Johannes, de mannen die jullie zullen uitkiezen, zullen één met ons worden, en jullie zullen hun onderricht geven in alles wat het koninkrijk betreft, net zoals ik jullie onderwezen heb.’ Na dit gezegd te hebben, verliet Jezus hen.   138:1.2 (1538.4) Before they began this first two weeks of service, Jesus announced to them that he desired to ordain twelve apostles to continue the work of the kingdom after his departure and authorized each of them to choose one man from among his early converts for membership in the projected corps of apostles. John spoke up, asking: “But, Master, will these six men come into our midst and share all things equally with us who have been with you since the Jordan and have heard all your teaching in preparation for this, our first labor for the kingdom?” And Jesus replied: “Yes, John, the men you choose shall become one with us, and you will teach them all that pertains to the kingdom, even as I have taught you.” After thus speaking, Jesus left them.
138:1.3 (1539.1) De zes gingen pas uiteen om aan het werk te gaan, toen zij eerst uitvoerig hadden gesproken over de opdracht van Jezus om elk een nieuwe apostel uit te kiezen. Ten slotte gaf de raad van Andreas de doorslag en gingen zij op weg om aan hun werk te beginnen. Kort samengevat zei Andreas het volgende: ‘De Meester heeft gelijk; wij zijn met te weinigen om dit werk geheel aan te kunnen. Er zijn meer leraren nodig en de Meester heeft veel vertrouwen in ons getoond, nu hij het uitkiezen van deze zes nieuwe apostelen aan ons heeft opgedragen.’ Toen zij die morgen uiteengingen om aan het werk te gaan, verborg ieder van hen een licht gevoel van terneergeslagenheid. Zij wisten dat zij Jezus zouden missen, en nog afgezien van hun vrees en beschroomdheid, was dit niet de manier waarop zij zich de inluiding van het koninkrijk der hemels hadden voorgesteld.   138:1.3 (1539.1) The six did not separate to go to their work until they had exchanged many words in discussion of Jesus’ instruction that each of them should choose a new apostle. Andrew’s counsel finally prevailed, and they went forth to their labors. In substance Andrew said: “The Master is right; we are too few to encompass this work. There is need for more teachers, and the Master has manifested great confidence in us inasmuch as he has intrusted us with the choosing of these six new apostles.” This morning, as they separated to go to their work, there was a bit of concealed depression in each heart. They knew they were going to miss Jesus, and besides their fear and timidity, this was not the way they had pictured the kingdom of heaven being inaugurated.
138:1.4 (1539.2) Het was zo geregeld, dat de zes twee weken zouden werken, waarna ze naar het huis van Zebedeüs zouden terugkeren voor een bespreking. Intussen ging Jezus naar Nazaret om Jozef en Simon op te zoeken, alsmede andere leden van zijn familie die daar in de buurt woonden. Jezus deed alles wat menselijkerwijs mogelijk was en verenigbaar met zijn toewijding aan het doen van de wil van zijn Vader, om het vertrouwen en de genegenheid van zijn familie te behouden. In dit opzicht vervulde hij ten volle zijn plicht, en meer dan dat.   138:1.4 (1539.2) It had been arranged that the six were to labor for two weeks, after which they were to return to the home of Zebedee for a conference. Meantime Jesus went over to Nazareth to visit with Joseph and Simon and other members of his family living in that vicinity. Jesus did everything humanly possible, consistent with his dedication to the doing of his Father’s will, to retain the confidence and affection of his family. In this matter he did his full duty and more.
138:1.5 (1539.3) Terwijl de apostelen in de omgeving met hun missie bezig waren, dacht Jezus veel aan Johannes die nu in de gevangenis zat. De verleiding was groot om zijn potentiële krachten te gebruiken om hem te bevrijden, maar wederom legde hij zich erbij neer ‘zich te voegen naar de wil van de Vader’.   138:1.5 (1539.3) While the apostles were out on this mission, Jesus thought much about John, now in prison. It was a great temptation to use his potential powers to release him, but once more he resigned himself to “wait upon the Father’s will.”
2. Het uitkiezen van de zes ^top   2. Choosing the Six ^top
138:2.1 (1539.4) De eerste zendingstocht van de zes was een groot succes. Zij ontdekten allen de grote waarde van het rechtstreekse, persoonlijke contact met de mensen. Toen zij bij Jezus terugkwamen, hadden zij een helderder besef dat religie per slot van rekening zuiver en alleen een zaak van persoonlijke ervaring is. Zij begonnen te voelen hoe begerig de gewone mensen waren om woorden van religieuze vertroosting en geestelijke bemoediging te horen. Toen zij bij Jezus samenkwamen, wilden ze allen meteen beginnen te praten, maar Andreas nam de leiding en gaf ieder zijn beurt, om formeel verslag uit te brengen aan de Meester en de zes nieuwe apostelen die zij wilden benoemen, voor te dragen.   138:2.1 (1539.4) This first missionary tour of the six was eminently successful. They all discovered the great value of direct and personal contact with men. They returned to Jesus more fully realizing that, after all, religion is purely and wholly a matter of personal experience. They began to sense how hungry were the common people to hear words of religious comfort and spiritual good cheer. When they assembled about Jesus, they all wanted to talk at once, but Andrew assumed charge, and as he called upon them one by one, they made their formal reports to the Master and presented their nominations for the six new apostles.
138:2.2 (1539.5) Toen ieder had aangegeven wie hij als nieuwe apostel had uitgekozen, vroeg Jezus alle anderen over deze voordracht te stemmen: op deze wijze werden de nieuwe apostelen alle zes formeel door alle zes oudere apostelen aanvaard. Hierop kondigde Jezus aan dat zij met elkaar deze kandidaten zouden gaan bezoeken om hen op te roepen in dienst te treden.   138:2.2 (1539.5) Jesus, after each man had presented his selection for the new apostleships, asked all the others to vote upon the nomination; thus all six of the new apostles were formally accepted by all of the older six. Then Jesus announced that they would all visit these candidates and give them the call to service.
138:2.3 (1539.6) De nieuw gekozen apostelen waren:   138:2.3 (1539.6) The newly selected apostles were:
138:2.4 (1539.7) 1. Matteüs Levi, de tolgaarder van Kafarnaüm, die zijn kantoor juist ten oosten van de stad had, bij de grens van Batanea. Hij was door Andreas uitgekozen.   138:2.4 (1539.7) 1. Matthew Levi, the customs collector of Capernaum, who had his office just to the east of the city, near the borders of Batanea. He was selected by Andrew.
138:2.5 (1539.8) 2. Tomas Didymus, een visser te Tarichea en eerder timmerman en metselaar te Gadara. Deze was door Filippus uitgekozen.   138:2.5 (1539.8) 2. Thomas Didymus, a fisherman of Tarichea and onetime carpenter and stone mason of Gadara. He was selected by Philip.
138:2.6 (1539.9) 3. Jakobus Alfeüs, een visser en boer te Keresa, was uitgekozen door Jakobus Zebedeüs.   138:2.6 (1539.9) 3. James Alpheus, a fisherman and farmer of Kheresa, was selected by James Zebedee.
138:2.7 (1539.10) 4. Judas Alfeüs, de tweelingbroer van Jakobus Alfeüs, ook visser, was uitgekozen door Johannes Zebedeüs.   138:2.7 (1539.10) 4. Judas Alpheus, the twin brother of James Alpheus, also a fisherman, was selected by John Zebedee.
138:2.8 (1540.1) 5. Simon Zelotes was een hoge officier in de patriottische organisatie van de Zeloten, een positie die hij opgaf om zich bij de apostelen van Jezus te voegen. Voordat hij zich had aangesloten bij de Zeloten, was Simon koopman geweest. Hij was uitgekozen door Petrus.   138:2.8 (1540.1) 5. Simon Zelotes was a high officer in the patriotic organization of the Zealots, a position which he gave up to join Jesus’ apostles. Before joining the Zealots, Simon had been a merchant. He was selected by Peter.
138:2.9 (1540.2) 6. Judas Iskariot was de enige zoon van welgestelde Joodse ouders die in Jericho woonden. Hij had zich aangesloten bij Johannes de Doper, en zijn Sadduceese ouders hadden hem verstoten. Toen de apostelen van Jezus hem tegenkwamen, was hij bezig werk te zoeken in deze streek, en voornamelijk omdat hij ervaring had met geldzaken, had Natanael hem uitgenodigd zich bij hen aan te sluiten. Judas Iskariot was de enige van de twaalf apostelen die uit Judea afkomstig was.   138:2.9 (1540.2) 6. Judas Iscariot was an only son of wealthy Jewish parents living in Jericho. He had become attached to John the Baptist, and his Sadducee parents had disowned him. He was looking for employment in these regions when Jesus’ apostles found him, and chiefly because of his experience with finances, Nathaniel invited him to join their ranks. Judas Iscariot was the only Judean among the twelve apostles.
138:2.10 (1540.3) Jezus bracht een hele dag door met de zes, beantwoordde hun vragen en luisterde naar de bijzonderheden van hun verslagen, want zij hadden vele belangwekkende en nuttige ervaringen te vertellen. Zij zagen nu de wijsheid in van het plan van de Meester om hen uit te zenden om op een rustige, persoonlijke manier te werken, voordat zij van start gingen met hun meer opvallende arbeid in het openbaar.   138:2.10 (1540.3) Jesus spent a full day with the six, answering their questions and listening to the details of their reports, for they had many interesting and profitable experiences to relate. They now saw the wisdom of the Master’s plan of sending them out to labor in a quiet and personal manner before the launching of their more pretentious public efforts.
3. De roeping van Matteüs en Simon ^top   3. The Call of Matthew and Simon ^top
138:3.1 (1540.4) De volgende dag gingen Jezus en de zes apostelen Matteüs, de tolgaarder, bezoeken. Matteüs verwachtte hen, hij had zijn boeken afgesloten en alles gereedgemaakt om de zaken van zijn kantoor over te dragen aan zijn broer. Toen zij bij het tolhuis kwamen, trad Andreas samen met Jezus naar voren; Jezus zag Matteüs aan en zei: ‘Volg mij.’ En hij stond op en ging met Jezus en de apostelen naar zijn huis.   138:3.1 (1540.4) The next day Jesus and the six went to call upon Matthew, the customs collector. Matthew was awaiting them, having balanced his books and made ready to turn the affairs of his office over to his brother. As they approached the toll house, Andrew stepped forward with Jesus, who, looking into Matthew’s face, said, “Follow me.” And he arose and went to his house with Jesus and the apostles.
138:3.2 (1540.5) Matteüs vertelde Jezus dat hij voor die avond een feestmaaltijd had aangericht, althans dat hij zo’n maaltijd voor zijn familie en vrienden wilde geven als Jezus dit goedvond en erin wilde toestemmen de eregast te zijn. Jezus knikte ten teken van instemming. Toen nam Petrus Matteüs terzijde en legde hem uit dat hij een zekere Simon had uitgenodigd zich bij de apostelen aan te sluiten en hij kreeg toestemming om Simon ook voor dit feest uit te nodigen.   138:3.2 (1540.5) Matthew told Jesus of the banquet he had arranged for that evening, at least that he wished to give such a dinner to his family and friends if Jesus would approve and consent to be the guest of honor. And Jesus nodded his consent. Peter then took Matthew aside and explained that he had invited one Simon to join the apostles and secured his consent that Simon be also bidden to this feast.
138:3.3 (1540.6) Toen zij bij Matteüs thuis de middagmaaltijd hadden gebruikt, gingen ze allen met Petrus mee om Simon de Zeloot te bezoeken, die zij aantroffen in zijn oude kantoor, dat nu geleid werd door zijn neef. Toen Petrus Jezus bij Simon had gebracht, groette de Meester de vurige patriot en zei alleen: ‘Volg mij.’   138:3.3 (1540.6) After a noontide luncheon at Matthew’s house they all went with Peter to call upon Simon the Zealot, whom they found at his old place of business, which was now being conducted by his nephew. When Peter led Jesus up to Simon, the Master greeted the fiery patriot and only said, “Follow me.”
138:3.4 (1540.7) Ze keerden allen terug naar het huis van Matteüs, waar ze uitvoerig over politiek en religie spraken totdat het uur voor de avondmaaltijd aanbrak. De familie van Levi was lang in zaken geweest en had zich bezig gehouden met belastinginning; daarom zouden de Farizeeën veel van de gasten die door Matteüs voor de feestmaaltijd waren uitgenodigd, ‘tollenaars en zondaars’ hebben genoemd.   138:3.4 (1540.7) They all returned to Matthew’s home, where they talked much about politics and religion until the hour of the evening meal. The Levi family had long been engaged in business and tax gathering; therefore many of the guests bidden to this banquet by Matthew would have been denominated “publicans and sinners” by the Pharisees.
138:3.5 (1540.8) In die dagen was het gewoonte dat wanneer een dergelijke receptie-feestmaaltijd voor een vooraanstaande persoon werd aangericht, alle belangstellenden zich in de eetzaal ophielden om de gasten gade te slaan bij hun maaltijd en te luisteren naar de gesprekken en de toespraken van de eregasten. Bijgevolg waren de meeste Farizeeën van Kafarnaüm bij deze gelegenheid aanwezig, zodat zij konden gadeslaan hoe Jezus zich zou gedragen tijdens deze ongewone gezelligheidsbijeenkomst.   138:3.5 (1540.8) In those days, when a reception-banquet of this sort was tendered a prominent individual, it was the custom for all interested persons to linger about the banquet room to observe the guests at meat and to listen to the conversation and speeches of the men of honor. Accordingly, most of the Capernaum Pharisees were present on this occasion to observe Jesus’ conduct at this unusual social gathering.
138:3.6 (1540.9) Naarmate de maaltijd vorderde, steeg de vreugde van de disgenoten tot grote hoogten van vrolijkheid, en iedereen had het zo geweldig naar zijn zin, dat de toekijkende Farizeeën in hun hart Jezus begonnen te kritiseren omdat hij aan dergelijk luchthartig en zorgeloos gedoe deelnam. Later in de avond, toen er toespraken werden gehouden, ging een van de meer boosaardige Farizeeën zelfs zover, dat hij tegen Petrus aanmerkingen maakte op het gedrag van Jezus, met de woorden: ‘Hoe durft ge te leren dat deze man rechtschapen is als hij met tollenaren en zondaren eet en zich ertoe leent aanwezig te zijn bij zulke tonelen van zorgeloos plezier?’ Petrus bracht deze kritiek fluisterend over aan Jezus, voordat deze de afscheidszegen uitsprak over degenen die daar bijeen waren. Toen Jezus begon te spreken, zei hij: ‘Nu wij hier vanavond bijeengekomen zijn om Matteüs en Simon welkom te heten in ons gezelschap, verheugt het mij te zien dat ge opgewekt zijt en zo’n goede stemming hebt onder elkaar, maar eigenlijk zoudt ge u nog meer moeten verheugen omdat velen van u ingang zullen vinden tot het komende koninkrijk van de geest, waarin ge nog overvloediger zult genieten van de goede dingen van het koninkrijk des hemels. En tot u die hier in het rond staat en in uw hart kritiek op mij hebt, omdat ik hier gekomen ben om vrolijk te zijn met deze vrienden, zou ik willen zeggen dat ik gekomen ben om vreugde te verkondigen aan hen die sociale verschoppelingen zijn, en geestelijke vrijheid aan hen die moreel onvrij zijn. Is het nodig u eraan te herinneren dat gezonde mensen geen dokter nodig hebben, maar degenen die ziek zijn? Ik ben niet gekomen om de rechtvaardigen te roepen, maar zondaren.’   138:3.6 (1540.9) As the dinner progressed, the joy of the diners mounted to heights of good cheer, and everybody was having such a splendid time that the onlooking Pharisees began, in their hearts, to criticize Jesus for his participation in such a lighthearted and carefree affair. Later in the evening, when they were making speeches, one of the more malignant of the Pharisees went so far as to criticize Jesus’ conduct to Peter, saying: “How dare you to teach that this man is righteous when he eats with publicans and sinners and thus lends his presence to such scenes of careless pleasure making.” Peter whispered this criticism to Jesus before he spoke the parting blessing upon those assembled. When Jesus began to speak, he said: “In coming here tonight to welcome Matthew and Simon to our fellowship, I am glad to witness your lightheartedness and social good cheer, but you should rejoice still more because many of you will find entrance into the coming kingdom of the spirit, wherein you shall more abundantly enjoy the good things of the kingdom of heaven. And to you who stand about criticizing me in your hearts because I have come here to make merry with these friends, let me say that I have come to proclaim joy to the socially downtrodden and spiritual liberty to the moral captives. Need I remind you that they who are whole need not a physician, but rather those who are sick? I have come, not to call the righteous, but sinners.”
138:3.7 (1541.1) Dit nu was werkelijk een vreemde aanblik in het gehele Joodse land: een mens met een rechtvaardig karakter en nobele gevoelens, die zich vrijelijk en vol vreugde onder het gewone volk begaf, ja zelfs onder een groep ongodsdienstige, pretmakende tollenaren en vermeende zondaren. Simon Zelotes wilde graag een toespraak houden tijdens deze bijeenkomst ten huize van Matteüs, maar Andreas, die wist dat Jezus niet wilde dat het komende koninkrijk verward zou worden met de beweging van de Zeloten, overreedde hem af te zien van alle uitspraken in het openbaar.   138:3.7 (1541.1) And truly this was a strange sight in all Jewry: to see a man of righteous character and noble sentiments mingling freely and joyously with the common people, even with an irreligious and pleasure-seeking throng of publicans and reputed sinners. Simon Zelotes desired to make a speech at this gathering in Matthew’s house, but Andrew, knowing that Jesus did not want the coming kingdom to become confused with the Zealots’ movement, prevailed upon him to refrain from making any public remarks.
138:3.8 (1541.2) Jezus en de apostelen bleven die nacht in het huis van Matteüs en toen de mensen naar huis gingen, hadden ze slechts één onderwerp van gesprek: de goedheid en vriendelijkheid van Jezus.   138:3.8 (1541.2) Jesus and the apostles remained that night in Matthew’s house, and as the people went to their homes, they spoke of but one thing: the goodness and friendliness of Jesus.
4. De roeping van de tweelingbroers ^top   4. The Call of the Twins ^top
138:4.1 (1541.3) De volgende morgen staken ze allen per boot over naar Keresa om de volgende twee apostelen, Jakobus en Judas, de zonen van Alfeüs en tweelingbroers, die waren voorgesteld door Jakobus en Johannes Zebedeüs, formeel op te roepen. De tweelingbroers, die vissers waren, verwachtten Jezus en zijn apostelen en stonden daarom aan de oever op hen te wachten. Jakobus Zebedeüs stelde de Meester aan de vissers uit Keresa voor, en Jezus, hen aanziende, knikte en zei: ‘Volg mij.’   138:4.1 (1541.3) On the morrow all nine of them went by boat over to Kheresa to execute the formal calling of the next two apostles, James and Judas the twin sons of Alpheus, the nominees of James and John Zebedee. The fisherman twins were expecting Jesus and his apostles and were therefore awaiting them on the shore. James Zebedee presented the Master to the Kheresa fishermen, and Jesus, gazing on them, nodded and said, “Follow me.”
138:4.2 (1541.4) Op deze namiddag, die zij met elkaar doorbrachten, gaf Jezus hun volledige instructies betreffende het bijwonen van feestelijke bijeenkomsten en aan het einde daarvan zei hij: ‘Alle mensen zijn mijn broeders. Mijn Vader in de hemel ziet op geen enkel schepsel van ons maaksel in minachting neer. Het koninkrijk des hemels staat open voor alle mannen en vrouwen. Niemand mag de deur der barmhartigheid dichtslaan wanneer een hongerende ziel wil binnengaan. Wij zullen met allen aanzitten die over het koninkrijk verlangen te horen. Zoals de Vader in de hemel de mensen hier beneden ziet, zijn zij allen gelijk. Weiger daarom niet brood te breken met een Farizeeër of een zondaar, met een Sadduceeër of een tollenaar, met een Romein of een Jood, met een rijk man of een arm man, met een vrij man of een slaaf. De deur van het koninkrijk staat wijd open voor allen die verlangen de waarheid te leren kennen en God te vinden.’   138:4.2 (1541.4) That afternoon, which they spent together, Jesus fully instructed them concerning attendance upon festive gatherings, concluding his remarks by saying: “All men are my brothers. My Father in heaven does not despise any creature of our making. The kingdom of heaven is open to all men and women. No man may close the door of mercy in the face of any hungry soul who may seek to gain an entrance thereto. We will sit at meat with all who desire to hear of the kingdom. As our Father in heaven looks down upon men, they are all alike. Refuse not therefore to break bread with Pharisee or sinner, Sadducee or publican, Roman or Jew, rich or poor, free or bond. The door of the kingdom is wide open for all who desire to know the truth and to find God.”
138:4.3 (1541.5) Die avond, tijdens een eenvoudige maaltijd in het huis van Alfeüs, werden de tweelingbroers opgenomen in de apostolische familie. Later in de avond gaf Jezus zijn apostelen hun eerste les over de oorsprong, natuur, en bestemming van onreine geesten, maar ze konden het belang van wat hij hun meedeelde niet bevatten. Het viel hun zeer gemakkelijk om Jezus lief te hebben en te bewonderen, maar veel van zijn leringen vonden zij heel moeilijk te begrijpen.   138:4.3 (1541.5) That night at a simple supper at the Alpheus home, the twin brothers were received into the apostolic family. Later in the evening Jesus gave his apostles their first lesson dealing with the origin, nature, and destiny of unclean spirits, but they could not comprehend the import of what he told them. They found it very easy to love and admire Jesus but very difficult to understand many of his teachings.
138:4.4 (1542.1) Na genoten nachtrust stak het gehele gezelschap, nu elf man, per boot over naar Tarichea.   138:4.4 (1542.1) After a night of rest the entire party, now numbering eleven, went by boat over to Tarichea.
5. De roeping van Tomas en Judas ^top   5. The Call of Thomas and Judas ^top
138:5.1 (1542.2) Tomas, de visser, en Judas, de zwerver, haalden Jezus en de apostelen af van de landingsplaats van de vissersboten te Tarichea, en Tomas bracht het gezelschap naar zijn huis daar in de buurt. Filippus stelde nu Tomas voor als zijn kandidaat voor het apostelschap, en Natanael wees Judas Iskariot, de man uit Judea, aan voor dezelfde eer. Jezus zag Tomas aan en zei: ‘Tomas, het ontbreekt je aan geloof; niettemin neem ik je aan. Volg mij.’ Tot Judas Iskariot sprak de Meester: ‘Judas, we zijn allen van één vlees, en nu ik je in ons midden ontvang, bid ik dat je altijd trouw zult zijn aan je Galilese broeders. Volg mij.’   138:5.1 (1542.2) Thomas the fisherman and Judas the wanderer met Jesus and the apostles at the fisher-boat landing at Tarichea, and Thomas led the party to his near-by home. Philip now presented Thomas as his nominee for apostleship and Nathaniel presented Judas Iscariot, the Judean, for similar honors. Jesus looked upon Thomas and said: “Thomas, you lack faith; nevertheless, I receive you. Follow me.” To Judas Iscariot the Master said: “Judas, we are all of one flesh, and as I receive you into our midst, I pray that you will always be loyal to your Galilean brethren. Follow me.”
138:5.2 (1542.3) Nadat ze zich hadden verfrist, zonderde Jezus zich een tijdje af met de twaalf om met hen te bidden en hen te onderrichten over de natuur en het werk van de Heilige Geest, maar weer slaagden zij er grotendeels niet in de betekenis te begrijpen van de wonderbaarlijke waarheden die hij hun trachtte bij te brengen. De een vatte dit onderdeel, en een ander dat, maar niemand kon het geheel van zijn onderricht bevatten. Steeds opnieuw maakten ze de vergissing dat zij het nieuwe evangelie van Jezus trachtten in te passen in hun oude geloofsvormen. Het drong niet tot hen door dat Jezus gekomen was om een nieuw evangelie van verlossing te verkondigen en een nieuwe weg te banen om God te vinden; ze zagen niet dat hij een nieuwe openbaring van de Vader in de hemel was.   138:5.2 (1542.3) When they had refreshed themselves, Jesus took the twelve apart for a season to pray with them and to instruct them in the nature and work of the Holy Spirit, but again did they largely fail to comprehend the meaning of those wonderful truths which he endeavored to teach them. One would grasp one point and one would comprehend another, but none of them could encompass the whole of his teaching. Always would they make the mistake of trying to fit Jesus’ new gospel into their old forms of religious belief. They could not grasp the idea that Jesus had come to proclaim a new gospel of salvation and to establish a new way of finding God; they did not perceive that he was a new revelation of the Father in heaven.
138:5.3 (1542.4) De volgende dag liet Jezus zijn twaalf apostelen geheel aan henzelf over; hij wilde dat ze elkaar zouden leren kennen en wenste dat ze alleen zouden zijn om met elkaar te bespreken wat hij hun had geleerd. De Meester kwam weer terug voor de avondmaaltijd en in de uren daarna sprak hij met hen over het dienstbetoon van serafijnen, een onderricht dat sommigen van de apostelen wel begrepen. Ze rustten die nacht en vertrokken de volgende dag per boot naar Kafarnaüm.   138:5.3 (1542.4) The next day Jesus left his twelve apostles quite alone; he wanted them to become acquainted and desired that they be alone to talk over what he had taught them. The Master returned for the evening meal, and during the after-supper hours he talked to them about the ministry of seraphim, and some of the apostles comprehended his teaching. They rested for a night and the next day departed by boat for Capernaum.
138:5.4 (1542.5) Zebedeüs en Salome waren bij hun zoon David gaan inwonen, zodat hun grote huis aan Jezus en zijn twaalf apostelen ter beschikking gesteld kon worden. Hier bracht Jezus een rustige Sabbat door met zijn uitverkoren boodschappers; hij stippelde zorgvuldig de plannen uit voor het verkondigen van het koninkrijk en legde duidelijk uit hoe belangrijk het was om elke botsing met het wereldlijk gezag te vermijden, met de woorden: ‘Indien de wereldlijke bestuurders berispt moeten worden, laat die taak dan aan mij over. Zorg ervoor dat je Caesar of zijn dienaren niet in het openbaar veroordeelt.’ Deze zelfde avond nam Judas Iskariot Jezus terzijde om hem te vragen waarom er niets gedaan werd om Johannes uit de gevangenis te krijgen. En Judas was niet geheel tevreden met de instelling van Jezus.   138:5.4 (1542.5) Zebedee and Salome had gone to live with their son David so that their large home could be turned over to Jesus and his twelve apostles. Here Jesus spent a quiet Sabbath with his chosen messengers; he carefully outlined the plans for proclaiming the kingdom and fully explained the importance of avoiding any clash with the civil authorities, saying: “If the civil rulers are to be rebuked, leave that task to me. See that you make no denunciations of Caesar or his servants.” It was this same evening that Judas Iscariot took Jesus aside to inquire why nothing was done to get John out of prison. And Judas was not wholly satisfied with Jesus’ attitude.
6. Een week van intensieve training ^top   6. The Week of Intensive Training ^top
138:6.1 (1542.6) De volgende week werd gewijd aan een programma van intensieve training. Elke dag werden de zes nieuwe apostelen toevertrouwd aan degenen die hen respectievelijk hadden voorgedragen, om grondig alles door te nemen wat zij hadden geleerd en ervaren bij hun voorbereiding op het werk voor het koninkrijk. De oudere apostelen gaven ten behoeve van de zes jongeren, een zorgvuldig overzicht van hetgeen Jezus hen tot zover had geleerd. ’s Avonds kwamen ze allen bijeen in de tuin van Zebedeüs om door Jezus onderricht te wor-den.   138:6.1 (1542.6) The next week was devoted to a program of intense training. Each day the six new apostles were put in the hands of their respective nominators for a thoroughgoing review of all they had learned and experienced in preparation for the work of the kingdom. The older apostles carefully reviewed, for the benefit of the younger six, Jesus’ teachings up to that hour. Evenings they all assembled in Zebedee’s garden to receive Jesus’ instruction.
138:6.2 (1542.7) In deze week stelde Jezus de vrije dag midden in de week in voor rust en ontspanning. En zij hielden zich gedurende de gehele verdere duur van zijn materiële leven aan dit plan om zich één dag per week te ontspannen. Als algemene regel gold dat zij op woensdagen nooit met hun gewone werkzaamheden doorgingen. Op deze wekelijkse vrije dag liet Jezus hen gewoonlijk alleen en zei dan: ‘Kinderen, ga van jullie vrije dag genieten. Rust uit van het moeilijke werk voor het koninkrijk en geniet van de verkwikking die het geeft als je teruggaat naar je vroegere beroep, of als je nieuwe soorten ontspannende activiteiten ontdekt.’ Hoewel Jezus in deze periode van zijn leven op aarde deze rustdag niet werkelijk nodig had, hield hij zich ook aan dit plan, omdat hij wist dat dit voor zijn medewerkers het beste was. Jezus was de leraar — de Meester; zijn medewerkers waren zijn leerlingen — discipelen.   138:6.2 (1542.7) It was at this time that Jesus established the mid-week holiday for rest and recreation. And they pursued this plan of relaxation for one day each week throughout the remainder of his material life. As a general rule, they never prosecuted their regular activities on Wednesday. On this weekly holiday Jesus would usually take himself away from them, saying: “My children, go for a day of play. Rest yourselves from the arduous labors of the kingdom and enjoy the refreshment that comes from reverting to your former vocations or from discovering new sorts of recreational activity.” While Jesus, at this period of his earth life, did not actually require this day of rest, he conformed to this plan because he knew it was best for his human associates. Jesus was the teacher—the Master; his associates were his pupils—disciples.
138:6.3 (1543.1) Jezus trachtte zijn apostelen het verschil duidelijk te maken tussen zijn onderricht en zijn leven temidden van hen, en de leer die later over hem zou kunnen ontstaan. Jezus zei tot hen: ‘Mijn koninkrijk en het evangelie dat daarop betrekking heeft, moet het hoofdthema van jullie boodschap vormen. Laat je niet op een zijspoor brengen door te prediken over mij en over mijn leer. Verkondigt het evangelie van het koninkrijk en spreekt over mijn openbaring van de Vader in de hemel, maar laat je niet verleiden de zijwegen in te slaan van het scheppen van legenden en het vormen van een cultus die te maken heeft met geloofsovertuigingen en onderricht over wat ik geloof en onderricht.’ Maar weer begrepen ze niet waarom hij aldus sprak, en niemand durfde te vragen waarom hij hun dit leerde.   138:6.3 (1543.1) Jesus endeavored to make clear to his apostles the difference between his teachings and his life among them and the teachings which might subsequently spring up about him. Said Jesus: “My kingdom and the gospel related thereto shall be the burden of your message. Be not sidetracked into preaching about me and about my teachings. Proclaim the gospel of the kingdom and portray my revelation of the Father in heaven but do not be misled into the bypaths of creating legends and building up a cult having to do with beliefs and teachings about my beliefs and teachings.” But again they did not understand why he thus spoke, and no man dared to ask why he so taught them.
138:6.4 (1543.2) In het onderricht van deze eerste tijd, trachtte Jezus zoveel mogelijk twistpunten met zijn apostelen te vermijden behalve wanneer deze verkeerde voorstellingen van zijn Vader in de hemel inhielden. In al zulke gevallen aarzelde hij nooit onjuiste overtuigingen recht te zetten. Het leven van Jezus op Urantia na zijn doop kende slechts één beweegreden, en dat was een betere en juistere openbaring van zijn Paradijs-Vader; hij was de pionier van de nieuwe, betere weg tot God, de weg van geloof en liefde. Steeds spoorde hij zijn apostelen aan met de woorden: ‘Ga de zondaren zoeken; zoek ontmoedigden en troost de bekommerden.’   138:6.4 (1543.2) In these early teachings Jesus sought to avoid controversies with his apostles as far as possible excepting those involving wrong concepts of his Father in heaven. In all such matters he never hesitated to correct erroneous beliefs. There was just one motive in Jesus’ postbaptismal life on Urantia, and that was a better and truer revelation of his Paradise Father; he was the pioneer of the new and better way to God, the way of faith and love. Ever his exhortation to the apostles was: “Go seek for the sinners; find the downhearted and comfort the anxious.”
138:6.5 (1543.3) Jezus beheerste de situatie volkomen; hij beschikte over een onbegrensde macht die hij bevorderlijk had kunnen doen zijn voor zijn missie, doch hij nam geheel genoegen met middelen en persoonlijkheden die de meeste mensen als ontoereikend en onbeduidend beschouwd zouden hebben. Hij had een missie op zich genomen die enorme dramatische mogelijkheden bood, maar hij stond erop om het werk voor zijn Vader op de rustigste, meest ondramatische wijze te doen; angstvallig vermeed hij alle machtsvertoon. En nu was hij van plan om ten minste enige maanden lang rustig met zijn twaalf apostelen in de omstreken van het Meer van Galilea te arbeiden.   138:6.5 (1543.3) Jesus had a perfect grasp of the situation; he possessed unlimited power, which might have been utilized in the furtherance of his mission, but he was wholly content with means and personalities which most people would have regarded as inadequate and would have looked upon as insignificant. He was engaged in a mission of enormous dramatic possibilities, but he insisted on going about his Father’s business in the most quiet and undramatic manner; he studiously avoided all display of power. And he now planned to work quietly, at least for several months, with his twelve apostles around about the Sea of Galilee.
7. Opnieuw teleurgesteld ^top   7. Another Disappointment ^top
138:7.1 (1543.4) Jezus had plannen gemaakt voor een rustige zendingscampagne van vijf maanden persoonlijk werk. Hij vertelde de apostelen niet hoe lang dit zou duren: ze werkten van week tot week. En vroeg in de morgen van de eerste dag van deze week, juist toen hij op het punt stond dit zijn twaalf apostelen aan te kondigen, kwamen Simon Petrus, Jakobus Zebedeüs, en Judas Iskariot bij hem voor een persoonlijk gesprek. Toen Petrus Jezus terzijde had genomen, verstoutte hij zich te zeggen: ‘Meester, wij komen u op verzoek van onze metgezellen vragen of de tijd nu niet rijp is om het koninkrijk binnen te gaan. En wilt ge het koninkrijk in Kafarnaüm afkondigen of moeten we daarvoor door naar Jeruzalem? En wanneer zullen we, ieder van ons, horen welke posities wij bij u zullen bekleden, bij het vestigen van het koninkrijk...’ en Petrus zou zijn doorgegaan met het stellen van vragen, als Jezus niet waarschuwend zijn hand had opgestoken en hem had doen ophouden. En toen hij de andere apostelen die dichtbij stonden, had gewenkt om zich bij hen te voegen, zei hij: ‘Kinderkens, hoe lang moet ik nog geduld met jullie hebben! Heb ik jullie niet duidelijk gezegd dat mijn koninkrijk niet van deze wereld is? Ik heb jullie al vaak gezegd dat ik niet gekomen ben om op de troon van David te zitten, en hoe komt het dan dat jullie nu komen vragen welke positie ieder van jullie in het koninkrijk van de Vader zal gaan bekleden? Kunnen jullie niet inzien dat ik jullie geroepen heb om ambassadeurs van een geestelijk koninkrijk te zijn? Begrijp je dan niet dat jullie mij al spoedig, heel spoedig, zult moeten vertegenwoordigen in de wereld en in de verkondiging van het koninkrijk, zoals ik nu mijn Vader vertegenwoordig die in de hemel is? Kan het zo zijn dat ik jullie heb uitgekozen en geïnstrueerd als boodschappers van het koninkrijk, en dat jullie toch de natuur en betekenis niet begrijpt van dit komende koninkrijk van de goddelijke voorrang in de harten der mensen? Vrienden, luistert nog eens naar mij. Zet de idee uit je hoofd dat mijn koninkrijk een heerschappij van macht of glorie is. Alle macht in hemel en op aarde zal mij inderdaad spoedig in handen worden gelegd, maar het is niet de wil van de Vader dat wij in dit tijdperk deze goddelijke gave gebruiken om onszelf te verheerlijken. In een volgend tijdperk zullen jullie inderdaad met mij in macht en heerlijkheid zijn gezeten, maar het betaamt ons nu ons te onderwerpen aan de wil van de Vader en nederig en gehoorzaam uit te gaan om te doen wat hij op aarde van ons verlangt.’   138:7.1 (1543.4) Jesus had planned for a quiet missionary campaign of five months’ personal work. He did not tell the apostles how long this was to last; they worked from week to week. And early on this first day of the week, just as he was about to announce this to his twelve apostles, Simon Peter, James Zebedee, and Judas Iscariot came to have private converse with him. Taking Jesus aside, Peter made bold to say: “Master, we come at the behest of our associates to inquire whether the time is not now ripe to enter into the kingdom. And will you proclaim the kingdom at Capernaum, or are we to move on to Jerusalem? And when shall we learn, each of us, the positions we are to occupy with you in the establishment of the kingdom—” and Peter would have gone on asking further questions, but Jesus raised an admonitory hand and stopped him. And beckoning the other apostles standing near by to join them, Jesus said: “My little children, how long shall I bear with you! Have I not made it plain to you that my kingdom is not of this world? I have told you many times that I have not come to sit on David’s throne, and now how is it that you are inquiring which place each of you will occupy in the Father’s kingdom? Can you not perceive that I have called you as ambassadors of a spiritual kingdom? Do you not understand that soon, very soon, you are to represent me in the world and in the proclamation of the kingdom, even as I now represent my Father who is in heaven? Can it be that I have chosen you and instructed you as messengers of the kingdom, and yet you do not comprehend the nature and significance of this coming kingdom of divine pre-eminence in the hearts of men? My friends, hear me once more. Banish from your minds this idea that my kingdom is a rule of power or a reign of glory. Indeed, all power in heaven and on earth will presently be given into my hands, but it is not the Father’s will that we use this divine endowment to glorify ourselves during this age. In another age you shall indeed sit with me in power and glory, but it behooves us now to submit to the will of the Father and to go forth in humble obedience to execute his bidding on earth.”
138:7.2 (1544.1) Eens te meer waren zijn metgezellen geschokt en verbijsterd. Jezus zond hen twee aan twee heen om te bidden en vroeg hun tegen de middag terug te komen. Op deze kritieke ochtend trachtte elk van hen God te vinden, en elk trachtte de ander op te beuren en kracht te geven, en zij gingen naar Jezus terug zoals hij hun had opgedragen.   138:7.2 (1544.1) Once more were his associates shocked, stunned. Jesus sent them away two and two to pray, asking them to return to him at noontime. On this crucial forenoon they each sought to find God, and each endeavored to cheer and strengthen the other, and they returned to Jesus as he had bidden them.
138:7.3 (1544.2) Jezus vertelde hun nu opnieuw over de komst van Johannes, de doop in de Jordaan, het bruiloftsfeest te Kana, het kiezen van de zes, kortgeleden, en hoe zijn eigen broers naar het vlees zich van hen hadden teruggetrokken, en hij waarschuwde hen dat de vijand van het koninkrijk zou trachten ook hen weg te trekken. Na deze korte, maar ernstige toespraak stonden de apostelen, voorgegaan door Petrus, allen op om hun onvergankelijke toewijding aan hun Meester tot uiting te brengen en onwankelbare trouw te beloven aan het koninkrijk — zoals Tomas het uitdrukte: ‘Aan dit komende koninkrijk, wat het ook mag zijn en zelfs al begrijp ik het niet helemaal.’ Zij geloofden allen waarlijk in Jezus, ook al konden zij zijn onderricht niet helemaal begrijpen.   138:7.3 (1544.2) Jesus now recounted for them the coming of John, the baptism in the Jordan, the marriage feast at Cana, the recent choosing of the six, and the withdrawal from them of his own brothers in the flesh, and warned them that the enemy of the kingdom would seek also to draw them away. After this short but earnest talk the apostles all arose, under Peter’s leadership, to declare their undying devotion to their Master and to pledge their unswerving loyalty to the kingdom, as Thomas expressed it, “To this coming kingdom, no matter what it is and even if I do not fully understand it.” They all truly believed in Jesus, even though they did not fully comprehend his teaching.
138:7.4 (1544.3) Jezus vroeg hun nu hoeveel geld zij met elkaar hadden; hij informeerde ook welke voorzieningen er voor hun gezinnen waren getroffen. Toen bleek dat ze nauwelijks voldoende geld hadden om zelf twee weken rond te kunnen komen, zei hij: ‘Het is niet de wil van mijn Vader dat wij ons werk op deze wijze beginnen. Wij zullen hier twee weken bij het meer blijven om te vissen, of te doen wat onze handen vinden om te doen; intussen moeten jullie, onder leiding van Andreas, de eerst gekozen apostel, je zo organiseren dat voorzien wordt in alles wat nodig is voor jullie toekomstige werk, zowel voor het huidige persoonlijke dienstbetoon, als voor later, wanneer ik jullie zal bevestigen als predikers van het evangelie en leraren van de gelovigen.’ Ze vrolijkten allen zeer op door deze woorden; dit was voor hen de eerste stellige, positieve aanzegging dat Jezus van plan was, later een meer energiek en in het oog lopend optreden in het openbaar aan te vangen.   138:7.4 (1544.3) Jesus now asked them how much money they had among them; he also inquired as to what provision had been made for their families. When it developed that they had hardly sufficient funds to maintain themselves for two weeks, he said: “It is not the will of my Father that we begin our work in this way. We will remain here by the sea two weeks and fish or do whatever our hands find to do; and in the meantime, under the guidance of Andrew, the first chosen apostle, you shall so organize yourselves as to provide for everything needful in your future work, both for the present personal ministry and also when I shall subsequently ordain you to preach the gospel and instruct believers.” They were all greatly cheered by these words; this was their first clear-cut and positive intimation that Jesus designed later on to enter upon more aggressive and pretentious public efforts.
138:7.5 (1544.4) De apostelen brachten de rest van de dag door met het goed regelen van hun organisatie en met het zorgen voor boten en netten om de volgende ochtend met het vissen te kunnen beginnen, want zij hadden allen besloten zich daaraan te gaan wijden: de meesten van hen waren vissers geweest, zelfs Jezus was een ervaren schipper en visser. Veel van de boten die zij de eerstkomende paar jaar gebruikten, had Jezus eigenhandig gebouwd. Het waren dan ook goede, betrouwbare boten.   138:7.5 (1544.4) The apostles spent the remainder of the day perfecting their organization and completing arrangements for boats and nets for embarking on the morrow’s fishing as they had all decided to devote themselves to fishing; most of them had been fishermen, even Jesus was an experienced boatman and fisherman. Many of the boats which they used the next few years had been built by Jesus’ own hands. And they were good and trustworthy boats.
138:7.6 (1544.5) Jezus droeg hun op zich twee weken aan het vissen te wijden en voegde eraan toe: ‘Daarna zullen jullie erop uit gaan om vissers van mensen te worden.’ Zij visten in drie groepen, waarbij Jezus iedere avond met een andere groep uitvoer. En zij genoten er zo van als Jezus bij hen was! Hij was een goed visser, een opgewekte kameraad, en een inspirerende vriend: hoe langer ze met hem werkten hoe meer ze van hem hielden. Matteüs zei op een dag: ‘Hoe meer je sommige mensen begrijpt, hoe minder je hen bewondert, maar van deze man moet ik zeggen dat hoe minder ik hem begrijp, hoe meer ik van hem houd.’   138:7.6 (1544.5) Jesus enjoined them to devote themselves to fishing for two weeks, adding, “And then will you go forth to become fishers of men.” They fished in three groups, Jesus going out with a different group each night. And they all so much enjoyed Jesus! He was a good fisherman, a cheerful companion, and an inspiring friend; the more they worked with him, the more they loved him. Said Matthew one day: “The more you understand some people, the less you admire them, but of this man, even the less I comprehend him, the more I love him.”
138:7.7 (1545.1) Dit plan om twee weken te vissen en dan twee weken erop uit te trekken om persoonlijk werk te doen voor het koninkrijk, werd gedurende meer dan vijf maanden gevolgd, tot aan het eind van dit jaar a.d. 26, toen de speciale vervolgingen die gericht waren tegen de discipelen van Johannes na diens gevangenneming, waren opgehouden.   138:7.7 (1545.1) This plan of fishing two weeks and going out to do personal work in behalf of the kingdom for two weeks was followed for more than five months, even to the end of this year of a.d. 26, until after the cessation of those special persecutions which had been directed against John’s disciples subsequent to his imprisonment.
8. Het eerste werk van de twaalf ^top   8. First Work of the Twelve ^top
138:8.1 (1545.2) Na de visvangsten van twee weken van de hand gedaan te hebben, verdeelde Judas Iskariot, die gekozen was als penningmeester van de twaalf, het geld van de apostelen in zes gelijke delen, nadat in de middelen voor het levensonderhoud van de gezinnen die van hen afhankelijk waren, was voorzien. Daarna trokken ze omstreeks half augustus van het jaar 26 er twee aan twee op uit naar het arbeidsterrein dat Andreas hen had toegewezen. De eerste twee weken ging Jezus met Andreas en Petrus mee, de tweede twee weken met Jakobus en Johannes, en zo verder met de andere paren, in de volgorde waarin ze gekozen waren. Op deze manier was hij in staat om ten minste eenmaal met ieder paar mee te gaan, voordat hij hen bijeenriep voor de aanvang van hun optreden in het openbaar.   138:8.1 (1545.2) After disposing of the fish catches of two weeks, Judas Iscariot, the one chosen to act as treasurer of the twelve, divided the apostolic funds into six equal portions, funds for the care of dependent families having been already provided. And then near the middle of August, in the year a.d. 26, they went forth two and two to the fields of work assigned by Andrew. The first two weeks Jesus went out with Andrew and Peter, the second two weeks with James and John, and so on with the other couples in the order of their choosing. In this way he was able to go out at least once with each couple before he called them together for the beginning of their public ministry.
138:8.2 (1545.3) Jezus leerde hun om de vergeving der zonden door geloof in God, zonder boetedoening of offer, te prediken, en ook dat de Vader in de hemel al zijn kinderen liefheeft met dezelfde eeuwige liefde. Hij verbood zijn apostelen te spreken over:   138:8.2 (1545.3) Jesus taught them to preach the forgiveness of sin through faith in God without penance or sacrifice, and that the Father in heaven loves all his children with the same eternal love. He enjoined his apostles to refrain from discussing:
138:8.3 (1545.4) 1. het werk en de gevangenschap van Johannes de Doper;   138:8.3 (1545.4) 1. The work and imprisonment of John the Baptist.
138:8.4 (1545.5) 2. de stem bij de doop. Jezus zei: ‘Slechts zij die de stem gehoord hebben, mogen er naar verwijzen. Spreek slechts wat je van mij gehoord hebt; spreek niet van horen zeggen.’   138:8.4 (1545.5) 2. The voice at the baptism. Said Jesus: “Only those who heard the voice may refer to it. Speak only that which you have heard from me; speak not hearsay.”
138:8.5 (1545.6) 3. het veranderen van water in wijn te Kana. Jezus gebood hun met nadruk: ‘Vertel niemand over het water en de wijn.’   138:8.5 (1545.6) 3. The turning of the water into wine at Cana. Jesus seriously charged them, saying, “Tell no man about the water and the wine.”
138:8.6 (1545.7) Ze hadden een heerlijke tijd, deze vijf of zes maanden waarin zij om de twee weken werkten als vissers, en voldoende verdienden om zichzelf op hun arbeidsterrein te onderhouden tijdens de daarop volgende twee weken, wanneer ze zendingswerk verrichtten voor het koninkrijk.   138:8.6 (1545.7) They had wonderful times throughout these five or six months during which they worked as fishermen every alternate two weeks, thereby earning enough money to support themselves in the field for each succeeding two weeks of missionary work for the kingdom.
138:8.7 (1545.8) De gewone mensen verwonderden zich over het onderricht en dienstbetoon van Jezus en zijn apostelen. De rabbijnen hadden de Joden lange tijd geleerd dat onwetenden niet vroom of rechtvaardig konden zijn. Maar Jezus’ apostelen waren zowel vroom als rechtvaardig; toch leden zij er niet in het minst onder dat ze onkundig waren van veel van de geleerdheid van de rabbijnen en de wijsheid dezer wereld.   138:8.7 (1545.8) The common people marveled at the teaching and ministry of Jesus and his apostles. The rabbis had long taught the Jews that the ignorant could not be pious or righteous. But Jesus’ apostles were both pious and righteous; yet they were cheerfully ignorant of much of the learning of the rabbis and the wisdom of the world.
138:8.8 (1545.9) Jezus maakte zijn apostelen het verschil duidelijk tussen het berouw dat wordt getoond in zogenaamde goede werken, zoals dit door de Joden werd geleerd, en de verandering van denken door geloof — de wedergeboorte — die hij verlangde als toegangsprijs voor het koninkrijk. Hij leerde zijn apostelen dat geloof het enig nodige was om het koninkrijk van de Vader binnen te gaan. Johannes had hun geleerd ‘zich te bekeren — te vluchten voor de komende toorn.’ Jezus leerde: ‘Geloof is de open deur om binnen te gaan in de huidige, volmaakte, en eeuwige liefde van God.’ Jezus sprak niet als een profeet, als iemand die komt om te zeggen wat God zegt. Hij leek over zichzelf te spreken als iemand met gezag. Jezus trachtte hun denken af te brengen van het uitzien naar wonderen, en het te richten op het vinden van een werkelijke, persoonlijke ervaring van de voldoening en zekerheid van de inwoning van Gods geest van liefde en reddende genade.   138:8.8 (1545.9) Jesus made plain to his apostles the difference between the repentance of so-called good works as taught by the Jews and the change of mind by faith—the new birth—which he required as the price of admission to the kingdom. He taught his apostles that faith was the only requisite to entering the Father’s kingdom. John had taught them “repentance—to flee from the wrath to come.” Jesus taught, “Faith is the open door for entering into the present, perfect, and eternal love of God.” Jesus did not speak like a prophet, one who comes to declare the word of God. He seemed to speak of himself as one having authority. Jesus sought to divert their minds from miracle seeking to the finding of a real and personal experience in the satisfaction and assurance of the indwelling of God’s spirit of love and saving grace.
138:8.9 (1545.10) De discipelen leerden al vroeg dat de Meester een diep respect en meevoelende genegenheid had voor iedere mens die hij ontmoette, en zij raakten diep onder de indruk van de aandacht die hij onveranderlijk en consequent aan alle soorten mannen, vrouwen, en kinderen gaf. Midden in een diepgaande discussie kon hij even ophouden, zodat hij de weg op kon gaan om een voorbijgaande vrouw die belast was naar lichaam en ziel, te bemoedigen. Hij kon een belangrijke bespreking met zijn apostelen onderbreken, om even aardig te zijn voor een kind dat hen kwam storen. Niets scheen ooit zo belangrijk te zijn voor Jezus als de individuele mens die toevallig in zijn onmiddellijke nabijheid verkeerde. Hij was de meester en leraar, maar hij was meer dan dat — hij was ook een vriend en naaste, een begripvolle kameraad.   138:8.9 (1545.10) The disciples early learned that the Master had a profound respect and sympathetic regard for every human being he met, and they were tremendously impressed by this uniform and unvarying consideration which he so consistently gave to all sorts of men, women, and children. He would pause in the midst of a profound discourse that he might go out in the road to speak good cheer to a passing woman laden with her burden of body and soul. He would interrupt a serious conference with his apostles to fraternize with an intruding child. Nothing ever seemed so important to Jesus as the individual human who chanced to be in his immediate presence. He was master and teacher, but he was more—he was also a friend and neighbor, an understanding comrade.
138:8.10 (1546.1) Terwijl het onderricht dat Jezus in het openbaar gaf, hoofdzakelijk bestond uit gelijkenissen en korte verhandelingen, onderrichtte hij zijn apostelen altijd door middel van vragen en antwoorden. Hij onderbrak zijn toespraken in het openbaar later altijd om antwoord te geven op ernstige vragen.   138:8.10 (1546.1) Though Jesus’ public teaching mainly consisted in parables and short discourses, he invariably taught his apostles by questions and answers. He would always pause to answer sincere questions during his later public discourses.
138:8.11 (1546.2) In het eerst waren de apostelen geschokt door de wijze waarop Jezus met vrouwen omging, maar zij raakten er al spoedig aan gewend; hij gaf hun zeer duidelijk te verstaan dat in het koninkrijk aan vrouwen dezelfde rechten dienden te worden toegekend als aan mannen.   138:8.11 (1546.2) The apostles were at first shocked by, but early became accustomed to, Jesus’ treatment of women; he made it very clear to them that women were to be accorded equal rights with men in the kingdom.
9. Vijf maanden op de proef gesteld ^top   9. Five Months of Testing ^top
138:9.1 (1546.3) Deze enigszins monotone periode van beurtelings vissen en persoonlijk werk, bleek een afmattende ervaring voor de twaalf apostelen, doch zij doorstonden de proef. Met al hun gemopper, getwijfel en kortstondige ontevredenheid, hielden ze zich toch aan hun geloften van toewijding en trouw aan de Meester. Het was hun persoonlijke omgang met Jezus gedurende deze maanden waarin ze op de proef werden gesteld, die hem zo geliefd bij hen maakte, dat zij hem allen (behalve Judas Iskariot) trouw en toegedaan bleven zelfs in de donkere uren waarin hij terecht moest staan en gekruisigd werd. Echte mannen konden een vereerde leraar, met wie ze zo nauw hadden samengeleefd en die zich zo aan hen had gewijd, eenvoudig niet werkelijk in de steek laten. Tijdens de donkere uren van de dood van de Meester werden in het hart van deze apostelen alle rede, oordeelsvermogen en logica aan de kant gezet, terwille van deze ene buitengewone, menselijke emotie — het allerhoogste gevoel van vriendschapsloyaliteit. Door deze vijf maanden waarin zij met Jezus werkten, werd iedere apostel persoonlijk ertoe gebracht om hem als zijn beste vriend ter wereld te beschouwen. En door dit menselijke gevoel, en niet door zijn verheven onderricht of wonderbaarlijke daden, werden zij bijeengehouden tot na zijn opstanding en de hervatting van de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk.   138:9.1 (1546.3) This somewhat monotonous period of alternate fishing and personal work proved to be a grueling experience for the twelve apostles, but they endured the test. With all of their grumblings, doubts, and transient dissatisfactions they remained true to their vows of devotion and loyalty to the Master. It was their personal association with Jesus during these months of testing that so endeared him to them that they all (save Judas Iscariot) remained loyal and true to him even in the dark hours of the trial and crucifixion. Real men simply could not actually desert a revered teacher who had lived so close to them and had been so devoted to them as had Jesus. Through the dark hours of the Master’s death, in the hearts of these apostles all reason, judgment, and logic were set aside in deference to just one extraordinary human emotion—the supreme sentiment of friendship-loyalty. These five months of work with Jesus led these apostles, each one of them, to regard him as the best friend he had in all the world. And it was this human sentiment, and not his superb teachings or marvelous doings, that held them together until after the resurrection and the renewal of the proclamation of the gospel of the kingdom.
138:9.2 (1546.4) Deze maanden van rustig werken vormden niet alleen voor de apostelen een zware proeftijd, een proef die zij overleefden, maar deze periode waarin geen activiteiten in het openbaar werden ondernomen, vormde ook voor de familie van Jezus een zware beproeving. Tegen de tijd dat Jezus klaar was om aan zijn openbare optreden te beginnen, had praktisch zijn gehele familie (met uitzondering van Ruth) hem laten vallen. Bij slechts enkele gelegenheden trachtten zij later met hem in contact te komen, en dan alleen met de bedoeling hem te overreden met hen naar huis terug te keren, want zij geloofden bijna dat hij niet goed bij zinnen was. Zij konden eenvoudig de diepte van zijn filosofie niet doorgronden, noch zijn leer begrijpen; het was allemaal te veel voor degenen die van zijn eigen vlees en bloed waren.   138:9.2 (1546.4) Not only were these months of quiet work a great test to the apostles, a test which they survived, but this season of public inactivity was a great trial to Jesus’ family. By the time Jesus was prepared to launch forth on his public work, his entire family (except Ruth) had practically deserted him. On only a few occasions did they attempt to make subsequent contact with him, and then it was to persuade him to return home with them, for they came near to believing that he was beside himself. They simply could not fathom his philosophy nor grasp his teaching; it was all too much for those of his own flesh and blood.
138:9.3 (1546.5) De apostelen verrichtten hun persoonlijke werk in Kafarnaüm, Betsaida-Julias, Chorazin, Gerasa, Hippos, Magdala, Kana, Betlehem in Galilea, Jotapata, Rama, Safed, Gischala, Gadara, en Abila. Behalve in deze stadjes werkten ze ook in vele dorpen en op het platteland. Aan het eind van deze periode hadden de twaalf tamelijk bevredigende plannen uitgewerkt inzake de zorg voor hun respectieve families. De meesten van de apostelen waren getrouwd, en sommigen hadden meerdere kinderen, doch zij hadden zodanige regelingen getroffen voor het levensonderhoud van hun gezinsleden thuis, dat zij, met een klein beetje bijstand uit d e gezamenlijke middelen van de apostelen, hun volle energie konden geven aan het werk van de Meester, zonder dat zij zich zorgen hoefden te maken over het financiële welzijn van hun families.   138:9.3 (1546.5) The apostles carried on their personal work in Capernaum, Bethsaida-Julias, Chorazin, Gerasa, Hippos, Magdala, Cana, Bethlehem of Galilee, Jotapata, Ramah, Safed, Gischala, Gadara, and Abila. Besides these towns they labored in many villages as well as in the countryside. By the end of this period the twelve had worked out fairly satisfactory plans for the care of their respective families. Most of the apostles were married, some had several children, but they had made such arrangements for the support of their home folks that, with some little assistance from the apostolic funds, they could devote their entire energies to the Master’s work without having to worry about the financial welfare of their families.
10. De organisatie van de twaalf ^top   10. Organization of the Twelve ^top
138:10.1 (1547.1) De apostelen organiseerden zich al spoedig op de volgende wijze:   138:10.1 (1547.1) The apostles early organized themselves in the following manner:
138:10.2 (1547.2) 1. Andreas, de eerst gekozen apostel, werd tot hoofd en algemeen leider van de twaalf aangesteld.   138:10.2 (1547.2) 1. Andrew, the first chosen apostle, was designated chairman and director general of the twelve.
138:10.3 (1547.3) 2. Petrus, Jakobus, en Johannes werden aangewezen om de persoonlijke metgezellen van Jezus te zijn. Zij moesten dag en nacht voor hem klaar staan, in allerlei opzichten, ook lichamelijk, voor hem zorgen en hem vergezellen wanneer hij de nacht wakend doorbracht in gebed en in die mysterieuze gemeenschap met de Vader in de hemel.   138:10.3 (1547.3) 2. Peter, James, and John were appointed personal companions of Jesus. They were to attend him day and night, to minister to his physical and sundry needs, and to accompany him on those night vigils of prayer and mysterious communion with the Father in heaven.
138:10.4 (1547.4) 3. Filippus werd de hofmeester van de groep. Het was zijn taak te zorgen dat er voedsel was en dat bezoekers, en soms zelfs de menigte van toehoorders, iets te eten kregen.   138:10.4 (1547.4) 3. Philip was made steward of the group. It was his duty to provide food and to see that visitors, and even the multitude of listeners at times, had something to eat.
138:10.5 (1547.5) 4. Natanael droeg zorg voor hetgeen de gezinnen van de twaalf nodig hadden. Hij ontving regelmatig bericht over de behoeften van ieder gezin van de apostelen en nadat hij Judas, de penningmeester, om de nodige middelen had gevraagd, zond hij deze iedere week naar degenen die ze nodig hadden.   138:10.5 (1547.5) 4. Nathaniel watched over the needs of the families of the twelve. He received regular reports as to the requirements of each apostle’s family and, making requisition on Judas, the treasurer, would send funds each week to those in need.
138:10.6 (1547.6) 5. Matteüs was de financier van het apostolische korps. Het was zijn taak ervoor te zorgen dat de inkomsten en uitgaven in evenwicht bleven en dat de kas werd aangevuld. Wanneer de middelen voor het onderlinge levensonderhoud niet binnenkwamen, indien er niet voldoende giften werden ontvangen om de groep te onderhouden, was Matteüs gemachtigd de twaalf voor een tijdje terug te sturen naar hun netten. De noodzaak hiertoe deed zich echter nooit voor nadat ze met hun werk in het openbaar waren begonnen: hij had altijd voldoende middelen voor de penningmeester om hun activiteiten te bekostigen.   138:10.6 (1547.6) 5. Matthew was the fiscal agent of the apostolic corps. It was his duty to see that the budget was balanced, the treasury replenished. If the funds for mutual support were not forthcoming, if donations sufficient to maintain the party were not received, Matthew was empowered to order the twelve back to their nets for a season. But this was never necessary after they began their public work; he always had sufficient funds in the treasurer’s hands to finance their activities.
138:10.7 (1547.7) 6. Tomas ging over het reisplan. Het was zij taak om te zorgen voor logies en in het algemeen de plaatsen uit te kiezen waar onderricht gegeven en gepredikt zou worden, en daardoor een glad en vlot verloop van het reisschema zeker te stellen.   138:10.7 (1547.7) 6. Thomas was manager of the itinerary. It devolved upon him to arrange lodgings and in a general way select places for teaching and preaching, thereby insuring a smooth and expeditious travel schedule.
138:10.8 (1547.8) 7. Jakobus en Judas, de tweelingzonen van Alfeüs, werden aangewezen om de menigten in goede banen te leiden. Het was hun taak om een voldoend aantal assistent-ordebewaarders aan te stellen, door wie de orde onder de menigten gehandhaafd kon worden gedurende de prediking.   138:10.8 (1547.8) 7. James and Judas the twin sons of Alpheus were assigned to the management of the multitudes. It was their task to deputize a sufficient number of assistant ushers to enable them to maintain order among the crowds during the preaching.
138:10.9 (1547.9) 8. Simon Zelotes was belast met de zorg voor recreatie en vrijetijdsbesteding. Hij regelde de programma’s voor de woensdagen en trachtte ook iedere dag te zorgen voor een paar uur ontspanning en afleiding.   138:10.9 (1547.9) 8. Simon Zelotes was given charge of recreation and play. He managed the Wednesday programs and also sought to provide for a few hours of relaxation and diversion each day.
138:10.10 (1547.10) 9. Judas Iskariot werd tot penningmeester aangesteld. Hij hield de kas. Hij betaalde alle uitgaven en hield de boeken bij. Hij maakte van week tot week voor Matteüs een begroting van de uitgaven en bracht ook wekelijks rapport uit aan Andreas. Judas deed betalingen nadat hij door Andreas daartoe gemachtigd was.   138:10.10 (1547.10) 9. Judas Iscariot was appointed treasurer. He carried the bag. He paid all expenses and kept the books. He made budget estimates for Matthew from week to week and also made weekly reports to Andrew. Judas paid out funds on Andrew’s authorization.
138:10.11 (1547.11) Op deze wijze bleven de twaalf apostelen hun werk verrichten van het begin van hun organisatie tot de tijd dat een reorganisatie nodig was geworden door de desertie van Judas, de verrader. De Meester en zijn discipelen-apostelen gingen op deze eenvoudige manier door tot zondag, 12 januari a.d. 27, toen hij hen bijeenriep en officieel bevestigde als ambassadeurs van het koninkrijk en predikers van de blijde boodschap. Spoedig daarna maakten zij zich gereed om te vertrekken naar Jeruzalem en Judea, de eerste tocht waarbij zij in het openbaar zouden prediken.   138:10.11 (1547.11) In this way the twelve functioned from their early organization up to the time of the reorganization made necessary by the desertion of Judas, the betrayer. The Master and his disciple-apostles went on in this simple manner until Sunday, January 12, a.d. 27, when he called them together and formally ordained them as ambassadors of the kingdom and preachers of its glad tidings. And soon thereafter they prepared to start for Jerusalem and Judea on their first public preaching tour.